Werkveldervaring F in Europa (B-ODISEE-OG3006)

16 studiepuntenNederlandsTweede semesterTweede semesterUitgesloten voor examencontractUitgesloten voor creditcontract
Tency Inge (coördinator) |  Tency Inge |  Van der Aa Christine |  N.
Kernteam Vroedkunde St-Niklaas

https://webapps.odisee.be/Ancor/ECTSKerndoel/Pages/OPOKerndoel.aspx?OID=15450&OPLID=265

Voor een buitenlandse stage worden bijkomende doelstellingen geformuleerd (zie verder bij inhoud).

De algemene toelatingsvoorwaarden en de volgtijdelijkheid zijn beschreven in het onderwijs- en examenreglement.

Om op buitenlandse stage te kunnen vertrekken dient de student geslaagd te zijn voor werkveldervaring C, D en E en voor laagrisico perinatale zorgen deel 1 en 2 en laagrisico perinatale vaardigheden 1 en 2. Tevens dient een gemiddelde van 12/20 behaald te worden voor alle werkveldervaringen van het 2de jaar (nl. WVE C, D en E samen).

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):

Onderwijsleeractiviteiten

16 sp. Werkveldervaring F in Europa (B-ODISEE-OG5006)

16 studiepuntenNederlandsWerkvorm: StageTweede semesterTweede semester
Tency Inge |  Van der Aa Christine |  N.
Kernteam Vroedkunde St-Niklaas

Deze werkveldervaring omvat een integratie van de leerinhouden van de opleidingsonderdelen van verschillende opleidingsfasen en ondersteuning vanuit de leerlijnen professionele deskundigheid, wetenschappelijke deskundigheid, waardenontplooiing en leiderschap en zorgorganisatie en -innovatie.

De student loopt stage binnen Europa, maar buiten Vlaanderen, op verschillende afdelingen (o.a. verloskamer, materniteit, pre- en postnatale raadpleging, operatiekwartier, eerste lijn, enz.) volgens mogelijkheden van de buitenlandse stageplaats en steeds na overleg met de stagecoördinator en ankerpersoon internationalisering. De stage-uren worden bepaald in overleg met de buitenlandse stageplaats. Er wordt net zoals in België gestreefd naar 38u per week. 

In het kader van de buitenlandse stage worden volgende bijkomende doelstellingen vooropgesteld. De student zal:

  • inzicht verwerven in de opleiding en het werkveld van vroedvrouwen in het gastland
  • kennis van de taal van het gastland verfijnen, inclusief vakjargon en de nodige taalvaardigheid ontwikkelen
  • zich inwerken in de cultuur van het gastland en van hieruit handelen en respect tonen voor zorgverleners en cliënten en zo interculturele competenties verwerven met de nodige kritische reflectie
  • internationale vakkennis ontwikkelen

 

 

https://webapps.odisee.be/Ancor/SSM/Pages/BekijkSSM.aspx?OID=20810

Medbook

Meer informatie over de stage en opdracht is te vinden op het digitaal leerplatform.

Portfolio - Reflectie

Een stage is een werkvorm waarbij studenten in contact komen met het concrete werkveld om zo competenties te ontwikkelen in confrontatie met de praktijk in het werkveld. De student doet 38u stage per week. Voor meer details (aantal uren, weken: zie stagegids).

Aan de stage is een opdracht gekoppeld, die te vinden is op hte digitaal leerplatform. Een stage-opdracht is een werkvorm die tot doel heeft studenten zelfstandig competenties te laten verwerven. Er zijn geen contactmomenten voorzien voor het uitvoeren van de opdracht, wel instructies, begeleiding en feedback.

Daarnaast is aan elke stage van het dagonderwijs een verplichte halve dag intervisie gekoppeld, waarvan de datums en het programma minstens twee weken voor de start van de stage worden meegedeeld via Toledo Ultra. Deze intervisie-uren tellen mee als stage-uren.  Afstandsstudenten en studenten die in het buitenland stage lopen kunnen steeds aansluiten op de intervisie, maar zijn niet verplicht. 

Evaluatieactiviteiten

Werkveldervaring F in Europa (B-ODISEE-OG7006)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Portfolio, Procesevaluatie

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Dit opleidingsonderdeel bestaat uit stage (80% van de punten), stageopdracht (20% van de punten) en intervisie (enkel voor dagstudenten, "PASS or FAIL"). Tijdens de stage gaat een intervisie door met verplichte aanwezigheid voor de dagstudenten. Afstandsstudenten en studenten die stage lopen in het buitenland zijn niet verplicht de intervisie te volgen, maar kunnen steeds vrijblijvend aansluiten.

Een student moet op de delen stage en stageopdracht minstens de helft van de punten behalen om te kunnen slagen op OPO-niveau. Voor de intervisie dient de student aanwezig te zijn geweest en ontvangt daarmee een "PASS". Indien de student op één van de delen stage of stageopdracht een score heeft van 9/20 of minder, dan wordt het OPO-punt het laagste punt en herneemt de student enkel dat tekort in de tweede zittijd. Indien de student gewettigd afwezig (ziekte-attest, overlijdensbericht,...) was voor de intervisie, krijgt de student binnen EP2 een vervangopdracht. Indien de student ongewettigd afwezig was voor de intervisie, ontvangt deze een "FAIL" en krijgt de student in EP3 een vervangopdracht. 

De student neemt zelf initiatief om met zijn vooraf bepaalde en neergeschreven beginsituatie op voorbespreking te komen, ten laatste in de week voor de aanvang van de stage (fysiek op de campus of via MS Teams). Wanneer de student dit niet doet, scoort deze onvoldoende op professionionele attitude en tellen de tot aan de voorbespreking gelopen stage-uren niet mee (en dienen te worden ingehaald).

De student dient zijn handelen voortdurend kritisch in vraag te stellen door het maken van reflectieverslagen (twee reflectieverslagen per week).

De tussentijdse en eindevaluatie verlopen meestal via MS Teams (of andere communicatiekanalen), soms ook fysiek op de stageplaats. Er dient een schriftelijke voorbereiding te gebeuren van de (online) tussentijdse en eindevaluatie.  
Een ernstig tekort op een EPA (Entrustable Professional Activities) of op attitude kunnen tot een onvoldoende voor deze stage leiden.

Bij een tekort op opdracht, en bijgevolg een tekort op OPO-niveau, dient de student zelf contact op te nemen met de begeleidende docent tijdens het geplande feedbackmoment.

Indien de mogelijkheid bestaat om een stage te organiseren in de periode van EP3 en de student heeft een beperkt aantal andere OPO's te herkansen in EP 3 (max. 2 andere vakken), dan kan een stage in EP3 georganiseerd worden. De stage kan in dat geval niet hernomen worden in het buitenland.

Indien de student enkel een tekort heeft op stage-opdracht, dan krijgt de student de kans om de opdracht te herwerken in EP3 of een alternatieve stageopdracht uit te werken (bespreking tijdens het feedbackmoment op initiatief van de student).

Intervisie: indien de dagstudent gewettigd afwezig was, maakt de student een vervangopdracht in EP2. Indien de student ongewettigd afwezig was, krijgt de student een NA (Niet Afgelegd) op het rapport voor EP2 en maakt de student in EP3 een vervangopdracht. Afstandsstudenten en studenten die in het buitenland stage lopen zijn niet verplicht de intervisie te volgen, maar kunnen steeds aansluiten.

Indien de student niet slaagt in EP3 voor een deel (de stage of de stage-opdracht), dan dient de student alles te hernemen bij een herinschrijving in een volgend academiejaar.