Verplicht in fase
Optioneel in fase
Eerste semester
Beide semesters
Dit jaar
Volgend jaar
Wisselende jaren
Extern
Voorwaarden
Identieke opleidingsonderdelenEthiek 1 (B-ODISEE-JPBWB4)
Aerts Stef (coördinator) | Aerts Stef Doelstellingen
Je vindt de doelstellingen van dit OPO hier.
Opleidingsspecifieke leerresultaten
1. Gebruikt wetenschappelijke kennis en inzicht in systemen en toepassingen van de agro- en biotechnologische sectoren om complexe, sectorgebonden uitdagingen aan te pakken, ook in een niet-vertrouwde context.
6. Neemt kritisch doordachte en maatschappelijk verantwoorde beslissingen in functie van het werken met levende materie.
8. Combineert zijn technische kennis en vaardigheden met inzicht in juridische, economische, ecologische en humane ontwikkelingen om duurzaam te handelen in een internationale context.
10. Toont een open attitude waarmee hij/zij de actuele maatschappij met al zijn uitdagingen kritisch benadert, en zin voor initiatief om daarin zijn/haar verantwoordelijkheid te nemen.
11. Vormt vanuit een ethisch bewustzijn een visie op vraagstukken in de agro- en biotechnologische sectoren, met inbegrip van duurzaamheid.
13. Past zijn brede kennis en vaardigheden op een multidisciplinaire manier toe in de agro- en biotechnologische sectoren.
Kerndoelen
1.3 De bachelor AB kan vanuit een basisbegrip (1) van de agro- en biotechnologische sector zelfstandig nieuwe bijkomende informatie vergaren (1) en zich eigen maken (2).
6.1 De bachelor AB is op de hoogte van de ethische context (1), kan hiermee een eigen opinie formuleren (2) en kan zijn eigen handelingen onderbouwen (3).
6.3 De bachelor AB kan een afweging maken tussen maatschappelijke noden en het gebruik van levende materie (23).
8.5 De bachelor AB kent en beheerst de menselijke aspecten van activiteiten binnen de eigen afstudeerrichting (1) en kan op basis daarvan situaties evalueren en oplossingen voorstellen (2).
10.1 De bachelor AB begrijpt de persoonlijke en maatschappelijke spanningsvelden waarmee een individu geconfronteerd wordt in de agro- en biotechnologische sectoren (1) en kan hiermee een eigen standpunt construeren en beargumenteren (3).
11.1 De bachelor AB is op de hoogte van de ethische context (1), kan hiermee een eigen opinie formuleren (2) en kan zijn eigen handelingen onderbouwen (3).
13.1 De bachelor AB kan vanuit een brede basiskennis (1) vakoverschrijdende informatie samenbrengen (2) om een probleem op te lossen (3).
Begintermen
A. Volgtijdelijkheid
De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling
B. Competenties
De student(e) kan, wat competenties betreft, functioneren op secundair onderwijsniveau.
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. Ethiek 1 (B-ODISEE-JLBWB4)
NederlandsWerkvorm: College-opdracht
20 uren
Tweede semesterInhoud
- Wat is ethiek?
- Mens, maatschappij en ethiek
- Argumenteren en communiceren
- De relatie tussen mens en dier
- Dier of ding?
- Dierenwelzijn en wetenschap
- Doden van dieren voor voedsel & Vegetarisme
- Verantwoorde consumptie
- Ethische beoordelingsmodellen (matrices)
- Proefdierethiek
- (indien nog tijd: ethische beschouwingen over mythologische dieren)
Studiemateriaal
- Het schriftelijk studiemateriaal kan je raadplegen via deze link
- Bijkomend materiaal op Toledo
Toelichting werkvorm
- Reguliere studenten: dit vak verloopt via interactieve hoorcolleges, aangevuld met uitgebreider digitaal materiaal, waaronder lesopnames.
- HAO: begeleide zelfstudie. Studenten die de opleiding via HAO volgen, volgen geen hoor- of werkcolleges, maar verwerken het studiemateriaal op zelfstandige basis en via contacten met medestudenten op afstand. Tijdens de monitoraten heb je de gelegenheid om vragen te stellen over de te verwerven theorie. Dezelfde achtergrondinformatie wordt hen ter beschikking gesteld.
- Alle studenten moeten een (ethisch relevant) boek lezen waarover op het examen vragen gesteld worden.
Evaluatieactiviteiten
Ethiek 1 (B-ODISEE-H72996)
Toelichting
| Examenmoment | Beoordelingsschaal |
|---|---|
| TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
Je wordt beoordeeld op basis van een schriftelijk examen.
Kennis en inzicht zijn belangrijk. Je moet het dus begrijpen en kunnen uitleggen, veeleer dan reproduceren. Bovendien moet je een eigen denken over de besproken onderwerpen ontwikkelen.
Elke student wordt verondersteld 1 boek te lezen (>50blz). Hierover wordt op het examen een vraag gesteld. Hierbij wordt gepeild of de student het gelezen boek in verband kan brengen met de cursus.
HAO: De examens vinden in de regel plaats op weekavonden.
De hier gepresenteerde informatie m.b.t. lesorganisatie en evaluatiemodaliteiten kan ten allen tijde veranderen in functie van de epidemiologische realiteit. Alle wijzigingen worden gecommuniceerd via Toledo, waar steeds de correcte en toe te passen info vermeld zal staan.