Bachelorproef (B-ODISEE-OBW24A)

8 studiepuntenNederlandsBeide semestersBeide semesters
De Backer Kurt (coördinator) |  Adouane Rachida |  Aelvoet Anne |  Calonne Cathy |  Croenen Marleen |  Daenens Kathleen |  De Backer Kurt |  De Cooman Karen |  Dierickx Emke |  Gulinck Nele |  Hellinckx Leen |  Keymeulen Filip |  Loots Hanne |  Maes Stephanie |  Matthijs Lili |  Meys Frank |  Naessens Liesbeth |  Serroen Benedicte |  Slots Goedele |  Stoop Tom |  Van Acker Kaat |  Van Den Eynde Brigitte |  Van Elslander Katrien |  Van Loock Karen |  Van den Meersschaut Nathalie  | MinderMeer
Kernteam Sociaal Werk (incl. BZL) (BA)

De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
HBW56B : Bachelorproef SCW (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
HBW58B : Bachelorproef MW (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
HBW60B : Bachelorproef PW (Niet meer aangeboden dit academiejaar)

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):

Onderwijsleeractiviteiten

8 sp. Bachelorproef (B-ODISEE-OBW24a)

8 studiepuntenNederlandsWerkvorm: BachelorproefBeide semestersBeide semesters
Adouane Rachida |  Aelvoet Anne |  Calonne Cathy |  Croenen Marleen |  Daenens Kathleen |  De Backer Kurt |  De Cooman Karen |  Dierickx Emke |  Gulinck Nele |  Hellinckx Leen |  Keymeulen Filip |  Loots Hanne |  Maes Stephanie |  Matthijs Lili |  Meys Frank |  Naessens Liesbeth |  Serroen Benedicte |  Slots Goedele |  Stoop Tom |  Van Acker Kaat |  Van Den Eynde Brigitte |  Van Elslander Katrien |  Van Loock Karen |  Van den Meersschaut Nathalie  | MinderMeer
Kernteam Sociaal Werk (incl. BZL) (BA)

De bachelorproef bestaat uit de mondelinge presentatie en verdediging van een schriftelijk eindwerk waarin de student een thema bestudeert of een beroepsproduct ontwikkelt dat aansluit bij de gevolgde opleiding en de afstudeerrichting.

Voor meer informatie verwijzen wij naar het vademecum Bachelorproef.

De student kiest voor een bepaald sociaal werk thema. Hij bezorgt zijn ontwerp aan de docent die hem begeleidt en werkt het thema uit. Het eindwerk is een persoonlijk werkstuk van de student. Hij is verantwoordelijk voor de vorm, opbouw en inhoud ervan.

De student wordt door de bachelorproefbegeleider begeleid op het vlak van de keuze van het onderwerp, het uitschrijven van het ontwerp, het verwerken van het materiaal, de opbouw van de bachelorproef, het informeren over de manier waarop de bachelorproef het best gepresenteerd wordt. Om dit mogelijk te maken wordt  een aantal formele feedback- en overlegmomenten vastgelegd.

Voor meer informatie verwijzen wij naar het vademecum Bachelorproef.

Evaluatieactiviteiten

Bachelorproef (B-ODISEE-O73173)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Twee elementen worden beoordeeld: de geschreven tekst en de mondelinge bespreking ervan tijdens de verdediging van de bachelorproef.
1. Beoordeling van het schriftelijk deel
De geschreven tekst wordt zowel naar inhoud als naar vorm beoordeeld.
Wat de inhoud betreft wordt nagegaan in hoeverre uit de geschreven tekst blijkt dat de student de doelstellingen (zie kerndoelen) van de bachelorproef heeft gerealiseerd:
- de student is in staat  om, gebaseerd op bronnenonderzoek, een praktijkgericht onderzoek uit te voeren of een praktijgericht product te ontwikkelen

- komt de student tot een integratie van kennis, inzichten, vaardigheden, ervaringen en reflecties?
- verwerkt de student dit tot een coherent geheel?

Wat de vorm betreft wordt nagegaan:
- hoe de BaP is opgebouwd;
- of de geschreven taal correct is;
- hoe verwezen en geciteerd wordt;
- of de bibliografische referenties correct zijn.

 

2. Beoordeling van de mondelinge verdediging

In de presentatie licht de student  zijn bachelorproef op een adequate en overtuigende manier toe (relevant, logische opbouw, inhoudelijk correct, creatief, correct taalgebruik).

De student spreekt met kennis van zaken en geeft voldoende en onderbouwde antwoorden op de vragen van de jury.

De student toont tijdens de verdediging aan kritisch te kunnen kijken naar het werkveld, beleid, het eigen werk en kan aanbevelingen formuleren.

3. Quotering

Het schriftelijk gedeelte telt voor 60% en het mondelinge gedeelte voor 40% van de punten. Je dient zowel voor het mondelinge als voor het schriftelijke gedeelte geslaagd te zijn om te kunnen slagen voor het gehele opleidingsonderdeel. 

Het beoordelingsproces, de (onherroepelijke) deadlines en andere criteria zijn duidelijk vermeld in het vademecum Bachelorproef.

Gelijkaardig aan eerste examenkans. Voor de tweede examenkans zal de jury werkpunten ter verbetering van de bachelorproef formuleren. 

De (onherroepelijke) deadlines en andere modaliteiten zijn duidelijk vermeld in het vademecum Bachelorproef.