Lichamelijke Opvoeding: Individuele en interactieve bewegingsdomeinen 3 (B-ODISEE-OO4105)

3 studiepuntenNederlands70 urenEerste semesterEerste semester
Thijs Bart (coördinator) |  Berckmoes Robin |  Debusscher Inne |  Diels Rudi |  Thijs Bart |  Wyckmans Petra  | MinderMeer
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

Ik toon aan over inhoudelijke expertise van de verschillende leer- en vakgebieden te beschikken (niveau: doorgroei).

De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in het onderwijs- en examenreglement.

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):

Onderwijsleeractiviteiten

1.5 sp. Individuele bewegingsdomeinen 3 (B-ODISEE-OO6110)

1.5 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum-opdracht40 urenEerste semesterEerste semester
Debusscher Inne |  Diels Rudi |  Thijs Bart |  Wyckmans Petra
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

Zwemmen

Herhaling techniek crawl en techniek rugcrawl
Herhaling tuimelkeerpunt crawl en rugcrawl

Herhaling startduik crawl en rugcrawl

Techniek schoolslag: beenbeweging en ligging, armbeweging, ademhaling, coördinatie
Techniek keerpunt schoolslag

Techniek startduik schoolslag

Toepassen van schoolslag in uithoudings- en snelheidsvormen

 

Atletiek

poweropdrachten (fundamentele loopbeweging, standworp discuswerpen), techniek- en prestatieopdrachten (hordenlopen, dicuswerpen)

 

Gymnastiek

Technische elementen: De student zal 8 turnbewegingen aangeleerd krijgen.  Deze bewegingen vormen de basis van het toestelturnen en komen tevens voor in het leerplan basis en secundair onderwijs. Deze beweging worden onverdeeld per toestel: Vloer: voorwaartse salto,overslag, flik (uit minitrampoline) en ophurken naar handstand Rekstok: rugwaartse buikdraai, voorwaartse buikdraai en loopkip.  De verschillende technische bewegingen kunnen in detail bekeken worden op Toledo waar elke beweging en de bijhorende vereisten uitgelegd staan.  Van elke beweging is eveneens een bijhorende kijkwijzer en video terug te vinden.

Dans

1. Maken van een inswinger (muziekanalyse + passen met methodische opbouw uitgeschreven in een lesplan voor sec. ond.)

2. Choreografie/ Combinatie.

3. Aanleren van zelfgemaakte inswinger.

 https://studiemateriaal.odisee.be/publiek/OlaFiche.aspx?OID=20911

 

Zwemmen

Zowel leraargestuurd als leerlinggestuurd (werken in kleine groepjes adhv taakkaarten, opdrachten per 2 of in groep, observatie opdrachten, partnerevaluatie...), individuele oefentijd en feedback, wederzijds leren en feedback van medeleerling

Atletiek

Taken, individuele oefentijd en feedback, wederzijds leren en feedback van medeleerling

Gymnastiek

Elke turnbeweging wordt methodisch opgebouwd zoals deze kan worden gegeven in het onderwijs.  De student zal, mits voldoende oefening tijdens en buiten de lessen, daarna in staat zijn om de vereisten van de oefening in een demonstratie te tonen.

Voor de methodische opbouw wordt klassikaal gewerkt.  Het oefenen van de bewegingen gebeurt zelfstandig of in kleine groepjes met feedback en bijsturing van de leerkracht en eventueel het gebruik van video analyse.

Dans

Imitatie en integratie.
Geprogrammeerde instructie.
Leergesprek.
Klassikaal inoefenen/ kritische observatie van partner.
Partnerwerk.
Individuele opdrachtsvorm.
Groepswerk.

1.5 sp. Interactieve bewegingsdomeinen 3 (B-ODISEE-OO6111)

1.5 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum30 urenEerste semesterEerste semester
Berckmoes Robin
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

Balsporten 2.1

Vanuit de ecologische visie op balsporten wordt de student geconfronteerd met de realiteiteit (diversiteit) van het lesgeven in balsporten dit dmv verschillende spelvormen, taken.  De link tussen de basisvoorwaarden tot bewegen en balsportonderwijs worden behandeld. Er worden verschillende thema's besproken, waarbij afdalingen en of uitbreidingen voorzien worden.

Contact en Verdediging

Spelvormen i.v.m. trekken, duwen, heffen, dragen…valvaardigheden, werp- en immobilisatietechnieken.

