4 Werkveldervaring-b in Vlaanderen/Brussel (B-ODISEE-OWV89A)

15 studiepuntenNederlandsTweede semesterTweede semesterUitgesloten voor examencontractUitgesloten voor creditcontract
Drieghe Belinda (coördinator) |  Drieghe Belinda |  N.
Kernteam Verpleegkunde St-Niklaas

https://webapps.odisee.be/Ancor/ECTSKerndoel/Pages/OPOKerndoel.aspx?OID=18761&OPLID=444

In het opleidingsonderdeel 4 Werkveldervaring B hanteren we de CanMeds rollen. Aangezien de opleiding wordt geaccrediteerd door de NVAO op basis van domein specifieke leerresultaten (DLR’s), kan u via onderstaande link de overeenstemming terugvinden tussen DLR’s en de CanMeds rollen.

https://bit.ly/2N8stVY

1.       CanMeds-rol 1 De zorgverlener

·         Kernbegrip: klinisch redeneren

Het continu procesmatig gegevens verzamelen en analyseren gericht op het vaststellen van vragen en problemen van de zorgvrager, en het kiezen van daarbij passende zorgresultaten en interventies.

·         Kernbegrip: uitvoeren van zorg

Het verlenen van integrale zorg door zelfstandig alle voorkomende (inclusief voorbehouden en risicovolle) verpleegkundige handelingen in complexe zorgsituaties uit te voeren met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving en vanuit een holistisch perspectief.

.         Kernbegrip: Indiceren van zorg

het vaststellen, beschrijven en organiseren van de aard, duur, omvang en doel van de benodigde (verpleegkundige) zorg, in samenspraak met de zorgvrager, op basis van gediagnosticeerde of potentiële, nader te onderzoeken en te diagnosticeren patiëntproblemen.

.         Kernbegrip: Zelfmanagement versterken

het ondersteunen van zelfmanagement van mensen, hun naasten en hun sociale netwerk, met als doel het behouden of verbeteren van het dagelijks functioneren in relatie tot gezondheid en ziekte en kwaliteit van leven.

2.       CanMeds-rol 2 De communicator

·         Kernbegrip: persoonsgerichte communicatie

Het actief luisteren naar de zorgvrager, informeren van de zorgvrager en deze in staat stellen keuzes te maken in de zorg en de zorgvrager als uniek persoon benaderen; op een natuurlijke manier gids, coach, expert of adviseur zijn, afhankelijk van het moment en de omstandigheden.

.          Kernbegrip: Inzet ICT

het toepassen van de nieuwste informatie- en communicatie-technologieën en het bieden van zorg op afstand (e-health) als aanvulling op het persoonlijk contact met de zorgvrager.

3.       CanMeds-rol 3 De samenwerkingspartner

·         Kernbegrip: professionele relatie

Het aangaan en onderhouden van contact met de zorgvrager, diens naasten en sociale netwerk, het onderhouden van langdurige zorgrelaties en het zorgvuldig afbouwen van de relatie daar waar dit noodzakelijk is.

·         Kernbegrip: multidisciplinair samenwerken

 Het handelen vanuit de eigen verpleegkundige deskundigheid en samenwerken op basis van gelijkwaardigheid met de eigen en andere disciplines binnen en buiten de gezondheidszorg met betrekking tot (multidisciplinaire) zorg en behandeldoelen.

.         Gezamenlijke besluitvoering

het systematisch overleggen in dialoog met de zorgvrager en diens naasten over de te verlenen verpleegkundige zorg en zorgdragen voor een expliciete afweging van verschillende kennisbronnen en de waarden van de zorgvrager in het besluitvormingsproces.

.         Kerngebrip: Continuiteit van zorg

het delen van kennis en informatie gericht op het garanderen van een ononderbroken betrokkenheid van de noodzakelijke zorgverleners bij het zorgverleningsproces van de zorgvrager door de tijd heen.

4.       CanMeds-rol 4 De reflectieve EBP-professional

.         Kernbegrip: Onderzoekend vermogen

het in zorgsituaties en bij zorg- en organisatievraagstukken tonen van een kritisch onderzoekende en reflectieve (basis)houding, het verantwoorden van het handelen vanuit (verschillende) kennisbronnen, het hanteren van een methodische aanpak met een gedegen probleemanalyse en het doorlopen van de onderzoekscyclus gericht op het verbeteren van een specifieke beroepssituatie.

.         Inzet EBP

het in samenspraak met de zorgvrager (en/of diens netwerk), collega’s en andere disciplines afwegen van (1) actief gezochte recente (verpleegkundige) kennis uit (wetenschappelijke) literatuur, richtlijnen of protocollen, (2) professionele expertise en (3) persoonlijke kennis, wensen en voorkeuren van de zorgvrager en/of diens netwerk.

