Wiskunde 2 (B-ODISEE-OAL90A)

4 studiepuntenNederlands27 urenTweede semesterTweede semester
Janssens Maria Christina (coördinator) |  Janssens Maria Christina |  Masschelein Dorien
Kernteam Lager onderwijs Aalst

0: Ik beheers de inhoudelijke expertise met betrekking tot de wiskunde van de lagere school en kan dit aantonen binnen een vooropgesteld tijdsbestek. (Basiskennistoets) 

1: Ik beheers de inhoudelijke expertise met betrekking tot percenten, meten en metend rekenen, samengestelde grootheden en tabellen en grafieken op niveau van het leren van lagereschoolleerlingen. 

2: Ik formuleer denkwijzen, instructies en gerichte vragen, gericht op de concepten en principes met betrekking tot percenten, meten en metend rekenen, samengestelde grootheden en tabellen en grafieken, met gebruik van de juiste vakterminologie, wat leidt tot een heldere en begrijpelijke communicatie van wiskundige concepten aangepast aan het begripsniveau van lagereschoolleerlingen. 

3: Ik ontwerp zelfstandig functionele en motiverende leermiddelen en –activiteiten met betrekking tot percenten, meten en metend rekenen, samengestelde grootheden en tabellen en grafieken, volgens de didactische krachtlijnen van wiskunde. 

4: Ik ontwerp zelfstandig functionele, gestructureerde en inhoudelijk rijke bordschema's met betrekking tot percenten, meten en metend rekenen, samengestelde grootheden en tabellen en grafieken, volgens de didactische krachtlijnen van wiskunde. 

5: Ik verantwoord de keuze van bestaand didactisch materiaal in leeractiviteiten, met betrekking tot percenten, meten en metend rekenen, samengestelde grootheden en tabellen en grafieken, vanuit een kritische houding, en kan dit indien nodig aanpassen, wat leidt tot het verbeteren van de leerervaring en het bereiken van leerdoelen. 

6: Ik formuleer zelfstandig lesdoelstellingen met betrekking tot percenten, meten en metend rekenen, samengestelde grootheden en tabellen en grafieken, rekening houdend met de eindtermen en de leerlijn in de leerplandoelen en volgens actuele didactische modellen. 

De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
OO3025 : HAO Wiskunde 1.2 (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
OAL42A : Wiskunde 1.2 (Niet meer aangeboden dit academiejaar)

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):

Onderwijsleeractiviteiten

4 sp. Wiskunde 2 (B-ODISEE-OAL90a)

4 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College27 urenTweede semesterTweede semester
Janssens Maria Christina |  Masschelein Dorien
Kernteam Lager onderwijs Aalst

1) Procenten: aanbreng, visuele voorstelling, relatieve betekenis, toepassingen.

2) Tabellen en grafieken

3) Meten en Metend Rekenen:

  • Basisbegrippen
  • Grootheden en eenheden: lengte, oppervlakte, volume en inhoud, gewicht, tijd, hoekgrootte, gemiddelde en mediaan, geldrekenen.
  • Formules: omtrek, oppervlakte, volume.
  • Samengestelde grootheden: schaal, snelheid, soortelijk gewicht, debiet, bevolkingsdichtheid.
  • Toepassingen: bruto, netto, tarra, snelheid, oppervlakte

 

 

Werkvorm voor dagstudenten: college.

Werkvorm voor HAO-studenten: contactmoment met zelfstandig studeren van de leerstof.

Evaluatieactiviteiten

Wiskunde 2 (B-ODISEE-O73547)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Gesloten vragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Doorheen het academiejaar legt de student een basiskennistoets Wiskunde af. De basiskennis omvat alle leerinhouden van de lagere school. Het doel van de evaluatie is dat de student de toetsvragen vlot kan oplossen binnen één uur (1/3 van de tijd inbegrepen) en zonder zakrekenmachine. De student is zelf verantwoordelijk voor het bijspijkeren van de basiskennis en krijgt hiervoor voldoende oefenmateriaal. 

Er worden vrijblijvende monitoraten/ oefenmomenten aangeboden om de student te ondersteunen. 

