Toelichting

Voorwaarden deelname actieve stage (lesstage) op de stageschool

DAG: De student moet geslaagd zijn voor de microteachings van het onderwijsvak en moet deelgenomen hebben aan de proeflessen om aan de actieve stage van de Instapstage te mogen deelnemen. 

HAO: De student moet geslaagd zijn voor de microteaching van het onderwijsvak om aan de actieve stage van Instapstage te mogen deelnemen.

De evaluatie gebeurt op basis van het stageportfolio dat onderstaande documenten bevat:

• Observatieformulieren
• Inventaris participatie- en mesostage
• Lesvoorbereidingen
• Begeleidingsformulieren van mentoren en stagebegeleiders
• Reflectieformulieren

De klemtoon tijdens de instapstage ligt op kwaliteit van de lesvoorbereidingen, het toepassen van de basisprincipes uit de vakdidactiek, de agogische en taalvaardigheden en de basishoudingen van verantwoordelijkheid, engagement en enthousiasme.

Om te slagen voor deze stage, dient de student beheersingsniveau 3 te behalen voor de basiscompetenties van de instapstage. Niveau 3 wil zeggen dat de student de basiscompetentie mits begeleiding bereikt en dat er een positieve evolutie doorheen de stageperiode aanwezig is. De basiscompetenties die geëvalueerd worden tijdens de instapstage zijn:

• Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
  • Bij de voorbereiding: beginsituatie, doelen, leerinhoud, werkvormen, leermiddelen en bordschema
  • Bij de realisatie: structureren en vertalen van leerinhouden in aangepaste werkvormen, rekening houden met didactische principes, hanteren van gepaste en doelgerichte instructie en vraagstelling
• Opvoeder: motiveren van leerlingen, constructief omgaan met leerlingen en creëren van een positief klasklimaat, open en aangepaste communicatie aangaan met jongeren, medestudenten, mentoren en docent, gepast omgaan met storend gedrag
• Inhoudelijk expert: gebruik van vakterminologie en verwijzing naar vakdidactische principes in de lesvoorbereiding en het reflectieverslag, aanbieden inhoudelijke leerervaringen, inzicht in de leerinhouden van de les
• Organisator: bevorderen van een gestructureerd werkklimaat, efficiënt indelen van de leertijd en aanpassen van het tempo, correct uitvoeren van administratieve taken
• Innovator/onderzoeker: het eigen functioneren bevragen en bijsturen, de eigen pedagogische en didactische aanpak met de mentor bespreekbaar maken, verschillende informatiebronnen opzoeken
• Attitudes: zin voor samenwerking en toepassing van de afspraken van de stageschool, enthousiasme en engagement, verantwoordelijkheidszin: o.a. stipt naleven van afspraken, doorzetten en flexibiliteit, leergierigheid: o.a. openstaan voor feedback en zelfevaluatie na de les
• Taalcompetenties: hanteren van een correcte mondelinge en schriftelijke taal, vlot en expressief spreken, taalgebruik aanpassen aan het niveau van de leerlingen

Bepaling resultaat:

De eindverantwoordelijkheid voor de evaluatie ligt bij de vakdocent. De evaluatie wordt verduidelijkt in een eindevaluatieformulier.

Studenten die het beheersingsniveau van de competenties van de Instapstage onvoldoende hebben bereikt, kunnen niet slagen en krijgen een ‘niet geslaagd’ (NG).

Als het stageportfolio niet tijdig of onvolledig is ingediend, leidt dit tot een ‘niet geslaagd’ (NG). De student kan dan slagen in tweede zittijd door het portfolio volledig in orde te brengen.

Als een student aan geen enkele evaluatieactiviteit deelneemt, leidt dit tot 'niet afgelegd' of NA.

De student moet aan alle evaluatieactiviteiten hebben deelgenomen om te kunnen slagen.

Toelichting bij herkansen

De student kan enkel herkansen in tweede zittijd bij een onvolledig stageportfolio. Om te kunnen slagen dient deze student het digitaal stageportfolio te vervolledigen tegen 16 augustus.

De actieve stage kan niet hernomen worden in tweede zittijd.