Keuzestage B (B-ODISEE-JPO519)

3 studiepuntenNederlandsTweede semesterTweede semester
Audenaert Steven (coördinator) |  Audenaert Steven |  Buysschaert Stijn
Kernteam Secundair Onderwijs St-Niklaas


Ik toon aan over onderwijskundige expertise te beschikken.
Ik breng de beginsituatie (breed en specifiek) in kaart.
Ik ontwerp zelfstandig leer- en ontwikkelingsactiviteiten (van lessen tot leerlijnen tot geïntegreerd  aanbod,…) vanuit de beoogde doelen, de beginsituatie  van de lerenden op basis van wetenschappelijk onderbouwde onderwijskundige inzichten.
Ik integreer brede vakinhoudelijke en vakdidactische kennis en vaardigheden in aangeboden leer- en ontwikkelingsactiviteiten. 
Ik integreer actuele en relevante bronnen, kennis en inzichten in aangeboden leer- en ontwikkelingsactiviteiten. 
Ik wend de diversiteit van de groep aan als leer- en ontwikkelkans. 
Ik realiseer zelfstandig gedurende een aaneengesloten en langere periode leer- en ontwikkelingsactiviteiten vanuit de beoogde doelen, de beginsituatie van de lerenden op basis van wetenschappelijk onderbouwde onderwijskundige inzichten.
Ik geef diversiteitresponsief les. 
Ik integreer de meerwaarde van de buurt en de wereld als leerkans. 
Ik evalueer zelfstandig tijdens en na de aangeboden leer- en ontwikkelingsactiviteiten de leerwinst van alle lerenden  t.a.v. de beoogde leerdoelen en de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 
Ik herken leervragen en  -noden en kan er gepast op inspelen. 
Ik toon aan over (ped)agogische expertise te beschikken.
Ik creëer proactief een positief leef- en leerklimaat, doordat ik in mijn handelen laat zien dat ik gevoelig en receptief ben voor zaken die bevorderend en belemmerend zijn voor leren en ontwikkelen. 
Ik neem leiding over het  leer- en leefklimaat door in te spelen op gedragingen en groepsprocessen van de lerenden om het welbevinden en de leerkansen van alle lerenden te vrijwaren.  In meer complexe situaties stem ik af met andere actoren. 
Ik herken opvoedingsvragen en -noden en kan er gepast op inspelen. 
Ik organiseer en voer relevante administratieve taken uit. 

De algemene toelatingsvoorwaarden en de volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.

Volgtijdelijkheid

De student moet de Doorgroeistage van minstens één onderwijsvak gevolgd hebben om de Keuzestage te mogen volgen. 

 

 

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Keuzestage B (B-ODISEE-JLOWC3)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: StageTweede semesterTweede semester
Audenaert Steven |  Buysschaert Stijn
Kernteam Secundair Onderwijs St-Niklaas

De stage-invulling staat beschreven op de stagewebsite https://stage.odisee.be/onderwijs/ebasosn/

 

 

Actieve kennis van het Nederlands. Passieve kennis van het Engels voor wetenschappelijke literatuur en media. 

Organisatie
Tijdens de Keuzestage worden volgende vormen van begeleiding geboden:

  • Infomomenten 
  • Vooruitblik met de stagebegeleider;
  • Begeleiding door de stagebegeleider;
  • Begelieding door de vakmentor;
  • Stagebezoek door stagebegeleider tijdens de actieve stage;
  • Reflectie op de stage in het stageportfolio door de student en bespreking met de stagebegeleider van de werkpunten en sterke punten.   


 

Evaluatieactiviteiten

Keuzestage B (B-ODISEE-JVO519)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Portfolio

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

NIveau 3 : gevorderd

  • Kennis en inzichten combineren en kritisch evalueren
  • Gespecialiseerde vaardigheden gecombineerd gebruiken
  • Wetenschappelijke literatuur verbinden aan eigen onderzoekservaringen
  • Volledige autonomie in samenwerking met anderen
  • Medeverantwoordelijkheid voor collectieve resultaten

 

De evaluatie gebeurt op basis van het stageportfolio dat onderstaande documenten bevat. 

  • de lesvoorbereidingen
  • de observatieverslagen
  • de scans van de lesbegeleidingsformulieren
  • document meso-stage
  • de reflecties van de student


De klemtoon ligt tijdens deze Keuzestage ligt op het zelfstandig kunnen functioneren als leerkracht die zowel kwalitatief kan les geven, kan organiseren, kan opvoeden, kan innoveren en als lid van een schoolteam kan functioneren. Die met andere woorden de veelvuldige taken van een leraar in een complexe en nieuwe situatie met een gedeelde verantwoordelijkheid op een hoog niveau kan uitvoeren.
In het onderstaand overzicht van de beheersingsniveaus per functioneel geheel wordt duidelijk dat de student i.f.v. sommige competenties in een nieuwe context nog iets meer ondersteuning nodig kan hebben om gedurende deze stageperiode te ontwikkelen. DIt vertaalt zich in een lager gewenst beheersingsniveau 3.

Beheersingsniveaus van de competenties
Niveau 3 wil zeggen dat de student bewust werkt aan deze competenties met begeleiding en in een positieve evolutie.
Niveau 4 wil zeggen dat de student deze competentie meestal zelfstandig zonder problemen beheerst.


