Kind in de samenleving (B-ODISEE-OWV31A)
Doelstellingen
https://webapps.odisee.be/Ancor/ECTSKerndoel/Pages/OPOKerndoel.aspx?OID=18302&OPLID=441
2: De student verleent evidence based en theoretisch onderbouwde verpleegkundige zorg op basis van klinisch redeneren en een attitude van verantwoordelijkheids- en ondernemingszin, een ruime mate van initiatief en proactiviteit, conform de algemene en beroepsgerelateerde wetgeving.
2.2 De student past procedures en protocollen doordacht toe in overleg met het multidisciplinair team, rekening houdend met specifieke zorgbehoefte, wensen en beleving van de zorgvrager. (gevorderd)
3: De student verleent zowel in vertrouwde als in niet-vertrouwde en/of complexe en gespecialiseerde zorgsituaties cliëntgerichte en –gestuurde verpleegkundige zorg op maat, gebruik makend van de gepaste technologie en met aandacht voor structuur, stiptheid en nauwkeurigheid teneinde de kwaliteit van zorg en de veiligheid van de zorgvrager te waarborgen in de concrete handelingen.
3.1 De student verzamelt relevante informatie op somatisch, psychisch, sociaal en existentieel gebied. (gevorderd)
3.3 De student identificeert de verpleegkundige diagnoses uit de verzamelde gegevens. (gevorderd)
3.5 De student formuleert en beargumenteert verpleegkundige interventies. (gevorderd)
3.6 De student maakt geïndividualiseerde zorgplannen. (gevorderd)
4: De student neemt, vanuit een visie op empowerment en shared decision making, autonoom initiatieven inzake preventie en past deze op alle niveaus adequaat toe. De student organiseert op methodische wijze gezondheidsbevordering en patiënteneducatie aan individuen en groepen. Hij/zij stimuleert een gezondheidsbevorderend gedrag bij de zorgvrager(s).
4.1 De student herkent en definieert de gezondheidsrisico’s, het gezondheidsprobleem of mogelijke complicaties en de nood aan gedragsverandering bij de zorgvrager. (gevorderd)
4.2 De student bespreekt de gezondheidsrisico’s, het gezondheidsprobleem of mogelijke complicaties en zo nodig de relatie met de levensstijl met de zorgvrager. (gevorderd)
4.3 De student zoekt aangepaste informatiekanalen en middelen, hanteert en toetst deze op efficiëntie en doeltreffendheid. (gevorderd)
13. De student draagt als autonome professional actief bij tot de profilering van het beroep en staat kritisch ten opzichte van
maatschappelijke evoluties en het economisch, sociaal en ethisch beleid.
13.4 De student is op de hoogte van actuele kwesties in de gezondheidszorg en vertaalt de consequenties hiervan naar de eigen zorgverlening. (gevorderd)
Begintermen
De algemene toelatingsvoorwaarden en de volgtijdelijkheid zijn beschreven in het onderwijs- en examenreglement.
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
OAV37A : Kind in de samenleving (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
Plaats in het onderwijsaanbod
- Bachelor in de verpleegkunde - in dagonderwijs (Brussel) 240 sp.
- Bachelor in de verpleegkunde - Internationaal programma (Brussel) 240 sp.
- Bachelor in de verpleegkunde - in dagonderwijs (Aalst) 240 sp.
- Bachelor in de verpleegkunde - in dagonderwijs (Sint-Niklaas) 240 sp.
- Bachelor in de verpleegkunde - brugprogramma - 150SP (Aalst) 240 sp.
- Bachelor in de verpleegkunde - brugprogramma - 150SP (Sint-Niklaas) 240 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
6 sp. Kind in de samenleving (B-ODISEE-OWV31a)
Inhoud
Kinderen zijn geen kleine volwassenen. De benadering van kinderen en zeker de benadering van zieke kinderen moet volgens het ontwikkelingsniveau van het kind gebeuren. Naast het gezonde kind en zijn normale ontwikkeling komt de verstoring van deze ontwikkeling door ziekte of beperking aan bod tijdens dit keuze-OPO.