.         Deskundigheidsbevordering

het tonen van actief en kritisch gedrag om de verpleegkundige deskundigheid van zichzelf en anderen op peil te brengen en houden en het actief bijdragen aan het zoeken, ontwikkelen en delen van nieuwe (vormen van) kennis.

·         Kernbegrip: professionele reflectie

Het kritisch beschouwen van het eigen verpleegkundig gedrag in relatie tot beroepscode en beroepswaarden en het in (mono- en multidisciplinaire) besprekingen over zorgvragers betrokken en zorgvuldig argumenteren, rekening houdend met de emoties en belangen van de zorgvrager vanuit het besef dat zorg een morele-ethische praktijk behelst.

·         Kernbegrip: morele sensitiviteit

Het tonen van een voortdurende gevoeligheid vanuit compassie voor de wensen en noden en daarbij behorende emoties van de zorgvrager en het daarop reageren met passend en persoonsgericht gedrag waarin de zorgvrager zich gehoord en begrepen voelt.

5.       CanMeds-rol 5 De gezondheidsbevorderaar

·         Kernbegrip: preventiegericht analyseren

Het analyseren van het gedrag en de omgeving van de zorgvrager dat leidt tot gezondheidsproblemen van zorgvrager en doelgroepen.

.          Kerrnbegrip: Gezond gedrag bevorderen

het bieden van ondersteuning bij het realiseren van een gezonde leefstijl in relatie tot (potentiële) gezondheidsproblematiek.

6.       CanMeds-rol 6 De organisator

.         Kernbegrip: Verpleegkundig leiderschap

het initiatief nemen in het voeren van regie over het eigen vakgebied vanuit een ondernemende, coachende en resultaatgerichte houding

.      Kernbegrip: Verpleegkundig ondernemerschap

het overzien van en handelen naar financieel-economische en organisatiebelangen binnen de verschillende contexten van zorg.

·         Kernbegrip: coördinatie van zorg

Het nemen van initiatief in het organiseren van de zorg om deze soepel in samenspraak met de zorgvrager en in onderlinge afstemming tussen de verschillende zorgverleners en zorgorganisaties volgens zorgplan te laten verlopen.

·         Kernbegrip: veiligheid bevorderen

Het continu en methodisch bijdragen aan het bevorderen en borgen van de veiligheid van zorgvragers en medewerkers.

7.       CanMeds-rol 7 De professional en kwaliteitsbevorderaar

.          Kernbegrip: Kwaliteit van zorg verlenen

het op een methodische en kritische wijze bewaken, uitvoeren en borgen van kwaliteit van de verpleegkundige zorg.

.         Participeren in kwaliteitszorg

het leveren van een proactieve bijdrage aan de kwaliteitszorg van de zorgorganisatie

·         Kernbegrip: professioneel gedrag

Het handelen en zich gedragen naar de professionele standaard en de beroepscode, verantwoordelijkheid nemen in al het eigen handelen en het uitdragen van de beroepstrots.

 

De algemene toelatingsvoorwaarden en de volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
OAV40A : 4 Werkveldervaring-b in Vlaanderen/Brussel
OBV79A : 4 Werkveldervaring-b in Vlaanderen/Brussel

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):

Onderwijsleeractiviteiten

15 sp. 4 Werkveldervaring-b in Vlaanderen/Brussel (B-ODISEE-OWV89a)

15 studiepuntenNederlandsWerkvorm: StageTweede semesterTweede semester
Drieghe Belinda |  N.
Kernteam Verpleegkunde St-Niklaas

4 Werkveldervaring b omvat in totaal minimum 400 uur stage (gem. 34u/week). 

Het stageproces:

  • De student past de in de andere opleidingsonderdelen aangeboden kennis toe, oefent de verpleegtechnische handelingen en psychosociale omgangsvormen en ontwikkelt een professionele attitude.  

Het stageverloop omvat verschillende stappen:

1)     De stagevoorbereiding

2)    De stage

3)     De stagecommissie

4)     De nabespreking

Gedetailleerde informatie betreffende het verloop van het stageproces en de vereisten zijn terug te vinden in het LabOek 4 Werkveldervaring, dat beschouwd wordt als een verplichte bijlage bij de ECTS-fiche. 

Portfolio - Samenwerkend leren/Collaboratief leren

Het stageverloop omvat verschillende stappen:

1) Goed voorbereid op stage

Tijdens de 3de opleidingsfase gaven de studenten hun voorkeur door aan de hand van een CV en motivatiebrief. Hierna werden de studenten uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek met de stagecoördinator van hun respectievelijke campus. Op basis van de voorkeur, het gesprek en de beschikbare plaatsen worden de verdiepende stages toegekend.

