Bachelorproef (B-ODISEE-OBL04A)

6 studiepuntenNederlandsBeide semestersBeide semesters
Wille Isabel (coördinator) |  Wille Isabel
Kernteam Lager Onderwijs (BA)

De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.

  • Praktijkonderzoek 1 en 2 (bij voorkeur al doorlopen hebben).
  • Zelfstandig en planmatig kunnen werken.
  • Theoretische inzichten kunnen verbinden aan praktijkervaringen en hieruit nieuwe praktijkkennis kunnen genereren.
  • Over de nodige onderzoeksvaardigheden beschikken i.f.v. literatuuronderzoek, reflecties op het eigen handelen en eenvoudig praktijkgericht onderzoek.

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. Bachelorproef (B-ODISEE-OBL04a)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: BachelorproefBeide semestersBeide semesters
Wille Isabel
Kernteam Lager Onderwijs (BA)

Een onderwerp van de bachelorproef kan vak-, leeftijds-, klas- of schooloverschrijdend zijn en sluit aan bij de praktijk (en de competenties) van de beginnende leerkracht, binnen en/of buiten de schoolcontext. Afhankelijk van de gekozen en geformuleerde probleemstelling kunnen vakinhoudelijke thema's alsook thema's uit diverse gebieden zoals sociaal-politiek, sociaaleconomisch, levensbeschouwelijk, cultureel-esthetisch en/of cultureel-wetenschappelijk aan bod komen. Er is telkens wel een toepassing naar en toetsing aan de praktijk vereist (praktijkgedeelte). De bachelorproef behandelt steeds een probleemstelling uit het praktijkveld, waarbij de student tot concreet (praktijk-)onderzoek en implementatie in de praktijk komt. Meer informatie over doelstellingen, proces, inhoud en evaluatie is terug te vinden in het bachelorproefvademecum, ter beschikking gesteld via Toledo.

Aanbevolen literatuur
Handboek Pollefliet, L. (2016). Schrijven: van verslag tot eindwerk. Do's & don'ts. Gent: Academia Press.
Handboek van der Donk, C., & van Lanen, B. (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho.

https://webapps.odisee.be/Ancor/SSM/Pages/BekijkSSM.aspx?OID=23178

 

Het onderwerp van de bachelorproef kiest de student zelf:
• ofwel kiest hij/zij uit een probleemstelling die door de hogeschool (een docent) wordt aangeboden;
• ofwel brengt hij/zij een eigen onderwerp uit de eigen praktijk aan en legt dit onderwerp voor.

Een promotor uit het onderwijsteam wordt aangeduid voor een verkennend gesprek. Dit gebeurt na overleg over de voorstellen in het onderwijsteam van de opleiding.
Na instemming sluit de student een bachelorproefcontract af met de promotor. Hierop staat het overeen gekomen voorstel vermeld. Dit ingevulde bachelorproefcontract dient de student bij de bachelorproefcoördinator van de opleiding in voor eind september 2024.

Het uitwerken van het onderwerp verloopt volgens een vooropgestelde leerweg:
• keuze van het onderwerp;
• 'theoretisch kader', verhelderen en analyseren van het onderwerp (en formuleren van onderzoeksvraag of -vragen);
• 'praktijkgedeelte', actieplan opstellen, acties beschrijven en evalueren;
• publiek maken van het leerproces (schriftelijk werk, abstract en mondelinge presentatie).


De promotor begeleidt het persoonlijk leertraject van de student. De student neemt zelf initiatief om de promotor te contacteren en te informeren over de vorderingen van de bachelorproef. Het begeleidingsproces kan opgevolgd worden via het begeleidingscontract (zie vademecum bachelorproef), dit valt onder de verantwoordelijkheid van de student. Indien de student de gemaakte afspraken niet opvolgt, kan de promotor afstand doen van promotorschap. De student kan de bachelorproef nog steeds indienen.

In het bachelorproefvademecum staan doelstellingen en verwachtingen duidelijker omschreven en worden de nodige documenten ter beschikking gesteld. Documenten, zoals het titelblad van de bachelorproef, worden ter beschikking gesteld via Toledo.


Elke bachelorproeven dient gecontroleerd te worden op plagiaat. Daartoe dient elke bachelorproef digitaal aangeleverd te worden via Turnitin. Deze toepassing wordt ter beschikking gesteld vanaf de maand mei van het lopende schooljaar via Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Bachelorproef (B-ODISEE-O70391)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

De evaluatie van de bachelorproef is gebaseerd op de kwaliteit van de inhoudelijke juistheid, het proces, het literatuur- en praktijkonderzoek, de uitwerking in de praktijk en de daaruit gegenereerde praktijkkennis (conclusies), de schriftelijke neerslag van de eindproef en de mondelinge presentatie.

"Criteria voor begeleiding en beoordeling van een bachelorproef" geven de student een overzicht van de aandachtspunten (zie bachelorproefvademecum). De beoordeling gebeurt in de eerste fase onafhankelijk door de promotor (eventueel ook copromotor of externe promotor) en lezer (docent uit de opleiding en/of extern jurylid, persoon verbonden aan de onderwijspraktijk, doch niet verbonden aan onze lerarenopleiding Odisee, campus Brussel) bij het lezen van de bachelorproef. In een tweede fase -na de presentatie- én na overleg geven de promotor (en co-promotor) en lezer een eindcijfer. Indien geen unanimiteit of indien één van de beoordelaars een onvoldoende toekende wordt het eindcijfer vastgelegd in overleg met het opleidingshoofd.

Standaard gebeurt de evaluatie van de bachelorproef tijdens de tweede examenperiode (EP2, juni). Indien een student dit uitzonderlijk wil afleggen tijdens de eerste examenperiode (EP1, januari), dient hij hiervoor expliciet toelating te vragen. Dit kan via de trajectbegeleider bij aanvang van het academiejaar.

De bachelorproef wordt ingediend op de voorziene datum in het academisch kalender van de opleiding. De presentatie van de bachelorproefpresentatie is eveneens opgenomen in het academisch kalender. Het finale presentatierooster wordt enkele dagen voordien gepubliceerd op Toledo.


Examencontract: Voor de bachelorproef van studenten met een examencontract geldt dezelfde formule als voor de reguliere studenten. Zij maken in principe de bachelorproef zonder begeleiding van een promotor, maar kunnen, op eigen initiatief, aan een docent tussentijds feedback vragen. Deze begeleiding gebeurt op vrijwillige basis en is niet verplicht.

Studenten nemen voor de start van het zomerverlof (11 juli) contact op met hun promotor. Tussen 11 juli en 15 augustus is de hogeschool gesloten en wordt er bijgevolg ook geen begeleiding voorzien. Na 16 augustus kan de student zijn werk nogmaals voorleggen aan de promotor. Er wordt nog enige tijd voorzien tussen het einde van het zomerverlof en het indienen van de bachelorproef zodat overleg met de promotor mogelijk is. De presentaties worden gepland tijdens de examenperiode.