Hoe kijkt de maatschappij naar kinderen? Wat zijn kinderrechten? Tijdens dit OPO komen ook sociale en juridische aspecten aan bod.
Er wordt ook stilgestaan bij kinderarmoede. Kinderarmoede is een schending van de rechten van het kind. Elk kind heeft het recht te groeien. We willen dat alle kinderen maximale kansen krijgen.
Gedragsproblemen en psychische problemen bij kinderen komen geregeld voor. De klachten van kinderen met een psychische problematiek kunnen zich verschillend uiten in hoofdpijn, buikpijn, bedplassen,…Het is belangrijk om psychische stoornissen in beeld te brengen en je af te vragen waar gedragingen vandaan komen. Als verpleegkundige heb je een belangrijke rol, namelijk het observeren van het kind, het signaleren van problemen en de gepaste hulpverlening inschakelen.
Naast theoretische info voorzien we ook een ervaringsgericht autisme belevingscircuit met opdrachten om ter ervaren hoe de wereld voor iemand met een autismespectrumstoornis kan aanvoelen.
We leggen de focus tevens op zieke kinderen, en wat een ziekenhuisopname allemaal met zich meebrengt. In de zorg voor kinderen gaat het niet alleen om het zieke kind, maar ook om de ouders, broers, zussen en mogelijke andere familieleden. Hoe bereid je een kind voor, wat zijn aandachtspunten? Hoe ga je om met ouders? We bieden graag een antwoord op deze vragen.
Daarnaast worden ook enkele ziektebeelden toegelicht. We staan stil bij het kind dat chronisch ziek wordt, en welke impact dit heeft op zowel het kind als zijn omgeving. Maar ook de zorg voor acuut zieke kinderen komt uitgebreid aan bod. Verder wordt de zorg voor kinderen met een beperking behandeld, gekoppeld aan een panelgesprek met ervaringsdeskundigen. Dit wordt door de studenten steeds als zeer waardevol ervaren.
We wisselen tijdens deze 2 weken de lessen graag af met enkele bezoeken, aan de kinder- en jeugdpsychiatrie Tilia van Vitaz, MFC De Hagewinde en Bubao De Vinderij.
Studiemateriaal
https://webapps.odisee.be/Ancor/SSM/Pages/BekijkSSM.aspx?OID=27162
Er zullen powerpointpresentaties aangeboden worden op Toledo.
Toelichting werkvorm
Casuïstiek - Digitaal leren - Samenwerkend leren/Collaboratief leren
Zie lesplanning
Evaluatieactiviteiten
Kind in de samenleving (B-ODISEE-O71695)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
De evaluatie bestaat uit 2 deelevaluaties:
Deel 1: tijdens de lesweken: opdracht + mondelinge toelichting (20%)
Deel 2: schriftelijk examen (80%)
Op het schriftelijk examen kan door middel van open vragen, gesloten vragen, meerkeuzevragen of casuïstiek de cursusinhoud getoetst worden. Er is de mogelijkheid om in totaal 3u te werken aan het schriftelijk examen (miv UDL-tijd).
Indien op één van de deelevaluaties een cijfer van 7/20 of minder is behaald, wordt het resultaat van het opleidingsonderdeel teruggebracht tot het resultaat van het onderdeel met het laagste cijfer.
Toelichting bij herkansen
Bij een onvoldoende op het opleidingsonderdeel dient de student enkel de deelevaluatie(s) te hernemen waarvoor de student niet geslaagd is.
Het punt van het opleidingsonderdeel komt tot stand zoals beschreven bij de eerste examenkans.
Indien de student bij de tweede examenkans een cijfer lager dan 8/20 behaalt op een deelevaluatie of niet deelneemt, en bij de eerste examenkans een 8 of 9/20 behaalde op diezelfde deelevaluatie, dan wordt de 8 of 9/20 van de deelevaluatie behaald in bij de eerste examenkans behouden in de berekening van het eindpunt bij de tweede examenkans.