Identiteit in diversiteit 2 (B-ODISEE-OAL03A)

Doelstellingen
http://public.hubrussel.be/ancor/ectskerndoel/pages/OPOKerndoel.aspx?OID=16090&OPLID=248
Begintermen
De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.
Dit opleidingsonderdeel behoort tot de tweede fase in de leerlijn 'Identiteit in diversiteit' en volgt op het OPO 'Identiteit in diversiteit 1.1'.
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
OAK03A : Identiteit in diversiteit 2
OAK19A : HAO Identiteit in diversiteit 2
OAL21A : HAO Identiteit in diversiteit 2
OO3103 : Identiteit in diversiteit 2
OO3117 : Identiteit in diversiteit 2
OO3190 : Identiteit in diversiteit 2 (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
OWL16A : Identiteit in diversiteit 2
JPO0UY : Professionele identiteit 2
OO3136 : Identiteit in diversiteit 2 (binnenland) (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
OO3137 : Identiteit in diversiteit 2 (buitenland) (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. Identiteit in diversiteit 2 (B-ODISEE-OAL03a)




Inhoud
A. Leerlijn Identiteit in Diversiteit
De leerlijn Identiteit in Diversiteit (‘IID’) bestaat uit drie opleidingsonderdelen (‘OPO’), één in elke opleidingsfase (‘OF’). Elk OPO omvat drie studiepunten.
In Identiteit in Diversiteit 1.1 (1e OF) is de vraag “Wie ben ik (als persoon) in de superdiverse samenleving?” het uitgangspunt. We beogen dat de studenten leren stilstaan bij de eigen, persoonlijke identiteit en het eigen referentiekader en dat ze dit in vraag durven stellen. Daarnaast beogen we dat ze een correct begrippenkader hanteren en dat ze hun mens-, wereld- en godsbeeld kunnen verbreden zodat ze zicht en aandacht krijgen voor het veelzijdig karakter van diversiteit.
In Identiteit in Diversiteit 2 (2e OF) staat volgende vraag centraal: “Wie ben ik als leerkracht, als professional, als partner van ouders in de superdiverse samenleving?” We focussen met andere woorden op de professionele identiteit. Er wordt ook gereflecteerd over mogelijke spanningen of overeenkomsten tussen de persoonlijke identiteit en de professionele identiteit: Is wat ik persoonlijk relevant vind overeenkomstig met wat relevant is voor mijn beroep?
In Identiteit in Diversiteit 3 (3e OF) ligt de nadruk op de vraag: “Wie ben ik als leerkracht van een schoolteam, als lid van de onderwijsgemeenschap, de maatschappij in de superdiverse samenleving?” Studenten bekwamen zich om als lid van een schoolteam toekomstgericht na te denken over en te participeren aan diversiteitsbeleid op schoolniveau. Er wordt ingegaan op diverse thema’s. Een aantal van deze thema’s worden o.a. belicht vanuit het perspectief van de katholieke dialoogschool met het OKB. Ook wordt de student uitgedaagd om kritisch te reflecteren over en uiting te geven aan zijn persoonlijke en professionele identiteit. Bovendien onderzoekt hij de institutionele identiteit van een school met specifieke aandacht voor de levensbeschouwelijke communicatie over het identiteitsbeleid.
B. Opbouw Identiteit in Diversiteit 2 (E. Jansegers, J. Callaert en H. Deman)
In dit opleidingsonderdeel verwerven de studenten inzicht in complexe maatschappelijke thema's die de onderwijscontext beïnvloeden, in het omgaan met diversiteit en in mechanismen van achterstelling.
We laten ons inspireren door de onderwijsvorm Community Service Learning (CSL). Community Service Learning is een ervaringsgerichte onderwijsvorm die academische leerinhouden koppelt aan een maatschappelijk engagement en waarover studenten kritisch reflecteren (Cress, 2005; Eyler & Giles, 1999; Furco, 1996; Jacoby, 1996).
De focus ligt vooral op studieondersteuning aan leerlingen uit kwetsbare gezinnen van de derde graad van de lagere school die voldoen aan de SES-kenmerken. De studieondersteuning vindt plaats in het gezin van de leerling, zodat ook de ouders bij de studieondersteuning kunnen worden betrokken. Elke student (tutor) begeleidt minimum 12 keer één leerling (gezin). Drie van deze twaalf ondersteuningssessies kunnen (indien wenselijk) op school of online (bv. via Whatsapp) georganiseerd worden. Het betreft een een-op-eentutoring waarbij de tutoren een belangrijke voorbeeldfunctie opnemen t.a.v. de tutees en hun ouders. De studenten functioneren hierbij ook als schakel of brug tussen de ouders en de school.
Studieondersteuning is gericht op leren leren, taalstimulering, ouderbetrokkenheid en niet in de eerste plaats op het werken aan specifieke leertekorten. Dit sluit aan bij de basiscompetenties 'de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen', 'de leraar als inhoudelijk expert', 'de leraar als partner van ouders/verzorgers', 'de leraar als innovator en onderzoeker', 'de leraar als lid van een schoolteam'. De studenten houden rekening met de komende overgang naar het secundair onderwijs en proberen een hulp of ondersteuner te zijn bij het voorbereiden van deze overstap.
