Bachelorproef/2 (B-ODISEE-OBK20A)
Doelstellingen
https://webapps.odisee.be/Ancor/ECTSKerndoel/Pages/OPOKerndoel.aspx?OID=16479&OPLID=66
Begintermen
De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.
Plaats in het onderwijsaanbod
Toleranties
Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. Bachelorproef/2 (B-ODISEE-OBK20a)
Inhoud
De inhoud van de bachelorproef bestaat eruit dat de student een praktijkonderzoek zelfstandig uitvoert.
Een onderwerp van de eindproef kan vak-, leeftijds-, klas- of schooloverschrijdend zijn en sluit aan bij de praktijk van de beginnende leerkracht, binnen de schoolcontext. Er kunnen vakinhoudelijke thema's of thema's uit diverse gebieden zoals sociaal-politiek, sociaal-economisch, levensbeschouwelijk, cultureel-esthetisch en/of cultureelwetenschappelijk aan bod komen. Er is telkens wel een toepassing naar en toetsing aan de praktijk vereist. De bachelorproef omvat steeds een relevantie met het (eigen) werkveld.
Meer informatie is te vinden in het bachelorproefvademecum.
Studiemateriaal
Optioneel handboek: Leen Pollefliet (2022). Scoren met je scriptie. Owl Press.
Toelichting werkvorm
De student voert zelfstandig - onder begeleiding van een promotor - een praktijkonderzoek uit. Hij doorloopt hiertoe de onderzoekscyclus, zoals beschreven in het bachelorproefvademecum.
Het onderwerp van de bachelorproef kiest de student(e) zelf:
- ofwel kiest hij/zij een onderwerp vanuit de eigen interesses en legt hij/zij dit voor aan het werkveld;
- ofwel werkt hij/zij een voorstel van het werkveld uit.
Het uitwerken van het onderwerp verloopt volgens een vooropgestelde leerweg (onderzoekscyclus C. Vanderdonk en B. Laenen):
- keuze van het onderwerp;
- verhelderen en analyseren van het onderwerp (formuleren van de onderzoeksvragen + literatuurstudie)
- Bevraging van het werkveld (enquetes, interviews of focusgesprekken);
- actie (actieplan opstellen, acties beschrijven en evalueren);
- publiek maken van het leerproces (schriftelijk werk en mondelinge presentatie).
De begeleiding wordt in afspraak met de promotor georganiseerd. De begeleiding richt zich meer op het bijsturen van het (leer)proces dan op de inhoud. De student(e) neemt zelf het intiatief om de promotor te informeren over de vorderingen van de eindproef.
Alle lectoren uit de opleiding kunnen promotor zijn.
Alle documenten met informatie en verloop van het bachelorproef proces waarmee de student aan de slag kan, worden via Toledo ter beschikking gesteld.
Evaluatieactiviteiten
Bachelorproef/2 (B-ODISEE-O70369)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
De evaluatie van de bachelorproef is gebaseerd op
- de kwaliteit van het proces,
- het literatuur- en praktijkonderzoek,
- de uitwerking in de praktijk en de daaruit gegenereerde praktijkkennis,
- de schriftelijke neerslag van de eindproef,
- de mondelinge presentatie.
"Criteria voor begeleiding en beoordeling van een bachelorproef" geven de student(e) een overzicht van de aandachtspunten (zie bachelorproefvademecum).
De beoordeling gebeurt in eerste fase onafhankelijk door een promotor (eventueel ook co-promotor) en lezer (docent uit de opleiding) bij het lezen van de bachelorproef.
In een tweede fase -na de presentatie- én na overleg geven de promotor (en co-promotor ) en lezer een eindcijfer op basis van de cesuurbepaling bachelorproef (zie vademecum). Dit cijfer wordt voorgelegd en verantwoord voor het hele team.
De geschatte studiebelasting voor de eindproef is 75 uur.
Toelichting bij herkansen
Idem EP1