Nederlands: Jeugdliteratuur (B-ODISEE-OO3175)

3 studiepuntenNederlands20 urenTweede semesterTweede semester
Vanoosthuyze Silvie (coördinator) |  Vanoosthuyze Silvie
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

Ik toon aan over inhoudelijke expertise van de verschillende leer- en vakgebieden te beschikken (niveau: doorgroei).

De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Nederlands: Jeugdliteratuur (B-ODISEE-OO5175)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College-opdracht20 urenTweede semesterTweede semester
Vanoosthuyze Silvie
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

H. 1 Inleiding

H. 2 Begrippenkaders

H. 3 Kindbeelden in jeugdliteratuur doorheen de eeuwen heen (18de - 20ste eeuw)

H. 4 Jeugdliteratuur in de 21ste eeuw

  • Algemene tendensen
  • Functies van jeugdliteratuur
  • Leesvoorkeuren jonge lezers: beoordelingscriteria
  • Enkele populaire genres onder de loep:
    • mimetische genres
      • historische verhalen
      • Holocaustverhalen
      • probleemboeken 
      • psychologisch-literaire jeugdboeken
      • detectiveverhalen
    • fantastische genres
      • fantasy
      • sciencefiction
      • griezelverhalen

H.5 Jeugdliteratuur in de klas (of: literatuurdidactiek)

Begeleide zelfstudie - Oefeningen/opdrachten

  • Voorbereidende lectuur
    • Op  ULTRA vindt de student de planning van de lessen Jeugdliteratuur terug. In die planning is duidelijk te zien welke teksten uit de bijlagen tegen welke datum gelezen moeten worden.  Het betreft jeugdboekfragmenten uit oudere jeugdliteratuur (2de helft 18de eeuw - 20ste eeuw), naast 5 jeugdboeken. Vier ervan worden gekozen door de studenten zelf, maar wel in overleg met elkaar en met de docent. Deze boeken worden tijdens de les gebruikt om de theorie aan de praktijk te toetsen. Bij een van de zelfgekozen boeken krijgt de student een take home-examenvraag
      • enerzijds SergelSamuel (Willy Spillebeen) (of en ander Holocaustboek)
      • anderzijds 4 zelfgekozen jeugdboeken binnen de volgende genres:
        • fantasy of sciencefiction;;
        • een 'probleemboek' of literair-psychologisch jeugdboek;
        • een adolescentenroman;
        • een historisch jeugdboek.
    • Optioneel (i.f.v. bonuspunten, zie rubriek evaluatie): de student leest bovenop de vijf verplichte jeugdboeken nog 1 of 2 boektoppers (A- of  B-reeks 2024-2025). Wat er naast de lectuur van de boeken nog moet gebeuren, vindt de student beschreven in H.1 van de cursus.

Een student met een examencontract leest 3 boeken: het verplichte boek en twee jeugdboeken naar keuze (binnen twee verschillende van de hierboven vermelde genres).

  • Contacturen  

Tijdens de lessen op de campus worden na een theoretische inleiding op het fenomeen jeugdliteratuur de dominante kindbeelden in de jeugdliteratuur sinds de 2de helft van de 18de eeuw bestudeerd. Voorafgaande lectuur van relevante tekstfragmenten is vereist voor deze lessen die vooral via onderwijsleergesprekken en vragen bij de lectuur opgebouwd worden. 

De kindbeelden zijn ook belangrijk bij de studie van enkele populaire hedendaagse jeugdliteraire genres. Vertrekpunt voor deze studie is het handboek Uitgelezen jeugdliteratuur én de lectuur van een recent jeugdboek binnen elk genre. Via korte doceermomenten en groepsopdrachten bij de verplichte lectuur voor het OPO verkennen de studenten onder begeleiding van de docent het nieuw-realistisch jeugdboek, het adolescentenverhaal, fantasygenres, Holocaustverhalen en historische jeugdboeken.

Een student met een examencontract dient deze inhouden zelfstandig te verwerken.

  • Zelfstandig werk

De student bestudeert enkele hoofdstukken uit Uitgelezen jeugdliteratuurDe lector geeft aan of de lectuur voorafgaand aan of ter verwerking van de colleges moet gebeuren.

  • Projectweek 

Tijdens de (tweejaarlijkse) vakoverschrijdende projectweek neemt de student deel aan een reeks activiteiten verbonden aan lezen met, voor en door leerlingen. Fictieve teksten allerhande komen hierbij aan bod (toneel, proza, poëzie).  

Evaluatieactiviteiten

Nederlands: Jeugdliteratuur (B-ODISEE-OO7175)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Naslagwerk

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Schriftelijk examen (2.25 SP of 45 punten): tijdens het examen wordt gepeild naar de theoretische kennis en inzichten m.b.t. de inhouden van Literatuur 2: theorie jeugdliteratuur en literatuurdidactiek.

Take home-examen (0.75 SP of 15 punten): de student krijgt 1 examenvraag op voorhand, namelijk rond een van de jeugdoeken die hij/zij/die zelf koos. Hij dient notities bij dit examen in aan de start van het schriftelijk examen. Het corresponderende hoofdstuk uit Uitgelezen Jeugdliteratuur hoeft hij/zij/die voor het schriftelijk examen niet meer te studeren. 

Bonuspunten (maximaal 10% of 3 punten):

  • het eindcijfer  wordt met maximaal 3 punten verhoogd indien de student twee extra boekentoppers uit de A- of B-reeks (2024-2025) las en er de bijhorende opdrachten bij uitvoerde. (zie H. 1 van de cursus voor meer informatie);
  • het eindcijfer wordt met maximaal 2 punten of 1 punt verhoogd indien de student 1 extra boekentopper uit de A- of B-reeks (2024-2025) las en er de bijhorende opdracht(en) bij uitvoerde zie H. 1 van de cursus voor meer informatie). 
  • de student kan ook een eigen initiatief aan de docent voorleggen (bv. een studiedag, lezing, workshop...); samen wordt besproken voor hoeveel extra punten dit initiatief verrekend kan worden. 

Idem voor studenten met een examencontract.

Schriftelijk examen: dezelfde modaliteiten

Take-home examen: voor het take-home-examen leest de student - indien dit onderdeel onvoldoende was - één nieuw jeugdboek naar keuze, maar dan wel binnen een ander genre dan hij/zij/die voor de eerste zittijd las. Tijdens de nabespreking van de examenresultaten krijgt de student een nieuwe vraag voor dit take-home-examen. De theorie rond het genre van nieuw gekozen jeugdboek dient de student voor het schriftelijk herexamen niet te studeren.