Communicatie en agogische vaardigheden 1 (B-ODISEE-HBS18G)

3 studiepuntenNederlands22 urenEerste semesterEerste semester
De Vos Liesbet (coördinator) |  De Vos Liesbet
Kernteam Secundair Onderwijs - Algemene vakken (BA)

De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.

Studenten worden bij de start van het academiejaar gescreend op hun Nederlandse taalvaardigheid. Naast deze digitale screening worden de studenten ook mondeling gescreend. Bij vastgestelde stem- of uitspraakproblemen die te remediëren zijn, krijgen de studenten advies om spraaktherapie te volgen bij een erkende logopedist.

 

 

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
JPO0SM : Communicatie en agogiek 1
HBL41B : Communicatie en agogische vaardigheden 1
OO3041 : Communicatie en agogische vaardigheden 1
HBK46B : Communicatie en agogische vaardigheden 1
OO3003 : Communicatieve en agogische vaardigheden 1.1
OO3021 : HAO Communicatieve en agogische vaardigheden 1.1
OO3054 : Communicatieve en agogische vaardigheden 1.1 (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
OO3068 : HAO Communicatieve en agogische vaardigheden 1.1 (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
HBD54A : Communicatie en agogische vaardigheden 1

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Communicatie en agogische vaardigheden 1 (B-ODISEE-HBS21g)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College-practicum-opdracht22 urenEerste semesterEerste semester
De Vos Liesbet
Kernteam Secundair Onderwijs - Algemene vakken (BA)

De leerlijn Communicatie en Agogische Vaardigheden richt zich op communicatieve en agogische vaardigheden. In het OPO Communicatie en agogische Vaardigheden I ligt de nadruk op talige communicatie, of de taalcompetenties. Wat die taalcompetenties betreft maken we een onderscheid tussen de eigen taalcompetenties en de competenties die nodig zijn bij het didactisch, pedagogisch en professioneel handelen. In dit OPO focussen we ons vooral op het ontwikkelen van de eigen taalcompetenties.

De student krijgt via de instaptoets Nederlands een eerste indicatie van de eigen schriftelijke taalvaardigheid. Een mondelinge toets bij de aanvang van het OPO wijst de student op de eigen sterktes en werkpunten betreffende hun mondelinge vaardigheden en hun vaardigheid om teksten te parafraseren. De input tijdens de contacturen over mondelinge en schriftelijke vaardigheden helpt de student om de eigen taalcompetenties in kaart te brengen en verder te ontwikkelen. 

Studenten die een hoge score behaalden op de instaptoets Nederlands (A-score voor alle onderdelen) krijgen een alternatief traject aangeboden voor het deel schriftelijke taalvaardigheid. .

Studenten die een lage score halen op de instaptoets Nederlands (D-score voor minstens één onderdeel) volgen verplicht taalcoaching.

Dit OPO wordt verrijkt met een expressielab dat drie dagen duurt en plaatsvindt in december, in vormingscentrum Destelheide Dworp. Tijdens deze drie dagen worden studenten als het ware ondergedompeld in een creatief-expressief vat. Het doel is studenten bewust te maken van hun eigen talenten, en die talenten verder te ontwikkelen en studenten te laten kennismaken met nieuwe expressiemogelijkheden. 

Kort samengevat zijn dit de doelstellingen/ inhouden van het OPO.

1. Schriftelijk

1.1 De student hanteert een gepaste, begrijpelijke, aantrekkelijke en correcte schriftelijke taal.

1.2 De student schrijft een goed opgebouwde tekst, volgens de regels van de tekststructuur.

1.3 De student past de regels van de Nederlandse spelling correct toe.

1.4 De student maakt een tekst toegankelijk voor leerlingen via schriftelijke ingrepen.

1.5 De student schrijft gepaste, begrijpelijke, aantrekkelijke en correcte e-mails.

1.6 De student herkent en corrigeert taalfouten.

1.7 De student hanteert een correcte bronvermelding.

1.8 De student reflecteert over (zijn eigen) schriftelijke taal.

1.9 De student herschrijft zijn teksten op basis van feedback.

2. Mondelinge taal

2.1 De student hanteert een gepaste, begrijpelijke, aantrekkelijke en correcte mondelinge taal.

2.2 De student geeft een heldere, mondelinge opdracht.

2.3 De student maakt een tekst toegankelijk voor leerlingen via mondelinge ingrepen.

2.4 De student geeft een goed gestructureerde, heldere en interactieve uiteenzetting met visuele ondersteuning.

2.5 De leraar presenteert gestructureerd, expressief, enthousiast en enthousiasmerend.

2.6 De leraar richt zich bij het uitleg geven op actieve betrokkenheid van leerlingen/het doelpubliek.

2.7 De student reflecteert over (zijn eigen) mondelinge taal.

3. De taalcompetente leraar

3.1 De studenten situeert het referentiekader ‘De taalcompetente leraar’, en passen de doelstellingen ervan toe.

3.2 De studenten weten wat er verwacht wordt van een taalcompetente leraar.

De werkcolleges bieden handvatten voor studenten om hun eigen basistaalvaardigheid, academische en professionele taalvaardigheid verder te ontwikkelen.

