Bachelorproef (B-ODISEE-OBS04A)

6 studiepuntenNederlandsTweede semesterTweede semester
Vanoosthuyze Silvie (coördinator) |  Vanoosthuyze Silvie |  Wyckmans Petra
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

  • Ik toon aan over inhoudelijke expertise van de verschillende leer- en vakgebieden te beschikken (niveau: gevorderd). 
  • Ik communiceer schriftelijk en mondeling in Standaardnederlands (niveau: gevorderd).

  • Ik los autonoom een pedagogisch/(vak)didactisch/-inhoudelijk vraagstuk in de beroepspraktijk op, met aandacht voor de borging van validiteit en betrouwbaarheid en onderzoeks-ethische aspecten en aan de hand van een cyclus voor praktijkonderzoek (niveau: gevorderd).

  • Ik ontwerp en test uit (innovatiecyclus). (niveau: gevorderd)

  • Ik deel de uitkomsten van praktijkonderzoek op een manier die begrijpelijk is voor andere onderwijsprofessionals (niveau: gevorderd)

De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. Bachelorproef (B-ODISEE-OBS04a)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: BachelorproefTweede semesterTweede semester
Vanoosthuyze Silvie |  Wyckmans Petra
Kernteam Secundair Onderwijs - Dilbeek

De student voert voor zijn bachelorproef een praktijkgericht onderzoek uit. De opleiding eBaSO Dilbeek koos hierbij nadrukkelijk voor een ontwerponderzoek, al dan niet met een artistieke verdieping (of: artistiek onderzoek) door PO-studenten. 

  • Een ontwerp- of ontwikkelingsonderzoek is steeds “gericht op de kwalitatieve verbetering van de (leer)omgeving. Tijdens het onderzoeksproces wordt een ontwerpcyclus doorlopen, waarbij nieuwe ontwerpproducten systematisch in de praktijk worden geïmplementeerd en geëvalueerd.” (Van der Donk & Van Lanen, 2013, p. 55)
  • Het artistiek onderzoek is een aanvulling op het ontwerponderzoek waarbij het onderzoeksthema ook beeldend onderzocht wordt, met als eindresultaat een artistiek product. De student verkent hiervoor meerdere invalshoeken en doorloopt dezelfde onderzoekscyclus als studenten van de algemene vakken of PKV, maar dan op artistiek niveau. Tijdens een afsluitende tentoonstelling krijgen de artistieke onderzoeksresultaten een eigen platform in de eindtentoonstelling.

Het ruime thema van de bachelorproef wordt door de student in overleg met de interne begeleider bepaald.  Meer informatie over de uit te voeren onderzoekscyclus en het proces is terug te vinden in de ULTRA-omgeving van dit OPO. 

De student wordt begeleid door een interne en externe begeleider.  Een bachelorproef doet evenwel in grote mate beroep op de zelfstandigheid van de student. De student dient ook zelf initiatief te nemen om te overleggen over zijn bachelorproef.

Naast deze begeleiding reikt het leerpad in de ULTRA-omgeving van het OPO concrete handvaten aan om het onderzoek tot een goed einde te brengen. Meer uitgebreide uitleg over en voorbeelden bij de te zetten stappen vindt de student in het boek Praktijkonderzoek in de school (2016) van Van der Donk en Van Lanen.

De bachelorproef bestaat uit een schriftelijk, eventueel artistiek (PO-studenten) en mondeling deel:

  • niet alleen levert de student een scriptie en een aan de praktijk afgetoetst ontwerp af,
  • hij presenteert en verdedigt de belangrijkste bevindingen van zijn bachelorproef,
  • en een PO-student stelt zijn werk ook nog tentoon en houdt zijn proces bij via een TRELLO-omgeving.

Concrete richtlijnen voor het schriftelijk werk vindt de student niet alleen in de ULTRA-omgeving, maar ook in het boek Scoren met je scriptie van Leen Pollefliet (2022). 

Evaluatieactiviteiten

Bachelorproef (B-ODISEE-O70416)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Voor elk aspect van de bachelorproefscriptie (proces, product en presentatie/verdediging) is er een uitgewerkte cesuur die steeds door alle beoordelaars gebruikt wordt om een (kwalitatief of kwantitatief) cijfer te bepalen.

  • Het proces wordt beoordeeld door de interne begeleider, zo mogelijk of indien nodig in samenspraak met de externe begeleider.
  • Het product (scriptie en ontwerp) wordt beoordeeld door:
    • de interne begeleider (Odisee-docent)
    • de tweede lezer (voor LO-studenten is dat een externe professional; voor alle andere studenten is dit een Odisee-docent).

            Op basis van de cesuur bepalen de beoordelaars onafhankelijk van elkaar een deelcijfer voor ‘product’. Tijdens de nabespreking wordt er in gezamenlijk overleg één cijfer voor het product (de scriptie en het ontwerp) bepaald.
            Wat het ontwerp  betreft houden de beoordelaars rekening met de kwalitatieve feedback van de externe begeleider.

  • De presentatie en verdediging worden beoordeeld door de interne begeleider, de tweede lezer (Odisee-docent of externe professional) en de externe begeleider, indien aanwezig.

Onder begeleiding van de bachelorproefcoördinator wordt na de presentatie en verdediging van de bachelorproef een eindscore bepaald. Deze eindscore is het resultaat van een weging van drie deelscores, die elk een eigen gewicht hebben:

  • proces: 40%
  • product: 40%
  • presentatie: 20%

Voor elk onderscheiden aspect (en dus ook per deelcijfer) worden verschillende criteria in rekening gebracht. Een deelscore is echter geen rekenkundig gemiddelde aangezien sommige criteria breekpunten zijn, en dus meer doorwegen dan andere (zie vetmarkering):

  • proces
    • stiptheid
    • initiatief/verantwoordelijkheidszin
    • bijsturing vanuit reflectie en/of feed forward IB en EB
    • samenhangend, logisch uitgevoerd onderzoeksproces
    • (enkel voor PO-studenten)
      • onderzoek artistieke verdieping
      • artistiek experiment
      • inzet en tijdsplanning
      • Trello
      • Tussentijdse presentatierondes
  • product: scriptie en (artistiek) ontwerp
    • inhoudelijke kwaliteit onderzoek en scriptie
      • praktijkprobleem
      • onderzoeksdoel, -vraag en duidelijk omschreven kernbegrippen
      • onderzoeksplan
      • bronnenonderzoek*
      • ontwerpeisen
      • inleiding en (tussentijdse) besluitvorming
    • Ontwerpvereisten
      • (didactische) kwaliteit ontwerp
      • aftoetsing ontwerp aan het werkveld
    • Schriftelijk kwaliteit scriptie
      • brongebruik en correcte bronverwijzing*
      • gestructureerde en vlot leesbare verslag*
      • leesvriendelijke en consequente lay-out
    • enkel voor PO-studenten : vereisten artistieke producten
      • idee en inhoud
      • eigenheid en originaliteit
      • toepassing techniek en beeldaspecten
      • samenhang van idee tot eindproduct
      • kwaliteit
      • tentoonstelling
  • presentatie en verdediging
    • inhoudelijke beheersing
    • visuele ondersteuning
    • presentatievaardigheid

De * bij sommige criteria verwijst naar het verantwoord gebruik van Generatieve Artificial Intelligence-tools (GAI) Niet toegestaan is dus het indienen van tekst gegenereerd door een GAI-tool, zonder kritische tussenkomst van de student. Dit komt neer op fraude.

Dezelfde evaluatiemodaliteiten als tijdens de eerste zittijd.