Lichamelijke Opvoeding: Individuele en interactieve bewegingsdomeinen 5 (B-ODISEE-OPS03A)

3 studiepuntenNederlands77 urenEerste semesterEerste semester
Thijs Bart (coördinator) |  Diels Rudi |  Rousseaux Emile |  Thijs Bart |  Wyckmans Petra
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

Ik toon aan over inhoudelijke expertise van de verschillende leer- en vakgebieden te beschikken (niveau: gevorderd).

 

 

 

 

 

 

De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in het onderwijs- en examenreglement.

Onderwijsleeractiviteiten

1.5 sp. Individuele bewegingsdomeinen 5 (B-ODISEE-OPS03a)

1.5 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum44 urenEerste semesterEerste semester
Diels Rudi |  Rousseaux Emile |  Thijs Bart |  Wyckmans Petra
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

Atletiek:

De student geeft door middel van microteaching een atletiekles.

De opdrachten en de inhouden worden door de docent bepaald.

De les zal gericht zijn op het thema: "atletiek op maat" (met o.a. lessen in functie van het lager onderwijs, werken met aangepast materiaal ...)

De student moet hierbij ook extra aandacht hebben voor de demonstratie van de verschillende disciplines.

De student moet hierbij ook extra aandacht hebben voor de kennis van de verschillende disciplines.

Dans:

Percussiemotie (bodypercussie, percussie met PET-flessen, metserskuipen en stokken, ...)
Conditionele oefenvormen op muziek (rope skipping, step aërobics, aërobics, basis break dance...) met doorschuifsysteem
New line dance

Dans voor senioren.

G-dans

                     

Gymnastiek:

1. De studenten krijgen een oefening aangeboden die ze op het einde van het eerste semester zullen moeten tonen.  Deze oefeningen (vloer en balk of brug) zijn samengesteld uit elementen die ze in het eerste en tweede jaar reeds aangeleerd kregen en enkele nieuwe (vooral verbindings-) elementen. 

2. De studenten geven les in team volgens een thema dat hen bij de start van het academiejaar wordt aangeboden.  Het draait hier voornamelijk rond de methodische opbouw van een turnelement of freerunning in functie van een specifieke doelgroep binnen het onderwijs.

Zwemmen:

Praktijk:
De studenten maken kennis met enkele recreatieve zwemvormen.  De studenten geven les in team volgens een thema dat hen bij de start van het academiejaar wordt aangeboden.  De thema's zijn o.a. overlevingszwemmen, synchroonzwemmen, waterpolo, aquagym voor senioren, zwangere vrouwen en ifv revalidatie van blessures.

De student werkt aan zijn uithouding in functie van een fitte en gezonde levensstijl.

Hoger Redder:
De studenten volgen de cursus Hoger Redder.

 

 

https://studiemateriaal.odisee.be/publiek/OlaFiche.aspx?OID=23394

 

Atletiek:

Methodiek Atletiek: microteaching - opdrachten - hoorcollege

Dans:

Leraargestuurd (aanleren van de basispassen, choreo, ...)
Zelfstandig werken via taakkaarten (leerling gestuurde onderwijsmethode)

Gymnastiek:

Elke turnbeweging wordt methodisch opgebouwd zoals deze kan worden gegeven in het onderwijs.  De student zal, mits voldoende oefening tijdens en buiten de lessen, daarna in staat zijn om de vereisten van de oefening in een demonstratie te tonen.

Voor de methodische opbouw wordt klassikaal gewerkt.  Het oefenen van de bewegingen/oefening gebeurt zelfstandig of in kleine groepjes met feedback en bijsturing van de leerkracht en eventueel het gebruik van video analyse.

Voor de opdracht werken de studenten in groepjes van 2 tot 3 studenten.   Zij stellen een lesplan samen, geven de opdracht en bespreken dit samen met de docent en medestudenten.

50% van de tijd zal besteed worden aan het oefenen van de examenreeks en 50% wordt besteed aan het lesgeven.

Zwemmen:

Praktijk:
groepswerk: micro-teaching

Werken aan uithouding
Hoger Redder
individuele werkvorm: opdracht (avond-cursus)

1.5 sp. Interactieve bewegingsdomeinen 5 (B-ODISEE-OPS98z)

1.5 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum33 urenEerste semesterEerste semester
Rousseaux Emile
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

- Wat zijn de basisvoorwaarden om allerlei specifieke bewegingen optimaal te kunnen uitvoeren?

