Bewegingsrecreatie: Sportbeleid 2 (B-ODISEE-OO3198)

3 studiepuntenNederlands30 urenTweede semesterTweede semester
Diels Rudi (coördinator) |  Diels Rudi
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

Ik toon aan over inhoudelijke expertise van de verschillende leer- en vakgebieden te beschikken (niveau: doorgroei).

De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Bewegingsrecreatie: Sportbeleid 2 (B-ODISEE-OO5198)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College-opdracht30 urenTweede semesterTweede semester
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

Overzicht

Sportstructuren

1. Inleiding
2. De ongeorganiseerde of los georganiseerde sport
3. De overheidsstructuren
4. De private sportstructuren

Sportrecht

1. Inleiding.tot het recht
2. Sport en aansprakelijkheid
3. Medisch verantwoord sportbeoefening
4. De sport en de vereniging
5. Het statuut van betaalde sportbeoefenaar
6. Het statuut van niet-professionele sportbeoefenaar
7.De Europese Gemeenschap en de sport
8. Vrijwilligers

Hoorcolleges:  de student(e) volgt de lessen en gebruikt hierbij de cursusteksten en de artikels en vult deze aan met eigen nota's.
Opdracht: de student(e) verwerkt individueel de gestelde opdracht (zie evaluatie) en werkt actief mee in de les.

Evaluatieactiviteiten

Bewegingsrecreatie: Sportbeleid 2 (B-ODISEE-OO7198)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Presentatie
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Het theoretische examen (80%).
De student(e) krijgt een aantal vragen uit alle besproken delen van de cursus. Bij de quotering wordt rekening gehouden met volledigheid, nauwkeurigheid, begrijpen en kunnen toepassen door middel van voorbeelden.

Opdracht (20%)
De student(e) maakt ook een opdracht over een onderwerp m.b.t. het sportrecht en sportstructuren. De schriftelijke vorm en de mondelinge presentatie tellen voor 20% van het eindtotaal mee. Geen opdracht betekent een 0.

Enkel het schriftelijk examen kan opnieuw gedaan worden.

Het punt van de presentatie blijft behouden.