Doorgroeistage lichamelijke opvoeding (B-ODISEE-OWS71A)

6 studiepuntenNederlandsBeide semestersBeide semesters
Roels Nathalie (coördinator) |  Kennis Karolien |  Roels Nathalie |  Vandewiele Filip |  N.
Kernteam Secundair Onderwijs St-Niklaas

Leeruitkomsten - Ontwerpen, realiseren en evalueren

  • Ik toon aan over onderwijskundige expertise te beschikken: lichamelijke opvoeding. (niveau: doorgroei)
  • Ik breng de beginsituatie (breed en specifiek) in kaart: lichamelijke opvoeding. (niveau: doorgroei)
  • Ik ontwerp zelfstandig leer- en ontwikkelingsactiviteiten (van lessen tot leerlijnen tot geïntegreerd  aanbod,…) vanuit de beoogde doelen, de beginsituatie van de lerenden op basis van wetenschappelijk onderbouwde onderwijskundige inzichten: lichamelijke opvoeding. (niveau: doorgroei)
  • Ik integreer brede vakinhoudelijke en vakdidactische kennis en vaardigheden in aangeboden leer- en ontwikkelingsactiviteiten: lichamelijke opvoeding. (niveau: doorgroei)
  • Ik integreer actuele en relevante bronnen, kennis en inzichten in aangeboden leer- en ontwikkelingsactiviteiten: lichamelijke opvoeding. (niveau: doorgroei)
  • Ik wend de diversiteit van de groep aan als leer- en ontwikkelkans: lichamelijke opvoeding. (niveau: basis)
  • Ik evalueer zelfstandig tijdens en na de aangeboden leer- en ontwikkelingsactiviteiten de leerwinst van alle lerenden  t.a.v. de beoogde leerdoelen en de kwaliteit van het onderwijsleerproces: lichamelijke opvoeding. (niveau: basis)
  • Ik herken leervragen en  -noden en kan er gepast op inspelen: lichamelijke opvoeding. (niveau: basis)

Leeruitkomsten -  Positief en verbindend leef- en leerklimaat

  • Ik toon aan over (ped)agogische expertise te beschikken: lichamelijke opvoeding. (niveau: doorgroei)
  • Ik creëer proactief een positief leef- en leerklimaat, doordat ik in mijn handelen laat zien dat ik gevoelig en receptief ben voor zaken die bevorderend en belemmerend zijn voor leren en ontwikkelen: lichamelijke opvoeding. (niveau: doorgroei)
  • Ik neem leiding over het leer- en leefklimaat door in te spelen op gedragingen en groepsprocessen van de lerenden om het welbevinden en de leerkansen van alle lerenden te vrijwaren.  In meer complexe situaties stem ik af met andere actoren: lichamelijke opvoeding. (niveau: basis)
  • Ik herken opvoedingsvragen en -noden en kan er gepast op inspelen: lichamelijke opvoeding. (niveau: basis)
  • Ik organiseer en voer relevante administratieve taken uit: lichamelijke opvoeding. (niveau: doorgroei)

De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.

De student moet de Instapstage gevolgd hebben om de Doorgroeistage te mogen volgen.

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. Doorgroeistage lichamelijke opvoeding (B-ODISEE-OWS71a)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: StageBeide semestersBeide semesters
Kennis Karolien |  Roels Nathalie |  Vandewiele Filip |  N.
Kernteam Secundair Onderwijs - Algemene vakken (BA)

De stage-invulling staat beschreven op de stagewebsite.

Actieve kennis van het Nederlands. Passieve kennis van het Engels voor wetenschappelijke literatuur en media. 

We kiezen voor contactrijk onderwijs in de vorm van hybride leren en daarbinnen blended leren: mix van on campus en digitaal afstandsonderwijs waar zinvol (synchroon of asynchroon).

Tijdens de Doorgroeistage worden volgende vormen van begeleiding geboden:

  • infomomenten;
  • vakgerichte richtlijnen op Toledo;
  • nazicht van 4 schriftelijke lesvoorbereidingen tijdens het eerste deel van de Doorgroeistage;
  • begeleiding door de vakmentoren tijdens de stage;
  • stagebezoek door vakdocent en/of pedagoog tijdens de lesstage; 
  • tussentijdse feedback na het eerste deel van de Doorgroeistage (formatieve evaluatie);
  • reflectie op de stage in het stageportfolio door de student en eventuele bespreking met de vakdocent van de werkpunten en sterke punten.

Evaluatieactiviteiten

Doorgroeistage Nederlands (B-ODISEE-O73482)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Portfolio

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Niveau 2: doorgroei

  • Kennis en inzichten hanteren
  • Verschillende vaardigheden geïntegreerd toepassen
  • Relevante wetenschappelijke literatuur opzoeken, analyseren
  • Functioneren met autonomie
  • Stimuleren van collectieve resultaten

De evaluatie gebeurt op basis van het stageportfolio dat onderstaande documenten bevat:

  • de lesvoorbereidingen
  • de observatiedocumenten
  • de scans van de begeleidingsformulieren van de mentoren en docent
  • de vakgebonden stageopdrachten
  • de reflecties van de student
  • document mesostage

De klemtoon tijdens de Doorgroeistage ligt op het toepassen van de basisprincipes uit de vakdidactiek, het beheersen van de inhoudelijke kennis en vaardigheden, de taalvaardigheden.

