R.K.-Godsdienst: Levensbeschouwelijke vragen in de samenleving 1 (B-ODISEE-OPS30A)

3 studiepuntenNederlands22 urenTweede semesterTweede semester
Vanspeybroeck Kris (coördinator) |  Vanspeybroeck Kris
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

Ik toon aan over inhoudelijke expertise van de verschillende leer- en vakgebieden te beschikken (basis).

De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.

Om dit opleidingsonderdeel in optimale omstandigheden aan te vatten, is het aangewezen dat de student beschikt over voldoende kennis en vaardigheden van het Nederlands.

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. R.K.-Godsdienst: Levensbeschouwelijke vragen in de samenleving 1 (B-ODISEE-OPS31a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College-opdracht22 urenTweede semesterTweede semester
Vanspeybroeck Kris
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

Doel: Kennismaken met godsdienstpsychologische perspectieven rond levensbeschouwelijke ontwikkeling van leerlingen en een godsdienstsociologische verkenning van de samenleving

We maken kennis met diverse perspectieven rond de ethische en levensbeschouwelijke ontwikkeling van leerlingen.

We gaan aan de slag met een aantal vragen rondom de betekenis van godsdienst in onze samenleving. Op welke wijze kan godsdienst waarde hebben in het leren luisteren naar en omgaan met maatschappelijke vraagstukken waarmee wij in de klas te maken hebben?

Vanuit de levensbeschouwelijke vragen van mens en samenleving formuleren we ambities voor het vak godsdienst en zoeken we naar handelingsperspectieven vanuit het vak godsdienst. We maken in deze context kennis met de ‘inner development goals’ of transformerende vaardigheden.

Nederlands

Blended learning waarbij een combinatie gebruikt word van campusonderwijs en e-learning:

Hoorcollege, leergesprek, groepsgesprek, individuele en/of groepsbegeleiding.

Evaluatieactiviteiten

R.K.-Godsdienst: Levensbeschouwelijke vragen in de samenleving 1 (B-ODISEE-O73786)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Verdeelsleutel:

1. Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding: 80%

2. Opdrachten en presentatie: 20%

Toelichting

1. Het mondeling examen bestaat uit vier vragen:

  • Vraag 1 uit het theoretische gedeelte van de cursus (20/70)
  • Vraag 2 uit het theoretisch gedeelte van de cursus (20/70)
  • Vraag 3 uit het theoretisch gedeelte van de cursus (20/70)
  • Vraag 4 open boek vraag gebruik makende van het boek van Hartmut Rosa (10/70)

De schriftelijke voorbereiding dient enkel als een hulpmiddel voor de student. Bijkomende vragen kunnen gesteld worden om verder te peilen naar de grondigheid waarmee de student inzichten heeft verworven in gerelateerde of andere gedeelten van het studiemateriaal.

2. Opdrachten worden op voorhand ingediend (uitgeprint en via e-mail). - De beschrijving voor de opdrachten en de deadlines zijn te vinden op Toledo. Indien de opdracht niet tijdig ingediend is, krijgt de student een '0' voor de opdracht.

Plagiaat mogelijk maken (door bijvoorbeeld je opdracht (deels) door te geven aan een medestudent) heeft als gevolg dat je voor de desbetreffende opdracht je punt halveert. Plagiaat plegen (door bijvoorbeeld niet te refereren naar de gebruikte bron(nen)) of een (deel van de) paper over te nemen) heeft als gevolg dat je voor het OPO een 'F' behaalt. 

Aandachtspunten en evaluatiecriteria

Het mondeling examen en de opdrachten beoordelen de mate waarin de student zich de basisbegrippen heeft eigen gemaakt en daarmee creatief en kritisch mee in het gesprek kan treden. Belangrijke kwaliteiten zijn: volledigheid, nauwkeurigheid, structuur, inzicht, verbanden kunnen leggen, kritische zin en de eigen positie kunnen beargumenteren.

Voorbeelden van examenvraag

Lees het Essay van Ilja Leonard Pfeijffer ‘Waarom we niet meer geloven in een optimistisch toekomstbeeld’ (Je krijgt deze tekst!).

Welke van de vijf levensbeschouwelijke vragen in de samenleving die we bespraken in het opleidingsonderdeel vind je terug bij Pfeijffer? Leg de levensbeschouwelijke vraag/vragen die je herkent uit met je eigen woorden (a) Welke overeenkomsten zie je? Motiveer? (b) Zie je ook verschillen? Motiveer (c) Wat zijn de transformerende vaardigheden en welke betekenis kunnen deze transformerende vaardigheden spelen in het omgaan met de levensbeschouwelijke vragen die jij detecteerde in het artikel van Pfeijffer (d)?

[doel: het herkennen en benoemen van levensbeschouwelijke vragen in de samenleving door gebruik te maken van de hoofdbronnen + het kennen en perspectieven zien voor het aanwenden van de transformerende vaardigheden in de context van levensbeschouwelijke vragen in de samenleving]

Geen wijzigingen