1.1 Informatiesessie   

Aan het begin van het academiejaar wordt door de campus stagecoördinator algemene informatie verstrekt die belangrijk is voor het goed doorlopen van het stageproces. 


1.2 Stagevoorbespreking
Voordat de stage aangevat wordt, is er een verplicht stagevoorbespreking. Dit gesprek gebeurt met de stagebegeleider, is verplicht en vindt on campus of digitaal plaats. De student dient deze stagevoorbespreking schriftelijk of digitaal in Medbook voor te bereiden (zie LabOek Werkveldervaring 4de OF). Tijdens de voorbespreking krijgt de student de nodige inhoudelijke en administratieve informatie omtrent zijn toekomstige stageplaats en eventueel. meer uitgebreide informatie indien de stageplaats specifieke vereisten vraagt.
Zonder voorbespreking kunnen geen geldige stage-uren worden gepresteerd. 

2) De stage     

Tijdens de stage wordt de student situationeel begeleid door de stagebegeleider. De stagebegeleider plant 2 begeleidingsgesprekken en 2 leer-/evaluatiegesprekken in met de student. De verantwoordelijke (hoofd)verpleegkundige en stagementor(en) staan in voor de werkbegeleiding op de stageplek.

3) De stagecommissie

Zie evaluatie-activiteit

4) Nabespreking

Er is een nabesprekingsgesprek mogelijk na de afronding van de stage (zie LabOek werkveldervaring 4de OF voor meer informatie). 

Evaluatieactiviteiten

4 Werkveldervaring-b in Vlaanderen/Brussel (B-ODISEE-O72101)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Formularium, Rekenmachine, Computer, Naslagwerk

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

De student wordt permanent geëvalueerd op het stageproces. De stagevoorbereiding, -voorbespreking en het correct en volledig invullen van het digitaal stageportfolio Medbook worden mee opgenomen in het procespunt van de het stageproces. 

De permanente evaluatie van de stage gebeurt door de stagementor(en) en/of de verantwoordelijke (hoofd)verpleegkundige en de stagebegeleider tijdens de stageperiode. Zowel de student als de mentor vullen onafhankelijk van elkaar een tussentijds en een eindevaluatieformulier in. De tussentijdse en eindevaluatie wordt door de stagebegeleider (online) georganiseerd en vindt plaats met student en stagebegeleider en waar mogelijk met de mentor en/of (hoofd)verpleegkundige. Tijdens dit overleg wordt de persoonlijke groei van de student besproken adhv de genoteerde feedback, SMART-doelstellingen (inclusief uitgewerkte actiepunten), bijhorende leermomenten en evaluatiedocumenten van de student en de mentor. De stagebegeleider vergelijkt en bespreekt beide evaluatiedocumenten. De stagebegeleider vult een definitief beoordelingsformulier in gebaseerd op alle voorhanden documenten. 

Het niet (tijdig) melden van afwezigheid op stage kan aanleiding geven tot een onvoldoende voor het kernbegrip ‘Professioneel gedrag’ onder de rol ‘Professional’ wat op zich kan resulteren in een onvoldoende evaluatie van de stage. 

Een student kan geen beoordeling krijgen (het stagepunt wordt automatisch NA) wanneer de student 

  • niet het vereiste aantal uren stage heeft gelopen (zoals bepaald in de ECTS-fiche of in het LabOek van het OPO of in de wettige modaliteiten van het stagereglement)
    OF
  • de urenstatus niet heeft laten ondertekenen door de dienstverantwoordelijke
    OF
  • de uren niet heeft laten valideren in Medbook

De eindbeoordeling van het opleidingsonderdeel komt tot stand tijdens de stagecommissie. Deze stagecommissie is samengesteld uit opleidingshoofd, trajectbegeleider(s) en stagebegeleiders van de hogeschool en wordt voorgezeten door de campus stagecoördinator. Eén of meerdere onvoldoendes voor breekpunten binnen eenzelfde CANMEDS-rol kunnen leiden tot een onvoldoende voor deze rol wat kan resulteren in een onvoldoende voor deze werkveldervaring.

De beoordeling is slechts mogelijk indien de stage werd afgewerkt volgens de wettelijke modaliteiten zoals bepaald in het stagereglement (LabOek 4 Werkveldervaring).

Er is geen tweede examenkans.

Een student die niet slaagt op het stageproces kan dit niet herkansen in EP3 en dient dit opnieuw op te nemen in een volgend academiejaar. Een student die onvoldoende uren stage gelopen heeft door gewettigde afwezigheid, kan indien haalbaar en in overleg met de stagecoördinator van de campus het aantal uren stage inhalen tijdens de daartoe voorziene inhaalperiodes (zie LabOek 4 Werkveldervaring).