De werkcolleges zijn - conform hun naam - interactief. Studenten nemen actief deel aan deze colleges. De lessen die digitaal worden aangeboden vinden live plaats, ook deze lessen worden interactief gegeven. Dat betekent dat studenten de digitale lessen bijwonen op het ogenblik dat de lessen plaatsvinden

Evaluatieactiviteiten

Communicatie en agogische vaardigheden 1 (B-ODISEE-H74027)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag, Presentatie
Leermateriaal : Cursusmateriaal

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Studenten die niet geslaagd zijn voor de instaptoets Nederlands (minstens één D-score voor een onderdeel) en niet deelnemen aan de taalcoaching, kunnen niet slagen voor de actieve stage, noch voor het examen ‘Communicatie en agogische vaardigheden I’.

Studenten volgen het standaardtraject, tenzij ze voor alle onderdelen van de instaptoets een A-score behalen én beslissen in te stappen in het alternatieve traject.

SCHRIFTELIJKE OPDRACHTEN (Herleid naar 50)

- Taalschets op basis van de publicatie 'De taalcompetente leraar' én de resultaten van de instaptesten.

- Stageverslag.

- Opinietekst (onvoorbereid).

- Synthese voor leerlingen vanuit het eigen vakdomein.

Alternatief traject (enkel van toepassing op het schriftelijk onderdeel):

- Stageverslag.

- Opiniestuk onvoorbereid.

- Synthese voor leerlingen vanuit het eigen vakdomein.

MONDELINGE OPDRACHTEN (Herleid naar 50)

- Filmpje favoriete plaats of anekdote.

- Debat.

 

Belangrijke info

  • Wanneer een student op elk onderdeel geslaagd is, berekenen we het rekenkundig gemiddelde.
  • Een student die niet slaagt voor 1 van de onderdelen (schriftelijk of mondeling), kan niet slagen voor het OPO communicatie en agogische vaardigheden 1. Het eindresultaat is in dat geval gelijk aan het laagste cijfer. In de tweede zittijd kan de student op basis van zijn resultaten uit de eerste zittijd, deelvrijstellingen krijgen. 
  • Wanneer een student op twee of meer opdrachten niet slaagt, wordt het eindpunt herleid tot het laagste cijfer.
  • Indien minstens één opdracht niet wordt ingediend of niet wordt afgelegd, resulteert dat in een NA-score als eindresultaat.
  • De opdrachten kunnen hier en daar nog worden aangepast, afhankelijk van de aandachtspunten tijdens de contacturen.
  • Studenten die geen stage lopen, en bijgevolg geen stageverslag kunnen indienen, verwittigen mij tijdig zodat we samen op zoek kunnen gaan naar een alternatief.
  • Meer details over de opdrachten worden via Toledo gecommuniceerd. 

De eindscore (standaardtraject + alternatief traject) wordt d.m.v. een coëfficiënt herberekend. De coëfficiënt wordt door de attitude van de student tijdens het expressielab bepaald, meer bepaald inzet, motivatie, respect voor anderen, opnemen van rol van leerkracht, verantwoordelijkheidszin. De gastdocenten en de begeleidende Odisee-docenten bepalen samen deze coëfficiënt. Scoort de student hiervoor minder dan gemiddeld, dan wordt de eindscore vermenigvuldigd met 0,9, scoort de student gemiddeld, dan blijft de eindscore gelijk, scoort de student bovengemiddeld, dan wordt de eindscore vermenigvuldigdmet 1,1. Bij niet-deelname aan het expressielab behaalt de student een score NA. 

In de tweede zittijd krijgt de student een aantal aangepaste opdrachten voor het schrfiftelijk en/ of mondeling gedeelte (afhankelijk van wat de student moet hernemen). De puntenverdeling blijft dezelfde.

Indien minstens één opdracht niet wordt ingediend, resulteert dit in een NA-score als eindresultaat.

De eindscore (standaardtraject + alternatief traject) wordt d.m.v. een coëfficiënt herberekend. De coëfficiënt wordt door de attitude van de student tijdens het expressielab bepaald, meer bepaald inzet, motivatie, respect voor anderen, opnemen van rol van leerkracht, verantwoordelijkheidszin. De gastdocenten en de begeleidende Odisee-docenten bepalen samen deze coëfficiënt. Scoort de student hiervoor minder dan gemiddeld, dan wordt de eindscore vermenigvuldigd met 0,9, scoort de student gemiddeld, dan blijft de eindscore gelijk, scoort de student bovengemiddeld, dan wordt de eindscore vermenigvuldigdmet 1,1. Bij niet-deelname aan het expressielab behaalt de student een score NA.