Nederlands: Vakdidactiek 2 (B-ODISEE-OPS30B)

3 studiepuntenNederlands20 urenEerste semesterEerste semester
Vanoosthuyze Silvie (coördinator) |  Vanoosthuyze Silvie
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

Ik toon aan over vakdidactische expertise van de verschillende leer- en vakgebieden  te beschikken (niveau: doorgroei).

De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Nederlands: Vakdidactiek 2 (B-ODISEE-OPS30b)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College-opdracht20 urenEerste semesterEerste semester
Vanoosthuyze Silvie
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

Inleiding

Terugblik Vakidactiek 1

  • Doelen en inhouden van de les Nederlands
  • Basisprincipes van goed taal(vaardigheids)onderwijs
  • Een goede lesvoorbereiding
  • Gouden verwachtingen didactische stage tweede opleidingsfase

Vakdidactiek 2: taalbeschouwingsonderwijs

  • Wat is taalbeschouwing precies?  
  • Belang  
  • Doelen  
  • Termen en concepten: struikelblok? 
  • Basisprincipes  
  • Taalbeschouwingsles met de focus op taalgebruik en op taalsysteem: teksten  
  • Taalbeschouwingsles met de focus op taalsysteem: woordenschat  
  • Taalbeschouwingsles met de focus op taalsysteem: spelling  
  • Taalbeschouwingsles met de focus op taalsysteem: zins- en woordleer  
  • Toetsing

Opmerking: taalvaardigheidsonderwijs komt aan bod binnen het OPO Nederlands: vakdidactiek 3; literatuuronderwijs komt aan bod in het OPO Jeugdliteratuur (beide OPO's in het 2de semester van de 2de OF) 

Begeleide zelfstudie - Feedback - Oefeningen/opdrachten

De inhouden van Didactiek 2 worden in de vorm van blended learning aangeboden. Dit betekent dat een deel van de inhouden zelfstandig, ter voorbereiding van de contactmomenten, verwerkt moeten worden. De docent biedt hiervoor naast de cursus ook studiemateriaal aan via ULTRA (lesmodellen, extra informatieve teksten en praktijkvoorbeelden, PPT...). 

  • Voorbereiding lessen on campus: voorbereidende lectuur en/of website(s) verkennen  

Op  ULTRA vindt de student de planning van de lessen vakdidactiek 2 terug. In die planning is duidelijk te zien welk onderdeel van de cursus of van het handboek Voluit taal op voorhand doorgenomen en verwerkt moet worden en tegen welke datum. De student kan voor deze zelfstudie terugvallen op richtvragen bij de zelfstandige lectuur en concrete lesvoorbeelden. Via deze zelfstudie verkent de student de vakdidactische principes van goed taalbeschouwingsonderwijs. 

  • Lessen on campus 

Tijdens de contacturen krijgt de student vooreerst de kans om vragen bij de zelfstudie aan medestudenten en aan de docent voor te leggen. Daarnaast voorziet de docent enkele oefeningen op de theorie die op voorhand doorgenomen werd. Deze opdrachten worden meestal in overleg met medestudenten uitgevoerd. Driemaal krijgt de student een test voorgelegd om te peilen naar zijn/haar vakdidactisch inzicht. De testen (aangeboden via ULTRA) testen hetzelfde, maar krijgen een andere weging (10 - 20 - 70). De student krijgt op die manier de kans om op eigen tempo de leerstof onder de knie te krijgen. 

  • Online helpdesk (2x1u)

De student krijgt de opdracht om 2 lesvoorbereidintgen taalbeschouwing uit te werken. Afhankelijk van de graad, richting en het net waarin de student stage loopt tijdens het eerste semester , werkt hij/zij/die een les uit voor de 1ste dan wel 2de graad, dubbele finaliteit of doorstroomfinaliteit, het vrije dan wel officiële net (VVKSO of GO!). Het is nadrukkelijk de bedoeling de link te leggen met de concrete stagepraktijk.

Ook moet de student elk van zijn lessen laten nakijken door een medestudent om vanuit die feed forward de les aan te passen. Indien praktisch mogelijk (zie academische kalender en stagekalender) probeert de student de les uit en legt hij/zij zijn of haar les ook voor aan de mentor van de stageschool. Ook die opmerkingen verwerkt de student in de definitieve versie die aan de docenten ter beoordeling wordt voorgelegd.  Andere criteria voor deze opdracht staan beschreven in de cursus Vakidactiek 2, hoofdstuk 1.

