5/6 Begeleiding medestudent (B-ODISEE-OAR00S)

3 studiepuntenNederlandsBeide semestersBeide semestersUitgesloten voor examencontract
Deleenheer Griet (coördinator) |  Deleenheer Griet
Kernteam Bouw Aalst

De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. 5/6 Begeleiding medestudent (B-ODISEE-OAR00w)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: PracticumBeide semestersBeide semesters
Deleenheer Griet
Kernteam Bouw Aalst

Dit opleidingsonderdeel is bedoeld om studenten de mogelijkheid te bieden om een inkomende internationale medestudent te begeleiden bij

  • de integratie in de studentengroepen van de leeractiviteiten waaraan zij/hij deelneemt
  • de verwerking van de leerinhoud en de uitwerking van de opdrachten eigen aan de leeractiviteit
  • het overbruggen van de taalbarriere (indien van toepassing).

De student treedt dus ahw. op als peter van de begeleide student.

Geen.

Interactievormen - Reflectie - Samenwerkend leren/Collaboratief leren

De student en de opleidingsonderdeelcoördinator (OPOC) stemmen bij aanvang van het academiejaar onderling af

  • welke de doelstellingen van de leeractiviteit zijn en
  • op welke wijze en met welke frequentie de inspanningen van de student voor het begeleiden van een inkomende internationale medestudent zullen worden beoordeeld: criteria, meting, gewichten van de evaluatiecriteria.

Dat gebeurt op basis van een voorstel dat de student hierover formuleert en waarin de begeleide student een relevante evaluatierol toebedeeld krijgt.

De student stelt een planning voor van korte driespraak opvolgings- en bijsturingsmomenten met de begeleide student en de OPOC. Deze planning wordt na onderling overleg vastgelegd en wordt Op deze momenten wordt een tussentijdse evaluatie gemaakt in het licht van de afgesproken doelstellingen. De student krijgt voorstellen voor bijsturing. Opzet is dat de student gaandeweg evolueert naar de realisatie van de vooropgestelde doelstellingen en er zich op elk ogenblik van bewust is of hij hierin voldoende slaagt of niet. Het eindresultaat is de op het laatste contactmoment vastgestelde stand van zaken, aangezien dit het eindpunt is van het zelf in samenspraak vooropgestelde pad.

De student en de begeleide student leggen hun uurroosters naast elkaar, zodat duidelijk wordt op welke momenten er tijd beschikbaar is om de begeleide student bij te staan tijdens de leeractiviteiten op zijn ISP. Ze bepalen samen wanneer deze mogelijkheid zal worden benut, afhankelijk van de noden van de begeleide student en de mogelijkheden van de begeleidende student. Daarnaast maken beide studenten onderling afspraken over hoe ze elkaar kunnen bereiken en hoe en waar ze elkaar kunnen treffen. De student treedt ook op als brug tussen de inkomende student en de lectoren.

De actieradius van het opleidingsonderdeel beperkt zich tot de ondersteuning bij de leeractiviteiten, maar het staat de student vrij om ook buiten de normale lestijden tijd te maken voor zijn coachee om diens integratie in zijn nieuwe omgeving te bevorderen.

Evaluatieactiviteiten

5/6 Begeleiding medestudent (B-ODISEE-O70755)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten, Procesevaluatie
Leermateriaal : Geen

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAALGeslaagd / Niet geslaagd

De student en de opleidingsonderdeelcoördinator (OPOC) stemmen bij aanvang van het academiejaar onderling af

  • welke de doelstellingen van de leeractiviteit zijn en
  • op welke wijze en met welke frequentie de inspanningen van de student voor het begeleiden van een medestudent zullen worden beoordeeld: criteria, meting, gewichten van de evaluatiecriteria.

Dat gebeurt op basis van een voorstel dat de student hierover formuleert en waarin de begeleide student een relevante evaluatierol toebedeeld krijgt.

De student stelt een planning voor van korte driespraak opvolgings- en bijsturingsmomenten met de begeleide student en de OPOC. Deze planning wordt na onderling overleg vastgelegd. Op deze momenten wordt een tussentijdse evaluatie gemaakt in het licht van de afgesproken doelstellingen. De student krijgt voorstellen voor bijsturing. Opzet is dat de student gaandeweg evolueert naar de realisatie van de vooropgestelde doelstellingen en zich er van bewust is of hij hierin voldoende slaagt of niet. Het eindresultaat is de op het laatste contactmoment vastgestelde stand van zaken, aangezien dit het eindpunt is van het vooropgestelde pad.

Deze regeling is van toepassing voor DAG- en HAO-studenten.

Er is geen tweede examenkans.

Er is geen herkansingsmogelijkheid.