3 Afstudeerproject (B-ODISEE-OWV52B)
Doelstellingen
https://webapps.odisee.be/Ancor/ECTSKerndoel/Pages/OPOKerndoel.aspx?OID=19867&OPLID=484
Begintermen
De begintermen en de volgtijdelijkheid zijn beschreven in het onderwijs- en examenreglement.
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
5 sp. 3 Praktijkonderzoek (B-ODISEE-OWV54b)
Inhoud
Met de bachelorproef sluit de student hun opleiding tot bachelor in de verpleegkunde af. Een bachelorproef kent twee belangrijke delen, namelijk het literatuuronderzoek en het praktijkonderzoek. Het literatuuronderzoek werd uitgewerkt in de tweede opleidingsfase, deze vormt nu de basis voor het praktijkonderzoek in de derde opleidingsfase.
Als onderwijsinstelling hechten we veel belang aan de relevantie van de bachelorproef voor het verpleegkundig werkveld. Als innovator levert de student een bijdrage aan het bevorderen van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg. In het praktijkonderzoek worden meerdere leerlijnen geïntegreerd. Het bevat het resultaat en de weergave van een systematische zoektocht, gestoeld op de toepassing van wetenschappelijke- en praktijkkennis. Hierbij staat een belangrijke mate van zelfstandigheid en zelfsturing bij de student centraal. Studenten kiezen bij de uitwerking van hun praktijkonderzoek voor één van de door de opleiding gedefinieerde eindproducten.
Alle belangrijke data en deadlines worden teruggevonden in de Studiewijzer, aan de student wordt gevraagd om deze bij aanvang van het academiejaar door te nemen.
Studiemateriaal
Laboek: Leidraad voor het schrijven van de bachelorproef: Literatuuronderzoek (OF2) & Praktijkonderzoek (OF3)
https://webapps.odisee.be/Ancor/SSM/Pages/BekijkSSM.aspx?OID=30537
Toelichting werkvorm
De student werkt samen met een aan hen toegewezen "interne begeleider". De interne begeleider heeft als functie om de student op een regelmatige en systematische manier ondersteuning te bieden, feedback te geven en te gidsen. Aan het begin van het academiejaar wordt het plan van aanpak voor het praktijkonderzoek met de interne begeleider besproken. Er wordt nagedacht over een selectie van essentiële bronnen en informatie die de basis vormen voor het praktijkonderzoek. Experten worden gecontacteerd om noden en wensen binnen het verpleegkundig werkveld in kaart te brengen. Het uiteindelijke product is afhankelijk van de keuze van de student.
De student is zelf verantwoordelijk voor de contactname met de interne begeleider(s), experten en het werkveld.
4 sp. 3 Finaliteitsproef (B-ODISEE-OWV55b)
Inhoud
Dit OLA bestaat uit twee delen:
- Een summatieve voortgangstoets (VGT)
- De finaliteitsproef: Een geïntegreerd praktijkexamen op basis van een zelf-gekozen en zelf-uitgewerkte casus door de student
Alle belangrijke data en deadlines worden teruggevonden in de Studiewijzer, aan de student wordt gevraagd om deze bij aanvang van het academiejaar door te nemen.
Toelichting werkvorm
Finaliteitsproef: geïntegreerd praktijkexamen:
De student kiest zelf een casus uit het werkveld, deze wordt uitgewerkt op basis van wetenschappelijke literatuur.
De student kiest op basis van de uitgewerkte casus zelf één verpleegkundige vaardigheid, deze techniek wordt tijdens het geïntegreerd praktijkexamen gedemonstreerd. Tijdens het semester kan de student feedback vragen over de inhoud en de correctheid van uitvoering van de vaardigheid (indvidueel spreekuur op vraag van de student en ZOEF).
VGT:
De student heeft de mogelijkheid om een oefentoets te maken om zich voor te bereiden op de summatieve VGT.
Evaluatieactiviteiten
3 Afstudeerproject (B-ODISEE-O73661)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
OWV54b - 3 Praktijkonderzoek | 1-20/20 puntenschaal |
OWV55b - 3 Finaliteitsproef | 1-20/20 puntenschaal |
OLA Praktijkonderzoek:
Proces (punt gegeven door interne begeleider): 20%
Product (punt gegeven door interne begeleider en lezer): 25% (begeleider), 35% (jurylid). Totaal: 60%
Presentatie en verdediging (punt gegeven door interne begeleider en lezer): 10 % (begeleider), 10% (jurylid). Totaal: 20%
Totaalpunt op 20
OLA Finaliteitsproef:
Het totaalpunt voor dit OLA komt tot stand door:
30% op voortgangstoets: wordt gemaakt op de de campus met de eigen computer (BYOD-principe)
70% geïntegreerd praktijkexamen (35% op het praktijk en 35% op theorie): de student demonstreert aan de hand van een zelfgekozen en zelf uitgewerkte zijn kennis en vaardigheden. Tijdens en na het uitvoeren van de vaardigheid krijgt de student verdiepende vragen over de casus.
Totaalpunt op 20
Bij een zware onvoldoende (7/20 of minder) op één van de onderdelen of twee lichte tekorten (8/20 of 9/20) wordt het OPO-punt teruggebracht naar een niet-tolereerbaar cijfer.
Toelichting bij herkansen
Binnen dit opleidingsonderdeel zijn er deeloverdrachten bij een geslaagd deelresultaat:
- OWV54b - 3 Praktijkonderzoek (binnen en over academiejaar)
- OWV55b - 3 Finaliteitsproef (binnen en over academiejaar)
OLA Praktijkonderzoek:
Bij een onvoldoende: zelfde examenmodaliteiten als in eerste zittijd
OLA Finaliteitsproef:
Bij een onvoldoende op het OLA Finaliteitsproef worden enkel deze delen hernomen waarop de student een tekort heeft. Tijdens het feedbackmoment wordt aangegeven wat moet hernomen worden. De student neemt zelf initiatief om feedback te bekomen.
Indien de student in EP3 niet deelneemt aan te hernemen deelevaluaties van het OPO dan zal het punt van eerste zittijd overgenomen worden (van het theoretisch examen en/of het praktijkexamen en/of op elke opdracht afzonderlijk).
Indien de student in EP3 een lager cijfer behaalt op een deelevaluatie dan in eerste zittijd dan wordt het beste punt van deze deelevaluatie (van het theoretisch examen en/of het praktijkexamen en/of op elke opdracht afzonderlijk) behouden in de berekening van het eindpunt.