Praktijkonderzoek en bachelorproef 3 (B-ODISEE-OAL82A)






Doelstellingen
https://webapps.odisee.be/Ancor/ECTSKerndoel/Pages/OPOKerndoel.aspx?OID=16805&OPLID=284
Begintermen
Om te kunnen deelnemen aan dit OPO dient de student geslaagd te zijn voor het OPO Praktijkonderzoek 2.2.
Het OLA Supervisie 3 wordt samen met stage 5 + 6 opgenomen.
Plaats in het onderwijsaanbod
Toleranties
Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):
Onderwijsleeractiviteiten
4 sp. Onderwijsinnovatie 3 (B-ODISEE-OAL82a)




Inhoud
Dit opleidingsonderdeel kadert binnen de leerlijn praktijkonderzoek. Praktijkonderzoek wordt door ons nadrukkelijk gezien als een middel voor professionele ontwikkeling van de leraar in relatie tot de kwaliteitsverbetering van het onderwijs.
In zowel de opleiding Lager als Kleuteronderwijs participeert de student in het OLA Onderwijsinnovatie 3 aan een collectieve onderwijsinnovatie, die begeleid wordt door één of twee docenten. Het gaat daarbij om een ontwerponderzoek dat vertrekt vanuit een actueel probleem in het brede werkveld. Binnen de gemeenschappelijke probleemstelling krijgt de student de verantwoordelijkheid om zelf deelonderzoeken uit te voeren. Deze deelonderzoeken kunnen bij één of meerde parnters uit het werkveld uitgevoerd worden. De student rapporteert over de verschillende stappen van het gevoerde praktijkonderzoek in een schriftelijk verslag (de bachelorproef) en stelt zijn onderzoek dan ook mondeling voor. De bachelorproef biedt de studenten de kans om de onderzoeksvaardigheden te oefenen en zich te verdiepen in een eigen interesse. De modaliteiten voor de uitwerking van de bachelorproef zijn beschreven in het document 'Leidraad bij het maken van de bachelorproef'. Deze kan geraadpleegd worden op Toledo.
Toelichting werkvorm
Begeleide zelfstudie - Oefeningen/opdrachten
Er worden op geregelde tijdstippen doorheen het academiejaar contactmomenten per onderwijsinnovatiegroep ingeroosterd. De student kan op eigen initiatief bijkomende feedback vragen en bepaalt zelf op welke momenten hij aan de bachelorproef werkt.
De werkvorm voor dit OLA kan in de loop van het academiejaar omwille van wijzigende omstandigheden n.a.v. de coronacrisis worden gewijzigd, met groter accent op digitale werkvormen en aanbod.
2 sp. Supervisie 3 (B-ODISEE-OAL89z)




