Nederlands 2-2 (B-ODISEE-OWL10A)
Doelstellingen
http://public.hubrussel.be/ancor/ectskerndoel/pages/OPOKerndoel.aspx?OID=16167&OPLID=249
Begintermen
De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.
Verwachte voorkennis: de leerstof van Nederlands 1-1, Nederlands 1-2, Nederlands 2-1 van deze opleiding.
Plaats in het onderwijsaanbod
Toleranties
Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. Nederlands 2-2 (B-ODISEE-OWL10a)
Inhoud
DIDACTIEK en basisinhouden
Binnen de didactiek van de principes van krachtig taalonderwijs komen geïntegreerd aan bod:
- overzicht van het begrippenapparaat om teksten te analyseren en ze doelgericht in te zetten in functie van een concreet leesbevorderend Jeugdboekenmaandproject
- overzicht van het begrippenapparaat om beeldtaal (en meer algemeen beeldcultuur) te analyseren in functie van het werken met prentenboeken in het kader van beginnende en aanvankelijke geletterdheid.
- studie van specifieke vaktermen en doelen bij ontluikende, beginnende en aanvankelijke geletterdheid
- studie van methodes voor aanvankelijk lezen, de onderliggende didactische principes en het erbij horende (hulp)materiaal
- herhaling en verdieping van de taaldidactiek en inhouden van Nederlands 1-1, Nederlands 1-2, Nederlands 2-1 en Nederlands 2-2 in functie van de didactiek van Nederlandsetaalleerders en samenhang met taalbeleid
- de onderliggende theorieën i.v.m. taalverwerving en inzicht in de 'bruggen' naar de didactiek van Nederlands en Frans
- studie van het leerplan ZILL
TAALCOMPETENTIES VAN DE LEERKRACHT (TAC)
- verdieping van het taaldoel “schrijven” (dus o.a. van de academische taalcompetentie):
- taalzorg (stijltips en grammaticale fouten wegwerken): herhaling en uitdieping
- spelling van de werkwoordsvormen, algemene spellingsregels van het Nederlands: herhaling en uitdieping
- informerende brieven aan ouders
- schriftelijke evaluatie bij een stelwerk of een andere oefening van leerlingen
- band tussen kaders voor zakelijk-academisch schrijven en schrijfopdrachten binnen andere, niet-talige OPO’s van de opleiding
- verslag schrijven van een vergadering met medestudenten over een onderwijskundig thema (bv. taalintegratie in de klas)
Toelichting onderwijstaal
de onderwijstaal in het Vlaamse basisonderwijs
Toelichting werkvorm
DIDACTIEK en basisinhouden
- DAG-studenten vinden op toledo een overzicht van de inhoud per contactmoment. Ze nemen op basis daarvan vóór elk contactmoment - per hoofdstuk van de betreffende les- zelfstandig de leerdoelen door in de studiewijzer en het bijhorende hoofdstuk van 'Volop Taal'. Ze noteren vragen/opmerkingen en brengen die mee. Afhankelijk van de leerstof zullen ze oefeningen voorbereiden en/of gericht materiaal meebrengen. Tijdens het contactmoment komt de theorie aan bod in concrete oefeningen, leggen de studenten verbanden (ze herkennen en bespreken de theorie in die concrete oefeningen) en krijgen ze de mogelijkheid om vragen te stellen. Ze zullen geregeld in groep overleggen en kunnen tijdens een aantal contactmomenten aan taken werken (begeleid zelfstandig werk) en feedback vragen. Actieve betrokkenheid en medewerking tijdens de contactmomenten zijn een vereiste. Voor HAO (afstandsstudenten) richt de opleiding specifieke sessies in die we ten zeerste aanbevelen. Afstandsstudenten vinden op toledo een babbelplaat waarin belangrijke elementen i.v.m. dit OPO opgenomen zijn.
TAC
- Hoorcollege: het scheppen van een kader voor de oefeningen en het zelfstandig werk. Individuele oefeningen en groepsoefeningen: het verkennen van allerlei mondelinge en schriftelijke taalgebruikssituaties, het verwerken van feedback.
- DAG: actieve inbreng van de studenten, gedeeltelijke voorbereiding van de werkcolleges, noteren tijdens de hoorcolleges teneinde de beoogde doelstellingen en competentieniveaus te bereiken.
- HAO: begeleide zelfstudie. Je volgt geen hoor- of werkcolleges maar verwerkt het studiemateriaal op zelfstandige basis en tijdens de practica.
Evaluatieactiviteiten
Nederlands 2-2 (B-ODISEE-O70121)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
DIDACTIEK EN BASISINHOUDEN ÉN TAC:
Het eindcijfer Nederlands 2-2 wordt berekend aan de hand van een gewogen gemiddelde met correctiefactor: 50% mondeling examengesprek (didactiek en basisinhouden) en 50% permanente evaluatie. Indien op één van de taken een cijfer van 7/20 of minder behaald wordt, wordt het resultaat van het opleidingsonderdeel teruggebracht tot het resultaat van de taak met het laagste cijfer. Als een student een taak niet indient, wordt deze beoordeeld als 'niet-afgelegd' (NA). Een NA voor een taak resulteert in een NA voor het opleidingsonderdeel.
- Mondeling examengesprek over zelfgekozen schoolboekteksten met materiaal (zie takenblad) (50%)
- Permanente evaluatie (50%): voorbereidingen, actieve betrokkenheid en medewerking tijdens de contactmomenten didactiek en basisinhouden én talige leerkrachtcompetenties (TAC), toetsen, leertaak Jeugdboekenmaand, examentaak aanvankelijk lezen. Concrete inhoud en evaluatie taken: zie Toledo.
TAC is een jaarvak dat binnen Nederlands 2-2 geëvalueerd wordt.
Voor TAC wordt P+/P/F toegekend voor TAC op basis van volgende elementen:
- Aanwezigheid en actieve medewerking tijdens de contactmomenten of de HAO-sessies;
- Verdere verdieping van het taaldoel “schrijven” en de academische taalcompetentie, o.a. met behulp van het portfolio TAC, tijdens de lessen en tijdens zelfstandig werk. Indienen van enkele bewijsstukken uit het portfolio TAC om dit te staven.
- In Nederlands 2-2: minstens 1 keer een zinvolle vraag stellen over en aan de hand van een eigen schrijfproduct tijdens een taalatelier in Nederlands 2-2. Het schrijfproduct mag kaderen binnen een opdracht van een ander OPO (bv. Praktijkonderzoek…), binnen stage… Verdere duiding volgt in de lesblokken of de HAO-sessies. HAO-studenten richten hun vraag in het practicum of via mail.
Wie op één of meer van deze 3 punten onvoldoende presteert, behaalt een F voor TAC. Wie zich onderscheidt op elk van deze 3 punten, behaalt een P+. De P+/P/F wordt verrekend binnen de permanente evaluatie van het OPO Nederlands 2-2, dus in semester 2. Wie P+ behaalt, krijgt een bijkomend punt voor permanente evaluatie. Wie een P behaalt, behoudt het punt voor permanente evalutie. Wie een F behaalt, verliest een punt voor permanente evaluatie.
Wie meer dan 1 keer ongewettigd afwezig is tijdens de contacturen en/of de oefeningen niet maakt, krijgt een NA voor het deel TAC en dus een NA voor het OPO.
Meer duiding is te vinden op Toledo.
Toelichting bij herkansen
zelfde modaliteit als tijdens EP 2, taken indienen op de eerste dag van 2e zittijd