Optioneel in fase
Tweede semester
Beide semesters
Dit jaar
Volgend jaar
Wisselende jaren
Extern
Voorwaarden
Identieke opleidingsonderdelen1 Burgerlijk recht (B-ODISEE-JPHDG6)
Dom Paul (coördinator) | Dom Paul Doelstellingen
http://public.hubrussel.be/ancor/ectskerndoel/pages/OPOKerndoel.aspx?OID=11952&OPLID=266
Begintermen
De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid worden beschreven in de onderwijs- en examenregeling.
https://student.odisee.be/sites/default/files/bijlagen/studentenadministratie/Bijlage%20OER%2017-18_Aalst.pdf
Enige voorkennis van recht is niet nodig.
Vereist is wel dat de student een degelijke kennis heeft van de Nederlandse taal om de juridische logica te kunnen begrijpen.
Plaats in het onderwijsaanbod
- Bachelor in het bedrijfsmanagement (Aalst) (Afstudeerrichting accountancy - fiscaliteit) 180 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
4 sp. 1 Burgerlijk recht (B-ODISEE-JLHDG6)
NederlandsWerkvorm: College-opdracht
24 uren
Eerste semesterDom Paul Inhoud
Inleiding tot het recht
- Wat is recht?
- Bronnen van het recht
- Indelingen van het recht
- Federale instellingen
- Wetgevende macht
- Uitvoerende macht
- Rechterlijke macht
- Gemeenschappen en gewesten
- Controlerende instellingen
Burgerlijk recht
- Personenrecht
- Familierecht en familiaal vermogensrecht
- Zakenrecht
- Verbintenissenrecht
- Benoemde contracten
Studiemateriaal
A. Verplichte leermiddelen
Handboeken zie:
https://webapps.odisee.be/Ancor/SSM/Pages/BekijkSSM.aspx?OID=14931
Mediatheek
In de mediatheek zijn een aantal tijdschriften en boeken ter beschikking waarin de student informatie zal opzoeken, verwerken en deze aan de studenten meedelen.
Leeromgeving
Op Toledo kunnen bijkomende relevante teksten geplaatst worden.
Internet
Kritische ingesteldheid tegenover de informatie gevonden op internet is noodzakelijk!
B. Aanbevolen leermiddelen
Boeken
J. Vande Lanotte, S. Bracke en G. Goedertier, België voor beginners, Brugge, die Keure, 2014, 320 p.
M. Van Hoecke, B. Bouckaert en R. Defrancq, Inleiding tot het recht, Leuven, Acco, 2016, 408 p.
P. Senaeve, Compendium van het personen- en familierecht, Leuven, Acco, 2015, 688 p.
F. Swennen, Het Personen- en Familierecht, Mortsel, Intersentia, 2017, 582 p.
W. Tijs en A. Verdoodt, Praktisch verbintenissenrecht, Berchem, De Boeck, 2016, ca. 252 p.
W. Van Gerven en A. Van Oevelen, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2015, 728 p.
V. Sagaert, B. Tilleman en A.L. Verbeke, Vermogensrecht in kort bestek, Mortsel, Intersentia 2016, 482 p.
Tijdschriften
Rechtskundig Weekblad, Intersentia
De Juristenkrant, Kluwer
Tijdschrift Privaatrecht, Kluwer
Nieuw Juridisch Weekblad, Wolters-Kluwer
Budget en recht, Test Aankoop
Trends, Roularta
De Tijd, Mediafin
...
Toelichting werkvorm
Naast de colleges waarin nieuwe leerstof wordt behandeld door middel van een onderwijsleergesprek, zal de student zelfstandig problemen dienen op te lossen door informatie te zoeken, te verwerken en zowel mondeling als schriftelijk mee te delen.
De concrete opdracht kun je terugvinden op Toledo onder de Opdrachten. Hierop staat 25 % van de punten!
Er zijn 24 uur voorzien voor bijeenkomsten (12 lesweken x gemiddeld 2 uur/week).
Bepaalde onderwerpen kunnen niet anders dan via hoorcollege aangebracht worden.
Aangezien dit opleidingsonderdeel 4 studiepunten bevat, is naast deze contacturen nog ongeveer 75 uur aan individueel werk vereist.
Bepaalde thema's zal de student zelfstandig dienen te verwerken. Onduidelijkheden mogen steeds worden gesignaleerd.
Voor elke les zal de student ongeveer 1 uur zelfstandig werk uitvoeren (ca. 15 uur). Hiervoor wordt medewerking verwacht op het discussieforum/discussieseminarie.
