Nederlands: Verhaalanalyse (B-ODISEE-OPS27A)

Doelstellingen
Ik toon aan over inhoudelijke expertise van de verschillende leer- en vakgebieden te beschikken (niveau: basis).
Begintermen
De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.
Plaats in het onderwijsaanbod
- Educatieve Bachelor voor secundair onderwijs (Dilbeek) (Nederlands) 180 sp.
- Educatieve bachelor voor secundair onderwijs - 1 onderwijsvak/2e diploma (Dilbeek) (Nederlands) 180 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. Nederlands: Verhaalanalyse (B-ODISEE-OPS27a)




Inhoud
Inleiding
Toetsdoelen en opdrachten van het OPO
Beginsituatie
- literaire competentie
- voorkennis
Begrippenkaders
- Literaire genres
- Narratologie en verhaalanalyse
- Literatuurwetenschappen
- Soorten verhalende teksten
Enkele belangrijke tendensen in het Nederlandstalige proza vanaf de 19de eeuw (opkomst van de roman)
Structurele verhaalaspecten van naderbij bekeken
- Verteller en focalisator
- Personages
- Motieven en thematiek
- Tijd
- Ruimte
- Spanningsopbouw
Andere belangrijke aspecten i.f.v. een grondige interpretatie
- Context
- Titel en motto
- Intertekstualiteit
- Lege plekken
- Poëtisch taalgebruik of literaire stijl
Toelichting werkvorm
Begeleide zelfstudie - Oefeningen/opdrachten
Tijdens de colleges
- Onderwijsleergesprekken: inhouden waarvoor de student(e) niet kan terugvallen op voorkennis, brengt de lector zelf aan.
- Individuele en groepsopdrachten: inhouden waarvoor de student(e) kan terugvallen op zijn kennis, inzichten en vaardigheden uit het secundair onderwijs verkent hij/zij via gerichte opdrachten bij de door de lector geselecteerde tekstfragmenten. De opdrachten staan vermeld in de cursus.
Dit geldt niet voor een student met een examencontract. Hij/zij kan terugvallen op het studiemateriaal op ULTRA.
Buiten de college-uren
- Lectuuropdrachten ter voorbereiding van de colleges: tegen elke les leest de student een door de docent geselecteerd kortverhaal of een fragment uit een Nederlandstalige roman. Welk verhaal of fragment precies gelezen moet worden, is terug te vinden in de planning op ULTRA. Ook neemt de student ter voorbereiding van de les over poëtisch taalgebruik en beeldspraak de hoofdstukken 3 en 7 uit het handboek Literair mechaniek door.
- Leesportfolio uitwerken als bewijs van verwerking van de leerstof. Het LPF bestaat uit:
- een uitgeschreven start- en tussentijdse balans van de eigen literaire competentie (vanuit de definitie van dit begrip én vanuit de leesniveaus voor de bovenbouw zoals beschreven door Theo Witte);
- een eerste leesdossier (rond een oorspronkelijk Nederlandstalig volwassen boek van na 1980). Een leesdossier bestaat uit: achtergrondinformatie, een beknopte samenvatting van de gelezen roman, een professionele recensie en eigen reactie erop, een ervaringsverslag, de analyse van 3 structurele aspecten (waaronder zeker de vertelinstantie) en één creatieve verwerkingsopdracht naar keuze.
- keuzeopdracht
- een 2de leesdossier (samenvatting + analyse van 3 structurele aspecten waaronder zeker de vertelinstantie + 1 creatieve verwerkingsopdracht (verschillend van de opdrach voor boek 1)
- OF
- kopies en notities zoals verzameld tijdens de online samen lezensessies (= vrije keuze)
- eventueel: werk voor bonuspunten.
Idem voor een student met een examencontract.
- Lectuur- en studieopdracht ter voorbereiding van het examen: de student studeert de inhouden zoals aangeboden in de cursus Literatuur 1: Verhaalanalyse; deel II (H. 3 en 7) en deel III van het handboek Literair mechaniek. Inleiding tot de analyse van verhalen en gedichten. .
