R.K.-Godsdienst: Op ontdekkingstocht in het Nieuwe Testament (B-ODISEE-OPS46A)

Doelstellingen
Ik toon aan over inhoudelijke expertise van de verschillende leer- en vakgebieden te beschikken (basis).
Begintermen
De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.
Om dit opleidingsonderdeel in optimale omstandigheden aan te vatten, is het aangewezen dat de student beschikt over voldoende kennis en vaardigheden van het Nederlands
Plaats in het onderwijsaanbod
- Educatieve Bachelor voor secundair onderwijs (Dilbeek) (Rooms-Katholieke godsdienst) 180 sp.
- Educatieve bachelor voor secundair onderwijs - 1 onderwijsvak/2e diploma (Dilbeek) (Rooms-Katholieke godsdienst) 180 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. R.K.-Godsdienst: Op ontdekkingstocht in het Nieuwe Testament (B-ODISEE-OPS50a)




Inhoud
Dit opleidingsonderdeel is bedoeld om zich een basiskennis en begrip van het Nieuwe Testament eigen te maken, met nadruk op de historische en spirituele dimensie van de tekst.
Via de inleiding gaan we aan de slag met drie verschillende leessleutels.
In het eerste deel verdiepen we ons in het evangelie van Mattëus en meer bepaald de Bergrede.
In het tweede deel lezen we aan de hand van de narratieve methode het evangelie van Marcus.
In het derde deel verkennen we hoe het lezen van het Nieuw Testament (diverse) perspectieven geeft rond duurzaam (samen)leven.
Studiemateriaal
https://studiemateriaal.odisee.be/publiek/OlaFiche.aspx?OID=36096
Toelichting onderwijstaal
Nederlands
Toelichting werkvorm
Begeleide zelfstudie - Interactievormen - Oefeningen/opdrachten
Blended learning waarbij een combinatie gebruikt word van campusonderwijs en e-learning:
Hoorcollege, leergesprek, groepsgesprek, individuele en/of groepsbegeleiding.
Evaluatieactiviteiten
R.K.-Godsdienst: Op ontdekkingstocht in het Nieuwe Testament (B-ODISEE-O73876)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
Verdeelsleutel:
1. Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding: 80%
2. Opdrachten en presentatie: 20%
Toelichting
Het mondeling examen bestaat uit vier vragen:
- Vraag 1 uit het theoretische gedeelte van de cursus (20/70)
- Vraag 2 uit het theoretisch gedeelte van de cursus (20/70)
- Vraag 3 uit het theoretisch gedeelte van de cursus (20/70)
- Vraag 4 uit de te kennen Bijbelverhalen (10/70)
De schriftelijke voorbereiding dient enkel als een hulpmiddel voor de student. Bijkomende vragen kunnen gesteld worden om verder te peilen naar de grondigheid waarmee de student inzichten heeft verworven in gerelateerde of andere gedeelten van het studiemateriaal.
Opdrachten worden op voorhand ingediend (uitgeprint en via e-mail). - De beschrijving voor de opdrachten en de deadlines zijn te vinden op Toledo. Indien de opdracht niet tijdig ingediend is, krijgt de student een '0' voor de opdracht.
Plagiaat mogelijk maken (door bijvoorbeeld je opdracht (deels) door te geven aan een medestudent) heeft als gevolg dat je voor de desbetreffende opdracht je punt halveert. Plagiaat plegen (door bijvoorbeeld niet te refereren naar de gebruikte bron(nen)) of een (deel van de) paper over te nemen) heeft als gevolg dat je voor het OPO een 'F' behaalt.
Aandachtspunten en evaluatiecriteria
Het mondeling examen en de opdrachten beoordelen de mate waarin de student zich de basisbegrippen heeft eigen gemaakt en daarmee creatief en kritisch mee in het gesprek kan treden. Belangrijke kwaliteiten zijn: volledigheid, nauwkeurigheid, structuur, inzicht, verbanden kunnen leggen, kritische zin en de eigen positie kunnen beargumenteren.
Voorbeeld van examenvragen
- Voorbeeld van een vraag over Matteüs: Maak een synoptische bespreking van … (je krijgt een (on)geziene synoptische tekst) met aandacht voor bronnenonderzoek (a). Bespreek het verhaal van Mattheüs door gebruik te maken van jouw verworven kennis rond Mattheüs (b)
[doel: je kan de tweebronnentheorie toepassen op een (ongeziene) synoptische tekst + je kan een (ongeziene) tekst van Mattheus zinvol interpreteren door gebruik te maken van de inzichten van het opleidingsonderdeel]
- Voorbeeld van een vraag over Marcus: Volgens Van Oyen geeft een bepaalde manier van lezen van het Marcusevangelie aanleiding tot een middelpuntzoekende en middelpuntvliedende kracht. Wat bedoelt Van Oyen hiermee? Werk uit (a) Illustreer door gebruik te maken van het Marcus evangelie (b).
[doel: Je kan de narratieve methode die Van Oyen gebruikt toelichten en duidelijk maken aan de hand van voorbeelden]
- Voorbeeld van een vraag over Nieuw Testamentische verhalen: Vertel het verhaal van: ‘De bokken en de schapen’, ‘de Emmaüsgangers’ en ‘de werkers van het elfde uur’
[doel: enkele verhalen (lijst zie je op Toledo) ken je en kan je vlot vertellen]
Toelichting bij herkansen
Geen wijzigingen