Hiertoe is het vereist dat de student deze onderwerpen vooraf heeft gelezen in de cursus of door eventueel bijkomende teksten op te zoeken en te lezen. Aanwezigheid in de les is dus vereist om hier punten op te verdienen als evaluatie buiten de zittijd.
De student zal de antwoorden op de opdrachten aan de medestudenten meedelen. Dit kan mondeling zijn of schriftelijk door een tekst af te geven of neer te schrijven op Toledo.
Geregeld met het vak bezig zijn is een noodzakelijke voorwaarde om te slagen. Het actief gebruiken van je wetboek (Codex) kan je slaagkansen verhogen.
Reken ook minstens op 55 uur om de examens voor te bereiden (220 pagina's x 8 pagina's/uur) mits je tijdens de les actief hebt meegedacht. Om de leerstof diepgaand te beheersen is het zelfs aan te raden het handboek twee keer te studeren.
Het proberen oplossen van de opdrachten (in het handboek en op de website van de uitgeverij) kan ook een manier zijn om de theorie beter te onthouden.
Ook extra lectuur in andere bronnen dan het handboek is ten zeerste aanbevolen om op de hoogte te blijven van de actualiteit in dit vakgebied.
Evaluatieactiviteiten
1 Burgerlijk recht (B-ODISEE-JVHDG6)
Toelichting
Beoordelingsstructuur
De evaluatie bestaat uit 75 % schriftelijk examen tijdens de eerste zittijd en 25 % permanente opdrachten buiten de zittijd.
Het examen toetst zowel kennis van de wetgeving en rechtspraak als de toepassing ervan in praktische eenvoudige casussen.
Het gebruik van een wetboek is steeds toegestaan en aan te bevelen.
Om de student tijdig te laten beginnen met studeren en verwerken van de leerstof, wordt begin november het deel Inleiding tot het recht geëvalueerd (partieel examen = 25 % van de punten).
Het deel Burgerlijk recht wordt geëxamineerd in januari (50 % van de punten).
Informatie over de evaluatie buiten de examenperiode
De evaluatie buiten de examenperiode komt tot stand door meerdere opdrachten die op Toledo te vinden zijn onder de knop Opdrachten.
De opdracht buiten de zittijd bestaat uit drie delen die elk op 1/3 van de punten staan.
- het opzoeken, kennen en gebruiken van relevante professionele juridische bronnen (gespreid over het semester);
- het mondeling rapporteren van de gevonden informatie (gespreid over het semester). Onwettige afwezigheid leidt tot afwezigheid van punten op dit onderdeel;
- het schriftelijk rapporteren van de gevonden informatie met toepassing van de juiste manier van refereren naar juridische bronnen).
Voorwaarden om een credit te behalen
Een credit voor het OPO 1Burgerlijk recht wordt bekomen indien minstens 10/20 wordt behaald volgens de gewogen punten op het examen en de opdrachten buiten de zittijd.
Aanwezigheid
Aanwezigheid is vereist voor het bekomen van punten voor het mondeling rapporteren buiten de zittijd. De student zal op willekeurige tijdstippen gevraagd worden het resultaat van zijn opzoekwerk mondeling te rapporteren. Dit kan één keer of meermaals in de loop van het semester gebeuren. Het volgen van andere opleidingsonderdelen is geen gewettigde reden om je afwezigheid te verantwoorden (tenzij er voor dat onderdeel een test plaatvindt).
Respecteren van deadlines
Zie art. 62 OER: Inleveringstermijn van werkstukken.
Indien de inleveringstermijn niet gerespecteerd wordt en hiervoor geen gewettigde reden is, wordt de opdracht als niet-ingeleverd beschouwd en krijgt de student voor deze opdracht een nul. De student heeft immers een heel semester om deze opdracht voor te bereiden.
Buitenschoolse activiteit
Deelname is verplicht. Onaanvaardbaar gedrag tijdens deze activiteit wordt niet getolereerd en wordt gesanctioneerd.
Toelichting 2e examenkans
Beoordelingsstructuur
De beoordelingsstructuur van examenperiode 1 (januari) wordt overgedragen naar examenperiode 3 (september) namelijk:
- schriftelijk examen tijdens de derde examenperiode (september): 75 %
Het examen betreft de volledige cursus (zowel het deel inleiding tot het recht als het deel burgerlijk recht) en heeft soortgelijke vragen als tijdens de eerste examenperiode.
- de punten behaald buiten de zittijd als permanente evaluatie (25 %) worden overgedragen van de eerste examenperiode.
Hiervoor moet dus geen andere of bijkomende taak gemaakt worden.