- Bewegingsopvoeding voor kleuters: vrije spontane motorische ontwikkeling (vb. de bewegingsschool)

- Opdracht: bewegingsschool (12u). De studenten hebben een avtieve rol in het veilig en gedifferentieerd opbouwen van een bewegingslandschap voor kleuters in de bewegingsschool Achilles-Grimbergen. Aansluitend observeren zij op actieve wijze de bewegende kleuters in het bewegingslandschap.  Bij deze moeten zij 35 situaties selecteren op basis van het BESS-concept waarbij de motoriek van de kinderen extra geprikkels wordt.

Vb.  Een kind klimt op een wandrek (= observatie door de student).  De student zoek nadien (door creatief met bewegingen en materiaal om te gaan) andere bewegingsmogelijkheden die het kind op een spontane wijze stimuleren om binnen dit aspect van BESS verder te ontwikkelen. In dit voorbeeld: de student brengt hoepels aan aan het wandrek en de kleuter legt het parcours af door te klimmen en ondertussen door de hoepels te gaan. (= Shape, van vorm veranderen want moet zich klein maken en Body (pull, want dient zich te buigen en dus de gewrichten te plooien).

De student maakt 35 kijkwijzers. 20 omtrent BESS (rationele benadering) en 15 met als doel de motivatie (motivationeel-emotionele benadering) van het kind om een opdracht uit te voeren te verhogen. Vb. kind gaat klimmen omdat er op het einde een belletje hangt dat met het hoofd aangeraakt kan worden).  Op deze manier wordt ook rekening gehouden met het motivationele aspect van bewegen.

- De 4 stappen in de balvaardigheidsontwikkeling van kinderen worden geïllustreerd.  We bespreken de piramide in functie van gezondheid, psychomotorische en atletische beschikbaarheid en de sportspecifieke ontwikkeling. Er wordt aandacht besteed aan de 'ecologie' avn het balsportonderwijs in Vlaanderen.

We leren de berokkenheid van leerlingen verhogen, via aangepaste spelvormen en differentiatie binnen balsportonderwijs.

https://studiemateriaal.odisee.be/publiek/OlaFiche.aspx?OID=23395

 

Er wordt deels gedoceerd in een klas en/of praktijklokaal voor theoretische/praktische aspecten, met videobeelden ter illustratie en/of verduidelijking als voorbereiding op de opgegeven taken.

Evaluatieactiviteiten

Individuele en interactieve bewegingsdomeinen 5 (B-ODISEE-O70474)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Naslagwerk

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal
OPS03a - Individuele bewegingsdomeinen 51-20/20 puntenschaal
OPS98z - Interactieve bewegingsdomeinen 51-20/20 puntenschaal

INDIVIDUELE SPORTEN

Atletiek III

De student wordt via opdrachten permanent geëvalueerd: periodeplanning, lesopbouw, lesgeven, techniek en prestatie


Dans III

1) Groepsevaluatie, zelfevaluatie en partnerevaluatie bij de verschillende opdrachten (new line dance, dans met PET-flessen, body drum, disco rock...) door de studenten.

2) Permanente evaluatie door de docent

Permanente evaluatie houdt in:

- aanwezig zijn in alle lessen !!                                       

- actieve en constructieve deelname in de les (leraargestuurde lessen)

- creatieve en actieve deelname aan de zelfstandige opdrachten (leerling gestuurd)                                           

- de choreografie uitvoeren in het ritme van de muziek

100% verplichte en constructieve aanwezigheid!!!

Studenten die 1x of meer gewettigd afwezig zijn door kwetsuur, ziekte, ....  hebben een vervangopdracht. De eindscore is het rekenkundig gemiddelde van alle permanente (door de leraar) , groeps-,  partner- en zelf evaluaties (door de studenten).        

Studenten die meer dan 1x ongewettigd afwezig zijn: NA! Geen vervangopdracht mogelijk.