Niveau 4 is vereist voor de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen in een gekende context: voorbereiding
Niveau 3 is vereist voor de leraar als begeleider van leer -en ontwikkelingsprocessen in een nieuwe context (nieuw vak): voorbereiding.

  • De beginsituatie van de leerlingen achterhalen.
  • Doelen selecteren,  formuleren en situeren in het leerplan.
  • Leerinhouden en leerervaringen selecteren en structureren in een passend onderwijsaanbod.
  • Leermiddelen kiezen, aanpassen en ontwikkelen.
  • Werkvormen en organisatie aanpassen aan doelstellingen en ruimte.
  • Bordschema structureren.

 Niveau 4 is vereist voor de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen in een nieuwe en gekende context.

  • Structureren en vertalen van leerinhouden in aangepaste, uitdagende en gevarieerde werkvormen.
  • Rekening houden met didactische principes: motiverend, authentiek, actief ontdekkend.
  • Gepaste, doelgerichte vragen stellen.
  • Duidelijke instructies geven.
  • Bordschema goed opbouwen.
  • Efficiënt gebruik van geschikte leermiddelen.

Niveau 4 is vereist voor de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen in een gekende context
Niveau 3 is vereist voor de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen in een nieuwe context.

  • Een gediffentieerde aanpak hanteren.
  • Leerlingen doen nadenken over hun leerproces.
  • Leerlingen evalueren met het oog op onmiddellijke bijsturing
  • Evalueren met het oog op beoordeling en rapportering naar leerlingen en ouders
  • Gepast omgaan met informatie over leerlingen: klassenraad, clb-overleg, leerlingendossiers raadplegen en bijhouden

Niveau 4 is vereist voor de leraar als opvoeder in een gekende context
Niveau 3 is verist voor de leraar als opvoerder in een nieuwe context.

  • Motiveren van de leerlingen, constructief met hen omgaan en creëren van een positief klasklimaat.
  • Een open en aangepaste communicatie aangaan.
  • Gepast omgaan met ongepast gedrag

Niveau 4 is vereist voor de leraar als inhoudelijk expert in een gekende context
Niveau 3 is vereist voor de leraar als inhoudelijk expert in een nieuwe context (inz. bij een nieuw vak)

  • Gebruik van vakterminologie en verwijzing naar vakdidactische principes in de lesvoorbereiding en in het reflectieverslag.
  •  Aangepaste inhoudelijke leerervaringen aanbieden.
  •  Inzicht in de leerinhouden van de les.

 

Niveau 4 is vereist voor de leraar als organisator in een gekende en nieuwe context.

  • Op een gestructureerd werkklimaat bevorderen voor de leerlingen.
  • De leertijd efficiënt indelen en het tempo aanpassen.
  • Op een correcte wijze administratieve taken uitvoeren.

 Niveau 4 is vereist voor de leraar als innovator in een gekende en nieuwe context

  • Het eigen functioneren bevragen en bijsturen.
  • De eigen pedagogische en didactische aanpak met de mentor bespreekbaar maken.
  • Verschillende informatiebronnen hanteren.
  • Vernieuwende inzichten aanwenden. Creatieve en originele verwerking.

Niveau 4 is vereist voor de leraar als lid van een schoolteam in een nieuwe en gekende context.
Opmerking: in sommige contexten is het uitvoeren van meso-stage moeilijker organiseerbaar.

  •    Overleggen met collega’s over het beleid op gebied van vak en school

Niveau 4 is vereist voor de attitudes van een leraar in een nieuwe en gekende context

  • Zin voor samenwerking en toepassing van de afspraken van de stageschool.
  • Enthousiasme en engagement.
  • Verantwoordelijkheidszin: o.a. stipt naleven van de afspraken met de vakdocent/pedagoog.
  • Doorzettingsvermogen en flexibiliteit, ook in onvoorziene omstandigheden.
  • Leergierigheid: o.a. openstaan voor feedback en zelfevaluatie na de les.

 Niveau 4 is vereist voor de taalcompetenties van de leraar in een nieuwe en gekende context.

  • Hanteren van een correcte mondelinge en schriftelijke taal.
  • Vlot en expressief spreken.
  • Taalgebruik aanpassen aan het niveau van de leerlingen.

De eindverantwoordelijkheid voor de evaluatie op de Keuzestage ligt bij de stagebegeleider samen met de verantwoordelijke pedagoog.

Bepaling resultaat
Studenten die de beheersingsniveaus van de competenties van de Keuzestage onvoldoende hebben bereikt, kunnen niet slagen en krijgen 9/20 of minder. 

Als het stageportfolio niet tijdig of onvolledig ingediend is, kan de student niet slagen voor stage en wordt het volledige stageportfolio tegen de tweede zittijd in orde gebracht.

Als een student aan geen enkele evaluatieactiviteit deelneemt, leidt dit tot 'niet afgelegd' of NA.

De student moet alle opdrachten ingediend hebben en aan alle evaluatieactiviteiten hebben deelgenomen om te kunnen slagen.

De student kan enkel herkansen bij een onvolledig stageportfolio. De actieve stage kan niet hernomen worden.