Opmerking: wanneer een student geen stage loopt in de tweede opleidingsfase, dan werkt hij/zi:die fictieve lesvoorbereidingen uit. 

  • Opdrachten, buiten de contacturen
    • De student werkt twee lessen taalbeschouwing uit. (zie uitleg bij 'online helpdesk')
    • De student formuleert feed forward bij twee lessen van medestudenten en verwerkt in zijn eigen lesmodellen de verkregen opmerkingen en tips. 
    • De student becommentarieert een taalbeschouwingsles zoals te vinden op de een of andere leerkrachtensite (bv. Facebookgroep, bv. KlasCement, bv. bijdragen in het vaktijdschrift FONS….). In de reflectie op deze les inventariseert de student wat er goed, niet of minder goed aan is, formuleert hij/zij/die zo nodig alternatieven én gebruikt bij dit alles voldoende vaktaal;
    • De student werkt verder aan haar/zijn/hun verzameling primair lesmateriaal (zie ook al Vakidactiek 1). Hij/zij/die verzamelt minimaal 10 nieuwe teksten, tekstfragmenten (gesproken of geschreven)… die gebruikt kunnen worden in taalbeschouwingslessen. Net als in Vakidactiek 1 noteert de student er de juiste leerplandoelen bij en geeft hij wat uitleg over hoe het materiaal gebruikt kan worden. 
    • Werk voor bonuspunten: indien de student – naast het bovenstaande – nog andere initiatieven neemt om zijn kennis, vaardigheden en inzichten inzake zijn vakdidactisch handelen rond taalbeschouwingsonderwijs te vergroten, dan laadt hij/zij/die op via ULTRA. Ik denk bijvoorbeeld aan een bijscholing, een vakantiecursus, extra verdiepende lectuur…

Evaluatieactiviteiten

Nederlands: Vakdidactiek 2 (B-ODISEE-O74007)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Naslagwerk

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Formatieve evaluatie: 10 punten (0,5 SP)

De student krijgt driemaal de kans om te tonen dat hij/zij de vakdidactische principes inzake taalbeschouwingsonderwijs onder de knie heeft. Op 3 momenten voorziet de docent een online test met een stijgende wegingscoëfficiënt: 10, 20, 70.

Werkstukken: 50 punten (2,5 SP)

  • Lesmodellen  (2x 20 punten)                                      40 punten
    • 2 uitgewerkte lessen taalbeschouwing (met telkens een andere focus: spelling, woord-, zins- of tekstleer)
  • Kritische zin en leergierigheid (2 x 5 punten)             10 punten
    • kritische lectuur van een online te vinden lesmodel (bv. KlasCement, Facebookgroep...) vanuit de inzichten aangereikt tijdens de contacturen (correct vaktaalgebruik!) (5 ptn)
    • verzameling primair materiaal (= voortbouwend op de verzameling aangelegd voor Didactiek 1, maar minimaal 10 nieuwe items) (5 ptn)
    • extra, persoonlijke initiatief/-ven (zie 'bonuspunten'), in overleg met de docent
  • Bonuspunten: het cijfer voor de werkstukken wordt met maximaal 5 ptn (10%) verhoogd indien de student voor de kennis, inzichten en vaardigheden voor het OPO extra inspanningen leverde. Hoeveel punten de student krijgt, bepaalt de student samen met de docent tijdens een gezamenlijk afgesproken teams-overleg. 

Opmerkingen

  • Het niet of ten delen indienen van de werkstukken/opdrachten leidt automatisch tot een NA (niet afgelegd) voor dit OPO.
  • Het te laat indienen van de werkstukken/opdrachten vermindert het eindcijfer voor de werkstukken per opdracht met ca. 5% of -2,5 punt/opdracht.

Bij een onvoldoende voor het OPO...

  • werkt de student de opdrachten waarvoor hij een onvoldoende behaalde bij. Opdrachten waarvoor hij/zij een voldoende behaalde dient de student niet opnieuw uit te werken. 
    • bij een onvoldoende voor één of beide lesmodellen: de student werkt één of twee nieuwe lessen uit, vertrekkend van de lesonderwerpen die hij/zij/die in de loop van het jaar van een van zijn stagementoren kreeg;
    • bij een onvoldoende voor een van de andere opdrachten de student werkt de opdracht bij (= her- of afwerken) i.p.v. opnieuw zoals bij de lesmodellen
      • en/of
    • werkt de studenten de opdrachten die hij/zij/die niet inleverde af.
      • en/of
    • legt hij/zij/die een nieuwe test af die peilt naar vakdidactisch inzicht (= via ULTRA, weging 100).