 

Toestelturnen III

Technische vaardigheden: Er wordt een praktijkexamen voorzien op het einde van de lessenreeks.  De student toont de twee oefencombinaties.  Hiervan wordt het gemiddelde berekend.  Indien de student één van de bonuselementen kan tonen krijgt hij of zij een punt extra bij op het gemiddelde van het praktijkcijfer. Bonuselementen zijn: touwklimmen tussen twee touwen op en neer zonder voeten of benen te gebruiken, brug voor of rugwaarts.  Alle bonuselementen kunnen uitgevoerd worden door zowel heren als dames. 

Methodisch en didactische vaardigheden: Hiernaast zal elke student in teamteaching een thema krijgen dat hij/zij uitwerkt en voorstelt aan de collegastudenten.  De student kan volgende scores bekomen: -1, 0, +1 op het eindcijfer van het vak gymnastiek.

Demonstratieve vaardigheden: Studenten moeten 5 gymnastische bewegingen (uit 1ste, 2de en 3de jaar BaSo-LO) kunnen demonstreren op het niveau van leerlingen van lager en secundair onderwijs.  Elke beweging staat op 0, 1 of 2 punten.  De som van deze 5 wordt vermenigvuldigd met 2 en dit is de eindscore op demonstratieve vaardigheden.

Eindscore toestelturnen: technische vaardigheden= 70% + Demo vaardigheden= 30%  + score Methodische en didactische vaardigheden.   = Eindscore gymnastiek

Aanwezigheid: 100% actieve en constructieve deelname is vereist! Elke afwezigheid moet geduid en gecompenseerd worden. De student(e) neemt zelf, zo snel mogelijk, contact op met de docent om te bespreken op welke wijze compensatie mogelijk is. Het NIET compenseren leidt tot een ND voor dit deel.

 

Zwemmen III

1. De studenten zullen telkens een didactische les voorbereiden per 2 en deze telkens geven aan een groep medestudenten.

- lesplan + lesgeven op 20ptn

2. De student zal 15' ononderbroken crawl zwemmen met tuimel keerpunt. (20ptn)

- 15' crawl met tuimelkeerpunt = 20/20

- 15' crawl zonder tuimelkeerpunt = 13/20

- meer dan 10' crawl met tuimelkeerpunt = 10'20

- meer dan 10' crawl zonder tuimelkeerpunt = 8/20

- minder dan 10' crawl met tuimelkeerpunt = 6/20

- minder dan 10' crawl zonder tuimelkeerpunt = 4/10

- minder dan 8' = NA

3. Hoger Redder (20ptn)
-niet gevolgd = NA
-gevolgd en geen examens afgelegd = 3/20

- gevolgd en examens afgelegd maar niet geslaagd = 5/20

- Basisredder = 7/20
- geslaagd voor Hoger Redder = 20/20

Het eindpunt is het rekenkundig gemiddelde van de didactiek, praktijk en Hoger Redder.

 

TOTAALRESULTAAT OLA Individuele bewegingsdomeinen III:  

Bepaling eindpunt van het OLA: TT, ATL, DANS, ZWEMMEN. Telkens een punt op 20.

Indien nergens een tekort: rekenkundig gemiddelde. Vb. Toestelturnen: 13/20, Atletiek: 10/20, Dans: 12/20, Zwemmen 14/20 = 12/20

Indien één of meerdere tekorten: kijken of compensatie mogelijk is: elk negatief punt kan gecompenseerd worden met 2 positieve punten om zo tot een 10/20 te komen.  Enkel dan is compensatie mogelijk.

Situatie 1: Er zijn na compensatie geen buispunten meer: rekenkundig gemiddelde van de punten na de compensatie. Vb. Toestelturnen: 13/20, Atletiek: 8/20, Dans: 9/20, Zwemmen: 14/20. De 7 positieve punten, zijn voldoende om de 3 negatieve punten te compenseren. Toestelturnen wordt 11/20, Atletiek wordt 10/20, Dans wordt 10/20, Zwemmen wordt 10/20 = 10,25 = 10/20

Situatie 2: Compensatie is niet mogelijk: het eindpunt op het OLA wordt het laagste punt. Vb. Toestelturnen: 11/20, Atletiek: 8/20, Dans: 9/20, Zwemmen 14/20  De 5 positieve punten, zijn onvoldoende om de 3 negatieve punten te compenseren. Het eindpunt op het OLA wordt in dit geval 8/20.

