Toelichting

• Het schriftelijk examen in juni evalueert grammatica- en woordenschatkennis via gesloten en meerkeuzevragen,en lees- en schrijfvaardigheid via gesloten en open vragen. Leesvaardigheid wordt geëvalueerd aan de hand van een ongeziene tekst (ca. 1000 woorden, non-fictie, actualiteitsgericht, verband houdende met de besproken thema's). Schrijfvaardigheid  wordt geëvalueerd aan de hand van een schrijfopdracht (een review 400 woorden van een vooraf gelezen roman) waarbij studenten gebruik mogen maken van computer en notities.
• Woordenschatkennis wordt getest door middel van drie tussentijdse testen. Deelname aan deze toetsen is verplicht. De student(e) krijgt score nul voor de toetsen waaraan hij niet heeft deelgenomen. De testen kunnen enkel worden ingehaald bij gewettigde afwezigheid. Vanaf een gemiddelde score van 60% worden studenten vrijgesteld van het woordenschatdeel van het schriftelijke examen. Indien de student niet is vrijgesteld van dit gedeelte telt de score die gemiddeld behaald werd op de tussentijdse woordenschattoetsen en de examentoets.
• Schrijfvaardigheid wordt  -naast het schriftelijke examen-  geëvalueerd door middel van een review. (Permanente evaluatie, met aandacht voor proces en product, en peer-evaluatie)
• Literatuur: Waarneming, verbeelding, conceptualisering en analyse van de gelezen romans worden geëvalueerd door middel van een presentatie die verslag uitbrengt van onderzoeksactiviteiten rond een van de te lezen romans en studenten betrekt in activiteiten met betrekking tot die roman en een creatieve voorstelling van de andere te lezen roman.
• Cultuur: Studenten bereiden opdrachten voor.

• grammaticakennis (schriftelijke examen): 30%
• woordenschatkennis (tussentijdse toetsen en/of examen): 15%
• Leesvaardigheid (schriftelijke examen): 12%
• Schrijfvaardigheid (schriftelijk examen): 8%
• Schrijfvaardigheid (permanente evaluatie): 10%
• presentatie: 10%
• Spreekactiviteiten (debatten): 5%
• British art and civilization: report and presentation: 10 %

Belangrijke opmerking!

Er wordt automatisch een zware onvoldoende (7 of minder) toegekend voor het geheel van dit pleidingsonderdeel in de volgende gevallen: de student(e) haalt een nul voor één van de genoemde onderdelen (essay, presentatie, woordenschat, grammaticaexamen, lees-en schrijfexamen) OF de student(e) haalt een zware onvoldoende (7 of minder) voor twee van deze genoemde onderdelen OF de student(e) haalt een onvoldoende (8 of 9) voor drie van deze genoemde onderdelen.

Toelichting bij herkansen

Het schriftelijke examen bestaat uit een grammaticaexamen, een woordenschatexamen, een leesexamen en een schrijfexamen. Hier gelden dezelfde modaliteiten als in de eerste zittijd. Studenten met een score van minstens 60% op woordenschat worden vrijgesteld van het woordenschatexamen. Studenten met een score van minstens 50ù op grammatica, lees- of schrijfvaardigheid worden vrijgesteld van die respectievelijke onderdelen.

De student dient ook een review van een van de romans, gelezen voor het OPO Engels: Cultuur, met minstens twee bronvermeldingen. Studenten met een score van minstens 10/20 in de eerste zittijd voor de reviewopdracht worden hiervoor vrijgesteld in de tweede zittijd.

In de tweede examenperiode is er een mondeling gedeelte waarvoor de student vooraf een presentatie (20') voorbereidt over de Britse identiteit of over de gelezen roman. Die keuze wordt in overleg met de docent vastgelegd. Indien de student slaagde voor dit onderdeel in de eerste zittijd, wordt het cijfer overgenomen naar de tweede zittijd en verrekend in het nieuwe eindcijfer van het opleidingsonderdeel.

Andere opdrachten worden herwerkt, in overleg met de docent.

Er wordt automatisch een zware onvoldoende (7 of minder) toegekend voor het geheel van dit opleidingsonderdeel in de volgende gevallen: de student(e) haalt een nul voor één van de genoemde onderdelen (review, woordenschat, grammaticaexamen, lees-en schrijfexamen) OF de student(e) haalt een zware