Nederlands 1 (B-ODISEE-OBL49A)
Doelstellingen
Ik illustreer op basisniveau vakdidactische kennis over de principes van krachtig taalonderwijs.
Ik beoordeel kritisch praktijkvoorbeelden en ik verantwoord mijn didactische keuzes op basis van de principes van krachtig taalonderwijs.
Ik ontwerp zelfstandig leer- en ontwikkelingsactiviteiten voor de klascontext vanuit de beoogde taaldoelen en ik verantwoord mijn didactische keuzes op basis van de principes van krachtig taalonderwijs.
Ik illustreer vakinhoudelijke kennis vanuit de beoogde taaldoelen.
Begintermen
De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.
Studenten moeten de Nederlandse taal voldoende vlot beheersen, zowel mondeling als schriftelijk (4 basisvaardigheden). Ze moeten ook achtergrondkennis hebben over taalsystematiek en taalgebruik in functie van het opstellen van leerinhouden voor taalactiviteiten en als basis voor inzicht in hun eigen taalgebruik. De normen die daarvoor gelden op het einde van het secundair onderwijs kunnen hierbij richtingaangevend zijn.
Bij de start van het OPO en tijdens didactische oefeningen wordt de basiskennis over taalsystematiek en taalgebruik deels opgefrist. Studenten die lacunes ervaren met betrekking tot deze basiskennis, moeten zo lang als nodig ook zelf initiatieven nemen om de leemtes voldoende op te vullen. Er wordt in onze opleiding o.a. taalcoaching voorzien. Die kan ingezet worden op vraag van de studenten zelf.
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
HBL45B : Nederlands: leerinhouden en didactiek 1.1 (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
Plaats in het onderwijsaanbod
Toleranties
Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):
Onderwijsleeractiviteiten
4 sp. Nederlands 1 (B-ODISEE-OBL50a)
Inhoud
1. De studenten leren de principes kennen van krachtig taalonderwijs.
De studenten verwerven inzicht in de taalverwerving bij kinderen en denken van daaruit na over principes van functioneel taalonderwijs.
De studenten verwerven ook inzicht in het verwerven van een 2de (of 3de) taal en hoe ze daar als leerkracht op kunnen inspelen. In de Brusselse context is dit een belangrijk gegeven.
De studenten leren 7 principes voor krachtig taalonderwijs, gebaseerd op onderzoek over hoe mensen/kinderen talen leren.
De studenten beoordelen praktijkvoorbeelden kritisch op basis van de principes voor krachtig taalonderwijs.
2. Taalbeschouwing
In een eerste deel gaat het over vakinhoudelijke kennis rond taalbeschouwing. Ze leren kijken naar hoe taal werkt in de realitiet. Ze analyseren allerlei taalproducten (mondeling en schriftelijk) op vlak van taalsystematiek (non-verbale elementen, klank-, woord-, zins- en tekstniveau) en taalgebruik (communicatieve, taalhandelings-, mentale en emotieve functie). De student moet taal in de praktijk in al zijn geledingen leren begrijpen (en gebruiken). Daarvoor moet de student een reeks basisbegrippen rond taal kunnen hanteren/toepassen.
Daarna volgt het deel 'taalbeschouwingsdidactiek' : studenten leren hoe ze een goede leeractiviteit taalbeschouwing voor de lagere school moeten maken.
3. Luister- en spreekdidactiek
Via theoretische achtergrond rond spreken en luisteren en het kritisch bekijken van praktijkvoorbeelden, komen de studenten tot het maken van functionele spreek- en luisteractiviteiten, met expliciete aandacht voor spreek- en luisterstrategieën en rijke interactie.
4. Doorheen het hele OPO en in de opleiding als geheel hebben we oog voor hoe je als leraar lager onderwijs een talig rolmodel kunt zijn voor de kinderen.
lager onderwijs een talig rolmodel kunt zijn voor de kinderen. De studenten maken kennis met recente en rijke kinder- en jeugdliteratuur. De studenten kunnen teksten beoordelen a.d.h.v. de criteria van rijke teksten.
Studiemateriaal
Cursus op Toledo, aangevuld met praktijkvoorbeelden en achtergrondliteratuur.
Toelichting onderwijstaal
De studenten moeten het Nederlands goed beheersen, zowel mondeling als schriftelijk.
Toelichting werkvorm
Interactievormen - Samenwerkend leren/Collaboratief leren
In de lessen vertrekken we van praktijkgericht materiaal en is er veel ruimte voor uitproberen en overleg.
Vanuit de voorbeelden komen we tot een aantal uitgangspunten bruikbaar in de praktijk.
Evaluatieactiviteiten
Nederlands 1 (B-ODISEE-O73573)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
De student krijgt op het schriftelijk examen open vragen over de aan bod gekomen inhouden:
- taal beschouwen en analyseren (taalsystematiek, taalgebruik en taalverwerving). De studenten moeten bewijzen dat ze voldoende vakinhoudelijke kennis hebben die ze kunnen toepassen in contexten die te maken hebben met hun onderwijspraktijk.
- de principes van goed en krachtig taalonderwijs: praktijkvoorbeelden kritisch beoordelen en keuzes verantwoorden op basis van de principes van krachtig taalonderwijs
- didactiek taalbeschouwing : leeractiviteiten (incl. leermateriaal) kritisch beoordelen en/of zelf ontwerpen
- didactiek spreken/luisteren: leeractiviteiten (incl. leermateriaal) kritisch beoordelen en/of ontwerpen
De student bewijst vooral dat hij/zij de geziene leerstof kan toepassen in contexten belangrijk voor de praktijk van het lesgeven. De examenvragen focussen zo veel mogelijk op zaken die ook in de praktijk van pas komen en nodig zijn.
onderwijzen.
Een leraar moet over voldoende vakinhoudelijke kennis beschikken. Daarom wordt bij de evaluatie ook rekening gehouden met de schriftelijke taalvaardigheid van de student.
Toelichting bij herkansen
Dezelfde voorwaarden als in eerste zittijd