Idem voor een student met een examencontract
Evaluatieactiviteiten
Nederlands: Verhaalanalyse (B-ODISEE-O73783)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
Schriftelijk examen: 2 SP (40 ptn)
Op het examen worden behalve enkele kennisvragen (waaronder vaktermen), vooral toepassingsvragen gesteld. De student krijgt een kortverhaal waarvan hij/zij/die de narratieve bouwstenen moet analyseren en interpreteren.
Leesportfolio: 1 SP (20 ptn)
- 1ste leesdossier (rond een persoonlijke gekozen boek, maar vanuit criteria van de docent): 15 punten
- 2de (beperkter) leesdossier OF deelname aan de 6 samen-leessessies: 5 punten
- Start- en tussentijdse balans literaire competentie: beoordelingsvrij, maar indien niet of te laat ingediend wordt het eindcijfer verlaagd met 1 punt
- Leesdagboekje (van alle persoonlijke lectuur, Nederlands- en anderstalig)
Bonuspunten (of: optioneel): het eindcijfer van het portfolio wordt met maximaal 10% verhoogd (van het cijfer gereserveerd voor het LPF, dus maximaal +2,5 punten) indien de student een boektopper van de A-reeks (Van In, Boektoppers eerste graad 2024-2025) leest en een grondige analyse maakt van minstens 1 opvallend structureel aspect naast de vertelinstantie.
Daarnaast toont de student aan dat hij over het boek en zijn/haar/hun lectuur ervan in dialoog is gegaan met medelezers (via een blog of via een reactie op www.boekenzoeker.org) en/of met de auteur (bv. via Facebook, via een mail...).
Belangrijke opmerkingen
(NA) Het niet indienen van (een te beoordelen onderdeel van) het LPF betekent automatisch een NA (niet afgelegd) voor dit OPO.
(NA) Het niet volgen van een van de 6 leessessies (indien de student daarvoor koos) betekent automatisch een NA voor dit OPO.
(puntenverlies) Het te laat of niet indienen van (een van) de beoordelingsvrije opdrachten van het LPF betekent een vermindering 1 punt per te laat of niet ingeleverde opdracht.
Toelichting bij herkansen
Bij een onvoldoende of NA voor Nederlands: Verhaalanalyse: studenten hernemen énkel die onderdelen waarvoor ze een onvoldoende behaalden.
Concreet:
- Studenten die een voldoende behaalden voor het schriftelijk examen, maar een onvoldoende voor het leesportfolio herwerken enkel het leesportfolio. Voor het portfolio wordt één nieuw, uitgebreid leesdossier gemaakt, vanuit de lectuur van een ander boek. Keuzecriteria blijven dezelfde. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de student de opmerkingen bij eerder beoordeelde opdrachten (m.b.t. taalgebruik, diepgang, leesniveau...) meegenomen worden in de uitwerking van het nieuwe leesdossier.
- Studenten die een onvoldoende behaalden voor het schriftelijk examen, maar een voldoende voor het LPF, moeten enkel het schriftelijk examen opnieuw afleggen.
- Studenten die een onvoldoende behaalden voor het schriftelijk examen én de opdrachten, leggen alles opnieuw af: schriftelijk examen en LPF (zie uitleg bij het eerste punt hierboven)
- Studenten die het LPF niet indienden of niet aanwezig waren op de 6 leessessies (en daardoor NA kregen), maar die een voldoende behaalden voor het schriftelijk examen, dienen ofwel het volledige LPF in of werken een beperkt leesdossier uit ter vervanging van de gemiste leessessie(s) al naargelang de resultaten tijdens de eerste zittijd.
- Evaluatiecriteria voor de opdrachten blijven dezelfde als tijdens de eerste zittijd. De puntenverdeling voor het leesportfolio wordt wel aangepast: het nieuwe leesdossier wordt beoordeeld op /20 (i.p.v. op /15) aangezien er maar één leesdossier gemaakt moet worden.