Indien de student dit OLA dient te hernemen dan wordt elke sport waarop 10 of meer gehaald werd vrijgesteld. In het voorbeeld hierboven dient de student dans en atletiek te hernemen, de punten van zwemmen (14/20) en toestelturnen (11/20) blijven behouden.

 

INTERACTIEVE SPORTEN

1. OLA Balsporten III

 Het eindpunt van het OLA wordt samengesteld uit:

- 20% actieve aanwezigheid en participatie in de les

- 20% demotesten

- 60% permanente evaluatie door het, in kleine groep, analyseren en bespreken van videobeelden, in verband met de geziene thema's tjdens de praktijklessen.

2. OLA Basis LO III

Permanente evaluatie en schriftelijk examen tijdens de praktijklessen.

50% van de punten: schriftelijk permanente evaluatie
50% van de punten: groepswerk en opdracht in de Bewegingsschool (inbegrepen verslag)
Pemanente evaluatie: in verband met attitude (gebrek aan inzet, gebrek aan stiptheid, storend gedrag). Het niet bijwonen van de lessen (-2 punten per les op het eindpunt), gebrek aan stiptheid (ook voor de opdracht; - 2 punten per les op het eindpunt), storend gedrag, gebrek aan inzet worden eveneens verrekend in het eindpunt (van + 2 tot - 15 punten).

Bepaling van het eindpunt van het OLA basis LO en balsporten:

Balsporten (eindpunt op 40, dubbel gewicht op basis van de CU), Basis LO (eindpunt op 20)

Indien nergens een tekort: gewogen rekenkundig gemiddelde. Vb. Balsporten 34/40 en Basis LO 10/20 = 44/60 = 14,6 = 15/20

Indien één of meerdere tekorten: kijken of compensatie mogelijk is: elk negatief punt kan gecompenseerd worden met 2 positieve punten om zo tot een 10/20 te komen. Enkel dan is compensatie mogelijk. 

Situatie 1: er zijn na compensatie geen buispunten meer: het eindpunt op het OLA is het rekenkundig gemiddelde van de punten na de compensatie. Vb. Balsporten 28/40 en Basis LO 8/20. De 2 negatieve punten van basis LO kunnen gecompenseerd worden met 4 positieve punten van balsporten. Balsporten wordt dan 24/40 en basis LO 10/20, het eindpunt wordt 34/60 = 11,3/20 = 11/20

Situatie 2: compensatie is niet mogelijk: het eindpunt op het OLA wordt het laagste punt. Vb. Balsporten 28/40 en Basis LO 5/20. De 5 negatieve punten van basis LO kunnen niet gecompenseerd worden met de 8 positieve van balsporten. Het eindpunt wordt dan het laagste punt, in dit geval 5/20

Indien de student dit OLA dient te hernemen dan wordt elke sport waarop 10 of meer gehaald werd vrijgesteld.

BEPALING EINDPUNT OPO INDIVIDUELE EN INTERACTIEVE SPORTEN

Eindpunt van het OPO wordt bepaald door het gewogen gemiddelde van de OLA’s en dit op basis van de studiepunten.
Wanneer men op één OLA een 7 of minder haalt, krijgt het OPO het laagste punt. Deeloverdrachten: een voldoende behaald op een OLA blijft binnen éénzelfde en tussen verschillende academiejaren behouden. Indien de student een 10 of meer haalt op het eindpunt van één van de sporten (atletiek, toestelturnen, zwemmen, dans, basis LO, balsporten) binnen een OLA ook dan blijft het punt behouden binnen éénzelfde en tussen verschillende academiejaren. Studenten die sommige sporten opnieuw dienen te doen en anderen niet (10 of meer op die sport), nemen contact op met de docent voor een aangepaste ECTS-fiche.

Studenten met een examencontract: studenten met een examencontract nemen contact op met de verantwoordelijke van het OPO voor een aangepaste ECTS-fiche.

Binnen dit opleidingsonderdeel zijn er deeloverdrachten bij een geslaagd deelresultaat:

  • OPS03a - Individuele bewegingsdomeinen 5 (binnen en over academiejaar)
  • OPS98z - Interactieve bewegingsdomeinen 5 (binnen en over academiejaar)

De student neemt contact op met de docent die het vak geeft.