Preventief omgaan met conflicten, zelfverdediging en bevrijdingstechnieken.
Didactische en methodische richtlijnen in functie van het bewegingsonderwijs. 

https://studiemateriaal.odisee.be/publiek/OlaFiche.aspx?OID=20912

 

Balsporten (R. Berckmoes)

- De student neemt deel aan allerlei spelvormen (loopspelvormen, balspelvormen tot balsport spelvormen)

- Demostesten (voetbal/handbal/volleybal/basketbal/hockey) (cfr. eerste opleidingsfase, Balsporten I)

Contact- en verdedigingssporten (R. Berckmoes)

Spelvormen i.v.m. trekken, duwen, heffen, dragen…
Valvaardigheden, werp- en immobilisatietechnieken.

 

Evaluatieactiviteiten

Lichamelijke Opvoeding: Individuele en interactieve bewegingsdomeinen 3 (B-ODISEE-OO8105)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets
Leermateriaal : Cursusmateriaal

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal
OO6110 - Individuele bewegingsdomeinen 31-20/20 puntenschaal
OO6111 - Interactieve bewegingsdomeinen 31-20/20 puntenschaal

Algemeen

Pemanente evaluatie: Om te kunnen deelnemen aan het examen/evaluatie is aanwezigheid en 100% actieve en constructieve deelname in de lessen vereist! Elke afwezigheid moet geduid worden en kan eventueel gecompenseerd worden. De student(e) neemt zelf, zo snel mogelijk, contact op met de docent die bepaalt op welke wijze compensatie mogelijk is. Het NIET compenseren leidt tot een NA voor dit deel.Hieronder is speciefieke informatie per OLA te vinden. Het OPO bestaat uit twee OLA's (Individuele bewegingsdomeinen 2.1 en interactieve bewegingsdomeinen 2.1

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

OLA Individuele bewegingsdomeinen 2.1: Atletiek (R. Diels), Toestelturnen (B. Thijs), Zwemmen (P. Wyckmans), Dans (I. Debusscher)

- Atletiek

Aflossing:
Technische evaluatie hordelopen: 10 ptn.

Discuswerpen:
jongens (2 kg): 20m = 5/10 (per meter, 1 punt bij of af)
meisjes (1 kg): 17m = 5/10 (per meter, 1 punt bij of af)
Technische evaluatie discuswerpen: 10 ptn.

Test:  Na elke lessenreeks van een discipline wordt een test afgenomen.

Retest: Op het einde van alle lessenreeksen kan er voor elke discipline een retest afgelegd worden. De score behaald tijdens de retest wordt weerhouden.

Bepaling eindpunt: De scores behaald op de verschillende disciplines worden opgeteld. Het eindpunt wordt herleid tot een score op 20 punten
Er kan enkel een eindpunt bepaald worden als er een score is voor alle disciplines.

- Gymnastiek

Normaal traject :                                                                                                                                                                                                                                                                                   

Praktische vaardigheden: Permanente evaluatie met definitief karakter gedurende het academiejaar. Elke test kan, van zodra de leerstofopbouw gegeven werd, elke les opnieuw worden afgelegd. De vereisten worden meegegeven aan de studenten in een apart evaluatiedocument. Elke test bestaat uit 3 basiscriteria die elk op 2 punten staan. De student(e) kan op elke criteria 2, 1 of 0 punten scoren. Wanneer hij / zij in staat is om de drie basiscriteria te tonen, haalt de student(e) hiermee 6 op 10. Vervolgens kunnen nog extra punten worden behaald. Elke extra moeilijkheid geeft de student(e) een extra punt. Indien de student(e) voldoet aan de basiscriteria en de 4 bonuscriteria kan tonen, dan scoort hij 10 op 10. Deze worden bij aanvang van het academiejaar aan de studenten meegegeven en hangen uit in het leslokaal.
De eindscore zal op 20 punten worden gezet. De student(e) kan slechts een eindscore krijgen wanneer hij/zij alle onderdelen (hierboven vermeld bij leerinhoud) afgelegd heeft.
Op het gemiddelde (= eindscore) kan nog 1 extra punt gescoord worden door volgende bonuselementen te tonen:

Traject voor studenten met EVK

Deze studenten leggen op een vastgelegd examenmoment het deel van de Demonstratieve Vaardigheden III (zie normale traject) af. Indien zij hierop 8/10 (16/20 op demo's) van de punten halen, kunnen ze er voor kiezen om vrijgesteld te worden voor de technische vaardigheden. Hiertegenover staat dat zij, tijdens elke reguliere les, worden ingeschakeld bij het lesgeven en bij regelmaat een groepje studenten onder hun verantwoordelijkheid krijgen.  Op het einde van het jaar kunnen zij, indien gewenst, opnieuw deelnemen aan het examen van de demonstratieve vaardigheden om hun puntentotaal alsnog op te trekken.  Hierbij worden de punten gerekend van het mondeling examen dat ter vervanging van de technische vaardigheden zal worden voorgelegd.  Hierbij krijgen ze twee vragen over de gezien stof uit het oogpunt van de lesgever/coach.

