Aardrijkskunde: Kosmografie (B-ODISEE-OO3143)

3 studiepuntenNederlands20 urenEerste semesterEerste semester
Van den Broeck Bram (coördinator) |  Van den Broeck Bram
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

Ik toon aan over inhoudelijke expertise van de verschillende leer- en vakgebieden te beschikken (niveau: doorgroei)

'De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.'

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Aardrijkskunde: Kosmografie (B-ODISEE-OO5143)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College20 urenEerste semesterEerste semester
Van den Broeck Bram
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

1 DE STERRENHEMEL  

1.1 Waarneming  

1.2 ELEMENTEN VAN DE HEMELSFEER  

2 Plaatsbepaling van een ster  

2.1 Horizontale coördinaten  

2.2 Equatoriale coördinaten  

2.3 De hemelstanden  

2.4 Oefeningen  

3 AFSTANDEN IN DE RUIMTE  

4 DE STERREN ZELF  

4.1 Indeling  

4.1.1 De helderheid.  

4.1.2 De grootte van een ster  

4.1.3 De kleur en ouderdom:  

4.2 Eigen beweging  

4.3 Het Hertzsprung-Russell diagram (HRD)  

4.4 Het leven van een ster  

5 DE STERRENSTELSELS  

5.1 Ons Melkwegstelsel  

5.2 Andere sterrenstelsels  

5.2.1 Wat leren de waarnemingen in het heelal ?  

5.2.2 Indeling van de sterrenstelsels  

6 HET HEELAL   

7 H E T Z O N N E S T E L S E L  

7.1 DE ZON  

7.1.1 Samenstelling  

7.1.2 Energiebron  

7.2 DE PLANETEN en PLANETENSTELSELS  

7.2.1 Ontdekking van planeten  

7.2. 2 Beweging  

7.2.3 Kenmerken der planeten  

7.2.3.1 Mercurius (de verschrompelde planeet)  

7.2.3.2 Venus (de gesluierde planet)

7.2.3.3 Aarde  

7.2.3.4 Mars (de rode planeet met zijn witte poolkappen)  

7.2.3.5 Planetoïden  

7.2.3.6 Jupiter (vele manen, een ring en een rode vlek)  

7.2.3.7 Saturnus (de geringde planeet)  

7.2.3.8 Uranus (de scheve planeet)  

7.2.3.9 Neptunus (winderige ijsreus)  

7.2.3.10 Pluto (dwergplaneet en samen met Charon dubbelplaneet)  

7.2.3.10 Sedna .

7.2.3.11 De Kuipergordel  

7.2.4 Oorsprong van het zonnestelsel  

7.3 KOMETEN en METEOREN  

7.3.1 Kometen (staartster)  

7.3.2 Meteoroïden  

8 D E A A R D E  

8.1 ALGEMENE KENMERKEN  

8.1.1 Vorm  

8.1.2.1 Overdag  

8.1.2.2 Bij nacht  

8.1.3.1 Bepaling  

8.1.3.2 Plaatsbepaling op aarde  

8.1.3.3 Berekening van de coördinaten  

8.2 DE ROTATIE VAN DE AARDE  

8.2.1 Het feit  

8.2.3 Gevolgen  

8.2.3.1 De afplatting aan de polen  

8.2.3.2 De afname van de zwaartekracht, van de polen naar de evenaar toe  

8.2.3.3 De afwijking van de winden  

8.2.3.4 Afwisseling van dag en nacht  

8.2.3.5 Het tijdsverschil op aarde  

8.3 DE REVOLUTIE VAN DE AARDE  

8.3.1 Het feit  

8.3.2 Bewijzen  

8.3.3 Gevolgen  

8.3.3.1 De ecliptica en precessie  

8.3.3.2 De ongelijke lengte van dag en nacht  

8.3.3.4 De kosmografische klimaatgordels  

8.3.3.6 Tijdrekening  

9 DE MAAN  

9.1 ALGEMENE KENMERKEN  

9.2 DE BEWEGINGEN VAN DE MAAN  

9.2.1 De revolutie om de aarde  

9.2.2 De rotatie van de maan om haar as (gebonden rotatie)  

2.2.3 De dagelijkse schijnbare beweging  

9.3 DE SCHIJNGESTALTEN VAN DE MAAN  

Nieuwe maan  

Eerste kwartier  

Volle maan  

Laatste kwartier  

9.4 VERDUISTERINGEN EN ECLIPSEN  

9.4.1 Voorwaarden  

9.4.2 Maansverduistering  

9.4.3 Zoneclips  

9.5 DE GETIJDEN  

9.5.1 Het feit  

9.5.2 De invloed van de maan  

9.5.3 De invloed van de zon  

9.5.4 Andere beïnvloedende factoren  

9.5.4.1 De inertie van de watermassa  

9.5.4.2 De uitgestrektheid van de zeeën  

9.5.4.3 De vorm van de oceanen  

9.5.4.4 De vorm van de kusten  

10 RUIMTEVAART  

10.1 Belangrijkste gebeurtenissen  

10.2 Organisaties  

10.3 De mens in de ruimte  

Begeleide zelfstudie - Interactievormen - Oefeningen/opdrachten

De lessen vinden plaats op de campus. Afhankelijk van een het onderwerp zal gekozen worden voor specifieke werkvormen: Enkele voorbeelden:

