Bachelorproef 3 (B-ODISEE-OWL28A)
Doelstellingen
https://webapps.odisee.be/Ancor/ECTSKerndoel/Pages/OPOKerndoel.aspx?OID=16921&OPLID=249
Begintermen
De algemene toelatinsgvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.
Een student volgt voor het OPO Bachelorproef 3 van 6 studiepunten een keuzetraject. Ieder keuzetraject is een verplichte clustering van volgende opleidingsonderdelen: innovatiestage als onderdeel binnen het OPO stage 3-2, Bachelorproef en één van volgende OPO's: Keuze 3-1 ervaringsgericht leren, Keuze 3-1 e-learning, Keuze 3-1 inclusie. De bedoeling is dat de student verdiepend en innovatief aan de slag gaat rond een bepaald thema en uiteindelijk zal afstuderen met een kleur/specialisatie. De drie OPO's worden afzonderlijk geëvalueerd. De keuzetrajecten zijn geënt op een aantal speerpunten uit de opleiding: inclusie, ervaringsgericht leren en e-learning.
Voor studenten internationalisering is deze clustering van vakken niet van toepassing. Zij hebben een afzonderlijk stappenplan van bachelorproef.
We verwijzen naar de leidraad bachelorproef, die te vinden is op Toledo.
Plaats in het onderwijsaanbod
Toleranties
Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):
Onderwijsleeractiviteiten
6 sp. Bachelorproef 3 (B-ODISEE-OWL28a)
Inhoud
De bachelorproef ontwikkelt en toetst zowel inhoudelijke competenties als competenties gericht op de communicatie van wetenschappelijke inzichten alsook innovatieve ontwikkelingsgerichte inzichten. De student dient vakliteratuur en wetenschappelijke literatuur te analyseren, waarbij hij/zij zich inwerkt in een bepaald onderwerp en hier verder innovatief mee aan de slag gaat via praktijkonderzoek. De bachelorproef is als het ware een persoonlijke synthese van zelf verzamelde vakliteratuur en wetenschappelijke literatuur omtrent een bepaald onderwerp met een concreet innovatief product dat sterk toepasbaar is in het onderwijs.
Voor meer info: zie leidraad beachelorproef, die te vinden is op Toledo.
Toelichting werkvorm
De student werkt in hoofdzaak zelfstandig aan zijn bachelorproef. De student bewaakt de voortgang van zijn/haar bachelorproef en treedt voldoende in overleg met de ankerschool, de promotor, de co-promotor en mogelijke externen.
Studenten keuzetrajecten
De student krijgt procesbegeleiding en inhoudelijke begeleiding in een onderzoeksgroep onder leiding van een promotor. Deze onderzoeksgroep komt verschillende keren samen gedurende het academiejaar. Voorbereiding van en deelname aan deze sessies maken deel uit van de procesevaluatie. Daarnaast zijn er gedurende het academiejaar helpdeskmomenten voorzien waarop de student aan de co-promotor specifieke vragen kan stellen. De co-promotor bewaakt de transfer naar het gekozen keuzetraject.
De student werkt gedurende het volledige academiejaar nauw samen met de organisatie/school waar hij zijn bachelorproef realiseert.
Studenten internationalisering
De student krijgt procesbegeleiding en inhoudelijke begeleiding in een onderzoeksgroep onder leiding van een promotor. Deze onderzoeksgroep komt verschillende keren samen gedurende het academiejaar. Voorbereiding van en deelname aan deze sessies maken deel uit van de procesevaluatie. Daarnaast zijn er gedurende het academiejaar enkele helpdeskmomenten voorzien waarop de student aan de co-promotor specifieke vragen kan stellen. Indien de student op internationalisering is, gebeurt de begeleiding tijdens het tweede semester online. De co-promotor is de coördinator internationalisering, die de transfer naar het internationale traject bewaakt. De planning wordt opgevolgd in het eerste semester zoals de studenten van het keuzetraject. In het tweede semester spreken de studenten individueel af met de promotor en de co-promotor; dit proces verloopt vraaggestuurd.
Evaluatieactiviteiten
Bachelorproef 3 (B-ODISEE-O70580)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
De berekening van het eindcijfer voor de bachelorproef is als volgt:
- 15% procesevaluatie: voorbereiding van en deelname aan de de contactmomenten met de promotor in de onderzoeksgroep - aanwezigheid en inbreng tijdens helpdeskmomenten - feedback integreren.
- 70% product/onderzoeksvaardigheden/paper: Hij/zij realiseert een product en paper (zie sjabloon op Toledo) gerealiseerd en ondersteund door onderzoeksvaardigheden. Het cijfer voor dit onderdeel is het rekenkundig gemiddelde van product, onderzoeksvaardigheden en paper, tenzij de student op één onderdeel een 8/20 haalt of twee of meerdere onderdelen een 9/20; dan behaalt de student maximaal 8/20. Indien de student op dit onderdeel (product, onderzoeksvaardigheden en paper) een 8/20 haalt, behaalt de student maximaal 8/20 voor het OPO bachelorproef.
- 15% presentatie met verdediging: Hij/zij demonstreert en verdedigt zijn product via een presentatie.
Het eindcijfer wordt berekend aan de hand van een gewogen gemiddelde van de drie onderdelen en met correctiefactor binnen het onderdeel ‘product/onderzoeksvaardigheden/paper’. Bij blijk van onvoldoende schriftelijke taalbeheersing, kan de bachelorproef maximaal 13/20 als eindscore hebben.
Het werkveld geeft feedback ten aanzien van het product. Deze evaluatie wordt naast de evaluatie van het product van de betrokken begeleiders gelegd.
Voor meer info: zie leidraad bachelorproef en evaluatierooster, die te vinden zijn op Toledo.
Toelichting bij herkansen
De student past zijn/haar bachelorproef aan op basis van feedback en in overleg met de promotor en co-promotor, die hem/haar gedurende het proces begeleidden.