Inhoud

Onze samenleving is superdivers en stelt ons voor nieuwe uitdagingen zowel in de klas als in de samenleving. Hoe vorm je je identiteit dan binnen deze diversiteit en hoe kan je leerlingen  hierin begeleiden? We staan stil bij vooroordelen, stereotypes, normen en waarden. Je schetst je eigen persoonlijk referentiekader en staat stil bij je eigen identiteit en bij de meervoudige identiteit van iedereen.   

Omdat lesgeven nooit neutraal gebeurt, geef je impliciet steeds een bepaald mens-, wereld- en godsbeeld mee. In de leerlijn Identiteit in diversiteit wordt in de eerste opleidingsfase de nadruk gelegd op de bewustmaking van studenten voor de filosofische en religieuze uitgangspunten die aan de basis liggen van de verschillende wereldbeelden die in de huidige Belgische maatschappij aanwezig zijn. Studenten leren een aantal basisbegrippen en referentiekaders kennen die hen in staat stellen om zich bewust te worden van hun eigen identiteit en wereldbeeld en dat van anderen. Ze leren ook de implicaties te identificeren die een bepaald wereldbeeld heeft op het verwerven van kennis, op de rol van verschillende participanten in onderwijs en maatschappij en op andere aspecten van het menszijn. Zij leren deze wereldbeelden te analyseren, er de positieve aspecten van te waarderen en de negatieve aspecten op een rationele wijze te beargumenteren. Centrale begrippen worden uitgewerkt (onder andere determinisme, nature/nurture debat, autonomie vs heteronomie).

- Wat is een mens- wereldbeeld?

- Hoe beïnvloedt iemands mens- en wereldbeeld zijn visie op mens en maatschappij, kennis, opvoeding en school?

- Welke wereldbeelden zijn aanwezig in de huidige maatschappij? (onder andere verlichtingsdenken, impact van de moderne wetenschap, christendom, islam, postmoderniteit)

Studiemateriaal

https://studiemateriaal.odisee.be/publiek/OlaFiche.aspx?OID=8813
 

Toelichting onderwijstaal

Actieve kennis van het Nederlands. Passieve kennis van het Engels voor wetenschappelijke literatuur en media.

Toelichting werkvorm

DAG
We kiezen voor contactrijk onderwijs (hoorcollege, leer- en groepsgesprek, begeleide zelfstudie) in de vorm van hybride leren en daarbinnen blended leren: mix van on campus en digitaal afstandsonderwijs (synchroon of asynchroon).
DAG-studenten maken opdrachten die aansluiten bij de leerstof en die gespecifieerd worden op Toledo.

Hoger Afstandsonderwijs (HAO)
Monitoraten zijn aanbodgestuurd en vraaggestuurd. HAO-studenten hebben tijdens de verplichte monitoraten de gelegenheid om vragen te stellen over cursusgerelateerde onderwerpen. HAO-studenten volgen geen lessen overdag (maar zijn welkom) en verwerken het studiemateriaal op zelfstandige basis en door contact met medestudenten op afstand (begeleide zelfstudie met online coaching).
HAO-studenten volgen geen hoor- of werkcolleges, maar verwerken tijdens en na de monitoraten het studiemateriaal op zelfstandige basis.