Berekening eindscore: 80% voor demonstratieve vaardigheden en 20% voor mondelinge vraag  =   het eindpunt wordt omgerekend op 20.

- Zwemmen

1. TECHNIEK 
- schoolslag op 20 punten (adhv observatieprotocol)

2. SNELHEID 
- 50 m schoolslag op 10 punten 

dames    punt      heren

44"          10          40"

46"           9           42"

48"           8           44"

50"           7           46"

52"           6           48"

54"           5           50"

56"           4           52"

58"           3           54"

1'              2           56"

1'02"        1           58"

 

3. UITHOUDING (op 20 punten)
- 10 minuten schoolslag (norm: 375m = 10/20 en + of - 1 punt: + of - 25m; er mag niet gestopt worden en het keerpunt moet correct gebruikt worden).

VERLOOP VAN DE TESTEN:
Tijdens het academiejaar is er een permanente evaluatie: na een bepaalde periode wordt een test afgenomen van de geziene techniek (schoolslag) of er wordt een uithoudings- en snelheidstest afgenomen. Er wordt tevens rekening gehouden met de actieve medewerking van de student(e) tijdens de zelfstandig uit te voeren taken.
Test:  Na elke lessenreeks van een techniek of trainen van de uithouding en snelheid, wordt een test afgenomen.

Retest: Op het einde van alle lessenreeksen kan er voor elke techniek, uithouding of snelheid een retest afgelegd worden. De score behaald tijdens de retest wordt weerhouden.

HET EINDPUNT VAN DE RUBRIEK ZWEMMEN:
Bepaling eindpunt: De scores behaald op de verschillende testen worden opgeteld. Het eindpunt wordt herleid tot een score op 20 punten

MAAR: 100% actieve en constructieve aanwezigheid en deelname is vereist! Studenten die storend gedrag vertonen, passief zijn in de les, weinig of geen respect tonen voor leraar en/of studenten, zich niet aan de afspraken houden,  nooit meehelpen met zwemmateriaal klaar te zetten of weg te bergen, niet meewerken aan de zelfstandige opdrachten, ... kunnen op hun eindtotaal 1 tot meerdere punten verliezen! (beroepshouding!). Er kan enkel een eindpunt bepaald worden als er een score is voor alle testen (uithouding crawl, snelheid rugslag en techniek rugslag).

- Dans

Er zijn 3 evaluatiemomenten: Choreo/Combi (/20pt) - Verslag dansvoorstelling (/10pt) - Inswinger (/10pt)

  • Permanente evaluatie

Een positieve aanwezigheid en houding van de student(e) tijdens de lessen kan het punt beïnvloeden met een afronding naar boven, een negatieve houding kan het punt beïnvloeden met een afronding naar beneden. Per twee ongewettigde afwezigheden wordt 1 punt afgetrokken van het eindpunt. Doktersattesten kunnen tot 1 week na de afwezigheid ingediend worden, nadien gelden deze bewijzen niet meer!

 

Er kan enkel een eindpunt bepaald worden als er een score is voor alle onderdelen.
Bepaling eindpunt: De scores behaald op de onderdelen worden opgeteld en herleid tot een score op 20 punten. Bij een tekort op één onderdeel, kan een negatief punt gecompenseerd worden met twee positieve punten op het andere onderdeel.

Bepaling eindpunt van het OLA: TT, ATL, DANS, ZWEMMEN. Telkens een punt op 20.

Indien nergens een tekort: rekenkundig gemiddelde. Vb. Toestelturnen: 13/20, Atletiek: 10/20, Dans: 12/20, Zwemmen 14/20 à 12,25 à 12/20

Indien één of meerdere tekorten: kijken of compensatie mogelijk is: elk negatief punt kan gecompenseerd worden met 2 positieve punten om zo tot een 10/20 te komen.  Enkel dan is compensatie mogelijk.

Situatie 1: Er zijn na compensatie geen buispunten meer: rekenkundig gemiddelde van de punten na de compensatie. Vb. Toestelturnen: 13/20, Atletiek: 8/20, Dans: 9/20, Zwemmen: 14/20. De 7 positieve punten, zijn voldoende om de 3 negatieve punten te compenseren. Toestelturnen wordt 11/20, Atletiek wordt 10/20, Dans wordt 10/20, Zwemmen wordt 10/20 = 10,25 à 10/20

Situatie 2: Compensatie is niet mogelijk: het eindpunt op het OLA wordt het laagste punt. Vb. Toestelturnen: 11/20, Atletiek: 8/20, Dans: 9/20, Zwemmen 14/20  De 5 positieve punten, zijn onvoldoende om de 3 negatieve punten te compenseren. Het eindpunt op het OLA wordt in dit geval 8/20.