De student slaagt voor de basiskennistoets Wiskunde als hij/zij de norm van 80% behaalt. Dit is een bindende voorwaarde om te kunnen slagen voor het examen van wiskunde 2 in de eerste zittijd (EP2) of in de tweede zittijd (EP3). 

 

De student krijgt 3 kansen om de basiskennistoets Wiskunde af te leggen: 2 kansen tijdens het academiejaar en 1 kans tijdens EP2. Deze toets bevat alle leerinhouden Wiskunde (hoofdrekenen, getallen en bewerkingen, meetkunde en metend rekenen) van de lagere school en is op niveau eind zesde leerjaar.  

Wanneer de student reeds tijdens de eerste toets de norm van 80% behaalt, hoeft hij/zij de andere toetsen niet meer af te leggen.  

Wanneer de student tijdens de eerste toets de norm van 80% niet behaalt, heeft hij/zij nog 2 kansen om deze norm alsnog te halen. 

Wanneer de student de norm voor basiskennis na 3 pogingen niet behaalt, kan de student een 4de kans opnemen tijdens EP3. 

Indien er een tekort is bij één van beide delen (didactiek Wiskunde 2 of basiskennis) kan de student niet slagen voor dit OPO en geldt het laagste punt. Er is dan wel een mogelijkheid om een puntenoverdracht te krijgen voor EP3 voor één van beide als voldaan is aan volgende voorwaarden: 

Basiskennis minstens 80% 

Didactiek minstens 10/20 

Indien er in EP3 een tekort is bij één van beide onderdelen (didactiek Wiskunde 2 of basiskennis) dient het volledige OPO hernomen te worden.  

 

Eindcijfer OPO Wiskunde 2 

Het examen bestaat uit een schriftelijk examen didactiek. 

Het resultaat van de basiskennistoets wordt niet meegenomen in het eindcijfer van het OPO Wiskunde 2. 

·       Indien de student geslaagd is op basiskennis en op didactiek dan wordt het cijfer van didactiek toegekend. 

·       Indien de student geslaagd is op basiskennis en niet op didactiek, dan wordt het cijfer van didactiek toegekend. 

·       Indien de student geslaagd is op didactiek en niet op basiskennis, dan wordt het cijfer herleid naar een 7/20. 

·       Indien de student een tekort heeft voor zowel basiskennis als didactiek, dan wordt het cijfer van didactiek toegekend. 

Als een student niet deelneemt aan een deelevaluatie, wordt deze deelevaluatie beoordeeld als 'niet-afgelegd' (NA). Een NA voor een deelevaluatie resulteert in een NA voor het OPO. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bij het herkansen van Wiskunde 2 zijn er volgende scenario's: 

De student is in EP2 wel geslaagd voor de basiskennistoets, maar niet voor het examen didactiek van Wiskunde 2: de student legt het schriftelijke examen Wiskunde 2 opnieuw af in EP3.  

De student is in EP2 niet geslaagd voor de basiskennistoets, maar wel voor het examen didactiek van Wiskunde 2: de student legt de basiskennistoets opnieuw af in EP3. 

De student is in EP2 niet geslaagd voor de basiskennistoets en niet voor het examen didactiek van Wiskunde 2: de student legt de basiskennistoets en het examen van Wiskunde 2 opnieuw af in EP3. 

Bij het hernemen van het OPO Wiskunde 2 in een volgend academiejaar legt de student zowel de basiskennistoets als het schriftelijk examen Wiskunde 2 opnieuw af.  

 

Studenten die inschreven zijn in het oude curriculum en Wiskunde 2 opnemen in het nieuwe curriculum ter vervanging van Wiskunde 1.2 in het oude curriculum hebben een alternatieve puntenverrekening: 

Indien de norm van 80% voor de basiskennistoets werd behaald in het oude curriculum wordt het eindcijfer voor Wiskunde 2 uitsluitend bepaald door het cijfer op het examen didactiek van Wiskunde 2. 

Indien de norm van 80% voor de basiskennistoets nog niet werd behaald in het oude curriculum: deze studenten volgen de richtlijnen voor het nieuwe curriculum.