Daarnaast nemen de studenten deel aan verschillende vormingsmomenten waarbij verschillende thema’s aan bod komen passend in de leerlijn Identiteit in Diversiteit, alsook inzichten over leren leren, denkstimulering,... Ze zetten deze inzichten in tijdens hun studieondersteuning en bij de reflectie over hun innerlijk kompas en professionele identiteit. Ze nemen ook deel aan de Brusselmeerdaagse.
Gedurende het traject observeren de studenten twee keer in de klas van hun leerling en nemen ze deel aan twee reflectiegesprekken over het verloop van de studieondersteuning aan huis (E. Jansegers en J. Callaert) én over hun professionele identiteit (H. Deman).
Ten slotte werken ze een globaal eindverslag uit over hun ervaringen bij het verloop van deze CSL en over hun professionele identiteit. De basiscompetenties en de leervragen uit MyCompass kunnen hier als uitgangspunt worden genomen.
Studiemateriaal
https://studiemateriaal.odisee.be/publiek/OlaFiche.aspx?OID=22252
- Cursus op leeromgeving
- Aanvullende PPT's
- Aanvullende informatie op leeromgeving
Toelichting werkvorm
- Hoorcollege bijwonen over het opzet (CSL) en de werkvorm van dit OPO.
- Voorbereiding op het eerste contact met de school en het gezin.
- Zelfstandig doornemen van de cursus en ander leermateriaal op de leeromgeving.
- Twee halve observatiedagen in de klas van de SOS-leerling meevolgen en en de belangrijkste informatie verwerken in het globaal eindverslag.
- Minimum 12 sessies van ongeveer 70' effectieve studieondersteuning aan een leerling die voldoet aan minimum één van de SES-kenmerken in het gezin van de leerling en een kort gesprekje van ongeveer 10' voeren voor en na het moment van studieondersteuning met de ouders en ook met de leerling zelf. Drie van deze twaalf ondersteuningssessies kunnen (indien wenselijk) op school of online georganiseerd worden.
- De voorbereiding en het reflectieverslag uitwerken voor en na elke sessie SOS.
- Mailings onderhouden met de klasleerkracht en zorgleerkracht van de begeleide leerling en dit voor (voorbereiding SOS) en na elke sessie (over het verloop van de sessie SOS) studieondersteuning.
- Gesprek voeren met de ouders, directie, klasleerkracht, zorgleerkracht en eventueel ook het CLB van de begeleide leerling over het verloop van de sessies en de stappen die gezet zijn naar leren leren en met aandacht voor de nazorg van de leerlingen en ook de komende overstap naar het secundair onderwijs.
- Deelnemen aan colleges door diverse partners over thema's passend in de leerlijn Identiteit in Diversiteit en deze inzichten inzetten tijdens de studieondersteuning en bij de reflectie over hun innerlijk kompas en professionele identiteit.
- Deelnemen aan twee reflectiegesprekken over het verloop van de studieondersteuning aan huis en het innerlijk kompas en de professionele identiteit.
- Een globaal eindverslag uitwerken over hun ervaringen bij het verloop van deze community service learning én hun professionele identiteit. De basiscompetenties en de leervragen uit MyCompass kunnen hier als uitgangspunt worden genomen.
Evaluatieactiviteiten
Identiteit in diversiteit 2 (B-ODISEE-O70047)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
Er wordt een digitaal (gestructureerd) portfolio ingediend met alle voorbereidingen, verslagen, reflecties en verstuurde mails in het kader van dit OPO.
Opsomming gevraagde documenten:
- Inhoudsopgave
- Onderhouden mailings met de klasleerkracht en zorgleerkracht voor en na elke sessie SOS
- Logboeksjabloon SOS per sessie: inhoudelijke beschrijving van studieondersteuning per sessie (voorbereiding, uitvoering en reflectie), zowel voor de sessies aan huis als voor de digitale sessies.Uitwerken van een sessie waarbij de overgang naar het secundair onderwijs wordt aangekaart.
- Evaluatiedocumenten ingevuld door de school
- Persoonlijke leerdoelen (leren voor diversiteit)
- Globaal eindverslag
- Indien afwezig tijdens de Brusselmeerdaagse: vervangtaak
Wanneer 1 of meerdere opdrachten niet of niet tijdig ingediend worden kan de student niet slagen voor het OPO Identiteit in Diversiteit 2.
Wanneer 1 of meerdere sessies niet aantoonbaar uitgevoerd zijn kan de student niet slagen voor dit OPO Identiteit in Diversiteit 2.
Wanneer 1 of meerdere colleges of activiteiten over thema's aansluitend bij deze leerlijn en ingericht in het kader van dit OPO niet meegevolgd werden kan de student niet slagen voor het OPO Identiteit in Diversiteit 2.
Dit OPO is tolereerbaar.
Toelichting bij herkansen
Herkansen in EP3 is mogelijk, op voorwaarde dat alle sessies studieondersteuning werden uitgevoerd, de reflectiemomenten en alle vormingssessies werden meegevolgd doorheen het academiejaar.
Indien de student wil hernemen in EP3 moet hij zich inschrijven voor het feedbackmoment van EP2 bij de betrokken docenten. Tijdens dat moment wordt de opdracht voor EP3 besproken op maat van de student.
De student herneemt in EP3 alleen die onderdelen van het OPO waarvoor hij nog niet slaagde. Deelscores zijn beschikbaar bij de betrokken docent.
Bij een eventueel tekort voor het OPO na EP3, vervallen deze deelvrijstellingen binnen het OPO. Het volledige OPO moet m.a.w. opnieuw worden afgelegd in een volgend academiejaar.