- Voor aardrotatie/aardrevolutie zal er vooral gebruik gemaakt worden van actieve/coöperatieve werkvormen. Deze onderdelen zijn vooral toepassingsgericht dus oefeningen/opdrachten zijn hier de meest voor de hand liggende werkvormen.

- Voor de samenstelling van ons zonnestelsel zullen de studenten voornamelijk individueel zelfstandig aan de slag gaan. Ze zullen de planeten en andere hemellichamen invidueel bestuderen en dit in een presentatie gieten voor de andere studenten. De studie van de verschillende planeten is voornamelijk beschrijvend en theorietisch dus vandaar dat deze werkvorm het meest logisch is.

- Voor het ontstaan en de evolutie van sterren wordt er gekozen voor de werkvorm doceren. De bespreking van het HR-diagram behelst enige inhoudelijke uitleg. 

- Er zal inngezet worden op digitale tools zoals stellarium.

Alle lesmomenten zullen ondersteund worden door didactisch materiaal. Verschillende ICT-bronnen zullen worden geraadpleegd, en er zal veel gebruik gemaakt worden van visueel materiaal. Er wordt een excursie gepland (indien de tijd het toelaat) naar de koninklijke sterrenwacht in Grimberen ter ondersteuning van de inhoud gegeven in de contactlessen. De aanwezigheid tijdens de contacturen is aangeraden wegens het interactieve karakter van de colleges.  Wanneer men niet kan aanwezig zijn wordt dit vooraf gemeld aan de docent.

 

Evaluatieactiviteiten

Aardrijkskunde: Kosmografie (B-ODISEE-OO7143)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Naslagwerk

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Het examen verloopt mondeling met een schriftelijke voorbereiding. Deze bevat vragen over de belangrijkste leerstofonderdelen en zijn voornamelijk toepassingsgericht. De evaluatie is immers op doorgroeiniveau. Dit betekent dat er zal dus voornamelijk gekeken worden naar je inzicht in kosmografische concepten/structuren. Er wordt dus meer geëvalueerd op het nievau: toepassen/analyseren en in mindere mate geëvalueerd wordt op het niveau: onthouden/begrijpen.

Je mag steeds een schoolatlas (Plantyn Algemene wereldatlas en/of De Boeck atlas ) gebruiken. Je brengt zelf een atlas mee naar het examen.  Voor sommige vragen mag je Google Earth" (op PC van het examenlokaal) gebruiken.  Heel wat vragen worden ondersteund door kaarten en figuren. Er is 30' voorbereidingstijd voorzien.  Voor de lokalisatie van plaatsnamen in de atlas is geen voorbereidingstijd voorzien.

Je moet op een goed gestructureerde wijze antwoorden en aantonen dat je inzicht hebt in de leerstof. Het examen is een mondelinge proef. Er wordt dus vooral rekening gehouden met wat je zegt. In geval van twijfel wordt de schriftelijke voorbereiding nagekeken. Het eindresultaat is niet noodzakelijk de optelsom van deze punten. Wanneer belangrijke leerstofonderdelen niet of onvoldoende gekend zijn zal zich dit weerspiegelen in het eindresultaat. Tijdens de contacturen wordt toegelicht wat je moet kennen en kunnen en welke de breekpunten kunnen zijn.

In een lerarenberoep is het ook belangrijk dat een leraar inhouden op een goed gestructureerde manier kunnen aanbrengen. Er kunnen hier verschillende juiste antwoordmogelijkheden zijn. Voor het behalen van een hogere score is presentatie, het motiveren van een eigen mening, creativiteit, het kunnen geven van voorbeelden uit de praktijk, het kunnen beantwoorden van bijvragen, het vlotte gebruik van de atlas, het uitleggen met behulp van schetsen en schema's of andere hulpmiddelen... belangrijk. 

Studenten met een examencontract nemen contact op met de coördinator van het OPO voor een aangepaste ECTS-fiche.

Zelfde modaliteit als 1e examenkans.