Beheersingsniveaus van de competenties of doelen van de student

Niveau 3 wil zeggen dat de student bewust werkt aan deze competenties met begeleiding en in een positieve evolutie.

Niveau 4 wil zeggen dat de student deze competentie meestal zelfstandig zonder problemen beheerst.

Niveau 4 is vereist voor voorbereiding

  • De beginsituatie van de leerlingen achterhalen.
  • Doelen selecteren,  formuleren en situeren in het leerplan.
  • Leerinhouden en leerervaringen selecteren en structureren in een passend onderwijsaanbod.
  • Verschillende informatiebronnen (los van het handboek) hanteren.
  • Leermiddelen kiezen, aanpassen en ontwikkelen.
  • Bordschema structureren.
  • Werkvormen en organisatie aanpassen aan doelstellingen en ruimte.

Niveau 4 is vereist voor de leraar als inhoudelijk expert

  • Gebruik van vakterminologie en verwijzing naar vakdidactische principes in de lesvoorbereiding en in het reflectieverslag.
  • Aangepaste inhoudelijke leerervaringen aanbieden.
  • Inzicht in de leerinhouden van de les.

Niveau 4 is vereist voor de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen

  • Structureren en vertalen van leerinhouden in aangepaste, uitdagende en gevarieerde werkvormen.
  • Rekening houden met didactische principes: motiverend, authentiek, actief ontdekkend.
  • Gepaste, doelgerichte vragen stellen.
  • Duidelijke instructies geven.
  • Bordschema goed opbouwen.
  • Efficiënt gebruik van geschikte leermiddelen.

Niveau 3 is vereist voor de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen

  • Een gedifferentieerde aanpak hanteren.
  • Leerlingen doen nadenken over hun leerproces.
  • Leerlingen evalueren met het oog op bijsturen.

Niveau 4 is vereist voor de leraar als opvoeder

  • Motiveren van de leerlingen, constructief met hen omgaan en creëren van een positief klasklimaat.
  • Een open en aangepaste communicatie aangaan.
  • Gepast omgaan met ongepast gedrag.

Niveau 4 is vereist voor de leraar als organisator

  • Op een gestructureerd werkklimaat bevorderen voor de leerlingen.
  • De leertijd efficiënt indelen en het tempo aanpassen.
  • Op een correcte wijze administratieve taken uitvoeren.

Niveau 4 is vereist voor de leraar als innovator

  • Het eigen functioneren bevragen en bijsturen.
  • De eigen pedagogische en didactische aanpak met de mentor bespreekbaar maken.
  • Verschillende informatiebronnen hanteren.
  • Vernieuwende inzichten aanwenden. Creatieve en originele verwerking.

Niveau 4 is vereist voor de attitudes van een leraar

  • Zin voor samenwerking en toepassing van de afspraken van de stageschool.
  • Enthousiasme en engagement.
  • Verantwoordelijkheidszin: o.a. stipt naleven van de afspraken met de vakdocent/pedagoog.
  • Doorzettingsvermogen en flexibiliteit, ook in onvoorziene omstandigheden.
  • Leergierigheid: o.a. openstaan voor feedback en zelfevaluatie na de les.

Niveau 4 is vereist voor de taalcompetenties van de leraar

  • Hanteren van een correcte mondelinge en schriftelijke taal.
  • Vlot en expressief spreken.
  • Taalgebruik aanpassen aan het niveau van de leerlingen.

De eindverantwoordelijkheid voor de evaluatie ligt bij de vakdocent. 

Bepaling resultaat

Studenten die de beheersingsniveaus van de competenties van de Doorgroeistage onvoldoende hebben bereikt, kunnen niet slagen en krijgen 9/20 of minder. Als het stageportfolio niet tijdig of onvolledig ingediend is, kan de student niet slagen voor stage en wordt het volledige stageportfolio tegen de tweede zittijd in orde gebracht.

De student voert voor het onderwijsvak ook 2 vakgebonden stageopdrachten uit. De student moet alle opdrachten ingediend hebben om te kunnen slagen. Bij het ontbreken van een of meerdere opdrachten en/of noodzakelijke documenten, wordt het resultaat bepaald als een gemiddelde van alle ingediende opdrachten en/of evaluaties met een maximum van 7/20.

Als een student aan geen enkele evaluatieactiviteit deelneemt, leidt dit tot 'niet afgelegd' of NA.

De student moet alle opdrachten ingediend hebben en aan alle evaluatieactiviteiten hebben deelgenomen om te kunnen slagen.

De student kan enkel herkansen bij een onvolledig stageportfolio. De actieve stage kan niet hernomen worden.