Inhoud
‘Supervisie is een methode waar systematisch leren aan ervaring wordt beoogd, meer bepaald praktijkervaring, die door mensen wordt opgedaan in hun concreet beroepsmatig handelen (gekoppeld aan OPO ‘Stage’). Er wordt op geregelde tijdstippen een leergesprek georganiseerd (geplande zittingen op de campus), waarin werkervaringen (werkzorgen) door de betrokkene (op dat moment supervisant) worden nageproefd. Dit gebeurt onder de deskundige begeleiding van een supervisor (docent). De supervisant bereidt zich persoonlijk op dit leerzaam samenspreken voor en verwerkt het achteraf. Dit alles moet mogelijk maken (handelsgeoriënteerd leren) dat hij zich beter voelt in zijn beroepsvel en dat zijn beroepmatig functioneren wordt geoptimaliseerd.’ Uit: praktijkbegeleiding van docenten, J.Stevens, D. Coenjaerts en G. Van Horebeek, Garant, 1998, 106.
Studiemateriaal
https://studiemateriaal.odisee.be/publiek/OlaFiche.aspx?OID=29226
Informatiebundel.
Werk- en supervisieverslagen op basis van literatuurstudie.
Toelichting werkvorm
Samenwerkend leren/Collaboratief leren
Informatiesessie + leer en - reflectiegesprekken in kleine groepen op basis van werkzorgen gekoppeld aan ‘OPO Stage’.
Evaluatieactiviteiten
Praktijkonderzoek en bachelorproef 3 (B-ODISEE-O72166)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
OAL82a - Onderwijsinnovatie 3 | 1-20/20 puntenschaal |
OAL89z - Supervisie 3 | 1-20/20 puntenschaal |
Supervisie 3:
Er wordt permanent geëvalueerd. Aanwezigheid is verplicht, een voldoende actieve medewerking noodzakelijk. Even noodzakelijk als evident zijn het stipt volbrengen van de voor- en nataken bij alle bijeenkomsten en het opmaken van de eigen evaluatie in het evaluatierapport.
Concreet kijken de supervisoren naar:
- In welke mate heeft de supervisant zich aan de afspraken gehouden? Het gaat hier om het naleven van afspraken, de aard en de kwaliteit van de verslagen, het tijdig inleveren van de verslagen, de stipte aanwezigheid op de zittingen, de medewerking tijdens de zittingen en het doornemen en het bewerken van de verslagen van de anderen.
- In welke mate groeien de vaardigheden van de supervisant om van supervisie te kunnen profiteren en erin te kunnen participeren? Het gaat hier om: het (durven) laten zien van eigen denken en doen, zich vragen durven stellen bij de eigen opvattingen, belevingen en handelen, de problemen onder woorden kunnen brengen, een bijdrage willen leveren aan het leerproces van de anderen en ervoor openstaan.
- In welke mate is de supervisant in staat tot beroepsmatig denken en handelen. Het gaat hier over: behoorlijk schriftelijk kunnen rapporteren, machtsaspecten in relaties doorzien en ermee kunnen omgaan, op basis van zelfreflectie zichzelf persoonlijke leerdoelen kunnen stellen met het oog op het beroepsfunctioneren.
- In welke mate is de supervisant in staat om passende leerdoelen te formuleren bij de eigen beroepsontwikkeling en daarmee gericht aan de slag te gaan ?
Onderwijsinnovatie 3:
De evaluatie van dit OLA is tweeledig:
- 70% product/onderzoeksvaardigheden/paper: deze evaluatie gebeurt aan het einde van het academiejaar a.d.h.v. één syntheseformulier 'evaluatie van het opleidingsonderdeel bachelorproef'. Dit formulier omvat een procesevaluatie (persoonlijke, organisatorische, sociale en cognitieve vaardigheden en attitudes) en een productevaluatie (probleemstelling, methode en resultaten, conclusies, algemene kenmerken van het rapport).
- 30% presentatie met verdediging: de student demonstreert en verdedigt zijn product via een presentatie.
Voor meer info: zie leidraad bachelorproef en het evaluatiecriteria, die te vinden zijn op Toledo.
Om voor het OPO Praktijkonderzoek en Bachelorproef 3 te kunnen slagen, dient men zowel voor het OLA Onderwijsinnovatie 3 als het OLA Supervisie 3 minstens 10/20 te behalen. Het OPO-cijfer wordt vastgelegd door een gewogen rekenkundig gemiddelde van de 2 OLA's (op basis van de studiepunten). Een tekort op 1 OLA, met een score van een 9/20 of lager kan dus niet gecompenseerd worden door de score op het andere OLA en leidt dus tot een tekort op OPO-niveau. Het resultaat van het opleidingsonderdeel wordt in dat geval teruggebracht tot het resultaat van het OLA met het laagste cijfer.
Niet indienen van een opdracht leidt tot NA voor het betreffende OLA en een NA op één of meer OLA's leidt tot een NA op OPO-niveau.
Dit OPO is niet tolereerbaar. De student is verplicht om aanwezig te zijn tijdens alle sessies van het OLA supervisie 3 om te kunnen slagen voor dit OLA.
Toelichting bij herkansen
Binnen dit opleidingsonderdeel zijn er deeloverdrachten bij een geslaagd deelresultaat:
- OAL82a - Onderwijsinnovatie 3 (binnen en over academiejaar)
- OAL89z - Supervisie 3 (binnen en over academiejaar)
De student herneemt in EP3 alleen die onderdelen van het OPO waarvoor hij nog niet slaagde.