Indien de student dit OLA dient te hernemen dan wordt elke sport waarop 10 of meer gehaald werd vrijgesteld. In het voorbeeld hierboven dient de student dans en atletiek te hernemen, de punten van zwemmen (14/20) en toestelturnen (11/20) blijven behouden.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

OLA Interactieve bewegingsdomeinen 2.1: Balsporten (R. Berckmoes) en Contact en Verdediging (R. Berckmoes)

- Balsporten 2.1 - Eindpunt op 40

-  sleuteltesten van de 4 balsporten (cfr. eerste opleidingsfase, voetbal/handbal/volleybal/basketbal) bepalen voor 40% het eindpunt van dit OLA.

- 10% van het eindpunt staat op de betrokkenheid van de studenten tijdens de lessen.

- 50% van het punt wordt bepaald door de eindopdracht. De studenten krijgen (per twee) de opdracht om rond een bepaald thema 15 oefeningen te maken in functie van een leerlijn. De thema's ter evaluatie worden tijdens de contacturen besproken en uitgebreid uitgewerkt. 

- Contact en Verdediging - Eindpunt op 20

Het eindpunt wordt bepaald door:

1. Toonmoment: de student kan de aangeleerde technieken demonstreren (80%).

2. Attitude-beoordeling: de student toont betrokkenheid, houdt zich aan de gemaakte afspraken in functie van een veilig leerklimaat en toont zich competent in het zelf initiëren van de geboden oefenstof (20%).

Bepaling van het eindpunt van het OLA:

Balsporten (eindpunt op 40, dubbel gewicht op basis van de CU), Contact- en verdedigingssporten (eindpunt op 20)

Indien nergens een tekort: gewogen rekenkundig gemiddelde. Vb. Balsporten 34/40 en Contact- en verdedigingssporten 10/20 = 44/60 = 14,6 = 15/20

Indien één of meerdere tekorten: kijken of compensatie mogelijk is: elk negatief punt kan gecompenseerd worden met 2 positieve punten om zo tot een 10/20 te komen.  Enkel dan is compensatie mogelijk. 

Situatie 1: Er zijn na compensatie geen buispunten meer: rekenkundig gemiddelde van de punten na de compensatie? Vb. Balsporten 28/40 en Contact- en verdedigingssporten 8/20. De 2 negatieve punten van Contact- en verdedigingssporten kunnen gecompenseerd worden met 4 positieve punten van balsporten. Balsporten wordt dan 24/40 en Contact- en verdedigingssporten 10/20, het eindpunt wordt 34/60 = 11,3/20 = 11/20

Situatie 2: Compensatie is niet mogelijk: het eindpunt op het OLA wordt het laagste punt. Vb. Balsporten 28/40 en  Contact- en verdedigingssporten 5/20. De 5 negatieve punten van Contact- en verdedigingssporten kunnen niet gecompenseerd worden met de 8 positieve van balsporten. Het eindpunt wordt dan het laagste punt, in dit geval 5/20

Indien de student dit OLA dient te hernemen dan wordt elke sport waarop 10 of meer gehaald werd vrijgesteld.

Bepaling eindpunt OPO

Eindpunt van het OPO wordt bepaald door het gewogen gemiddelde van de OLA’s en dit op basis van de studiepunten.
Wanneer men op één OLA een 7 of minder haalt, krijgt het OPO het laagste punt. Deeloverdrachten: een voldoende behaald op een OLA blijft binnen eenzelfde en tussen verschillende academiejaren behouden.  Indien de student een 10 of meer haalt op het eindpunt van één van de sporten (atletiek, toestelturnen, zwemmen, dans, basis Lo, balsporten) binnen een OLA, ook dan blijft het punt behouden binnen eenzelfde en tussen verschillende academiejaren.  Studenten die sommige sporten opnieuw dienen te doen en anderen niet (10 of meer op die sport), nemen contact op met de docent voor een aangepaste ECTS-fiche.

Studenten met een examencontract:  Studenten met een examencontract nemen contact op met de verantwoordelijke van het OPO voor een aangepaste ECTS-fiche.

Binnen dit opleidingsonderdeel zijn er deeloverdrachten bij een geslaagd deelresultaat:

  • OO6110 - Individuele bewegingsdomeinen 3 (binnen en over academiejaar)
  • OO6111 - Interactieve bewegingsdomeinen 3 (binnen en over academiejaar)

De student neemt contact op met de desbetreffende docent waarvoor hij niet geslaagd is.

De herkansingen voor individuele- en interactieve sporten 3 zullen plaatsvinden tijdens het tweede semester.