Projectwerk II (B-ODISEE-HZG16A)
Doelstellingen
http://public.hubrussel.be/ancor/ectskerndoel/pages/OPOKerndoel.aspx?OID=7&OPLID=54
De leerdoelen voor dit opleidingsonderdeel zijn:
1. De student formuleert een heldere en goed omkaderde probleemstelling in het domein van de gezinswetenschappen.
2. De student verwerft theoretische kennis en inhoudelijk inzicht aangaande de probleemstelling op basis van literatuuronderzoek en formuleert duidelijke onderzoeksvragen.
3. De student verwerkt de relevante informatie tot een literatuurrapport.
4. De student is in staat om een beargumenteerde persoonlijke kritische reflectie te maken over de literatuur en het werk binnen de projectgroep.
5. De student draagt bij aan het opzetten en uitvoeren van een empirisch onderzoek
6. De student werkt samen met medestudent(en).
7. De student is in staat om onderzoeksresultaten op een heldere manier te presenteren.
Begintermen
De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
HBG42A : Projectonderwijs II (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
Plaats in het onderwijsaanbod
Toleranties
Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):
Onderwijsleeractiviteiten
6 sp. Projectwerk II (B-ODISEE-HZG20a)
Inhoud
Projectwerk is een belangrijk onderdeel in het studieprogramma. In het project worden verschillende vaardigheden aangeleerd en dit aan de hand van een concreet thema.
In het tweede jaar staat het empirisch toetsen van wat in de literatuur werd gevonden centraal.
Studiemateriaal
Verplicht studiemateriaal:
• Slides van de lessen en aanvullende documentatie, digitaal ter beschikking gesteld via het digitaal leerplatform.
• Van Coillie, J., et. al. (2013). Horen, zien en schrijven. Schrijfboek voor welzijnswerkers. Brugge: die Keure.
Toelichting werkvorm
Begeleide zelfstudie - Feedback - Interactievormen - Oefeningen/opdrachten - Samenwerkend leren/Collaboratief leren
Het projectwerk tijdens het tweede jaar ligt in het verlengde van projectwerk in het eerste jaar. Ook hier wordt er gewerkt in kleine groepen; studenten werken in groepjes (van drie tot zes personen) een onderzoeks- en/of implementatieproject uit.
Het onderzoeksproject bestaat uit: een literatuurstudie, het formuleren van onderzoeksvragen, het opstellen van een vragenlijst, het verzamelen van data, het verwerken en analyseren van data, het interpreteren van de resultaten, en het rapporteren van dit alles. Het implementatieproject bestaat uit: het uitwerken van een nieuwe methodiek of het eigen maken van een bestaande methodiek, het begeleiden van een groep bij de uitvoering van de methodiek, constructief samenwerken met collega-studenten en externen, het beoordelen van de methodiek, het beoordelen van de eigen rol, het evalueren van het project en het rapporteren van dit alles.
De concrete onderzoeksthema’s en/of het implementatieproject worden tijdens één van de eerste projectbijeenkomsten door de lectoren toegelicht.
Evaluatieactiviteiten
Projectwerk II (B-ODISEE-H72328)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
De student wordt zowel op zijn individueel werk als op zijn groepswerk beoordeeld. Een onvoldoende op één van de twee kan leiden tot een onvoldoende op het totaal. Alle onderdelen van het project zijn verplicht af te leggen. Het niet afleggen van één of meerdere onderdelen leidt tot een score NA (niet afgelegd). Actieve deelname aan en aanwezigheid tijdens de lessen Projectwerk II zijn verplicht. Afwezigheden moeten worden gewettigd bij de projectbegeleider(s). Drie of meer afwezigheden kunnen leiden tot een onvoldoende beoordeling voor het volledige OPO.
Bij de start van het groepswerk maken de studenten een Teamsomgeving aan, toegankelijk voor alle groepsleden én de docenten. Ze gebruiken deze Teamsomgeving als opslag voor alle documenten gelinkt aan het groepswerk en als communicatietool voor het maken van afspraken. Ze kunnen op die manier hun bijdrage aan het groepsproces aantonen. Daarnaast maken studenten verslag (met onder meer de aanwezigheden, timing, gemaakte en (niet) nagekomen afspraken, aandachtspunten, etc) van alle bijeenkomsten in het kader van het groepswerk. Ook deze verslagen worden bijgehouden in de Teamsomgeving.
Als een student van mening is dat het groepswerk ernstig bemoeilijkt wordt door dysfunctionele groepsdynamieken, dan dient deze student dit in de studentengroep aan te kaarten. Indien dit moeilijk is of het probleem niet opgelost raakt, dan communiceert de student dit tijdig en helder aan de docenten. De docenten voorzien zo snel mogelijk een begeleidend gesprek voor de student en/of de volledige studentengroep.
De totale beoordeling van Projectwerk II gebeurt op basis van:
- de ingediende werken (zowel het groepswerk als de individuele literatuurstudie)
- aanwezigheid en inzet tijdens de projectbijeenkomsten
- bijdrage aan het groepsproces.
Belangrijke instrumenten om de groepsbijdrage van de student te beoordelen zijn:- de verslagen van bijeenkomsten in het kader van het groepswerk
- de Teamsomgeving (communicatie, bijdragen...)
- de peer-assessments (minstens twee per academiejaar)
Een peer-assessment is een beoordelingsinstrument dat door alle studenten, over zichzelf én over alle andere studenten in een groepje, wordt ingevuld. De begeleiders gebruiken de resultaten uit de peer-assessments om zicht te krijgen op het groepsproces en formatieve feedback. De assessments zullen tevens gebruikt worden om de individuele eindbeoordeling binnen een groepje te diversifiëren (summatief). De studenten kunnen de peer-assessments gebruiken voor zelfreflectie en als vertrekpunt om het groepsproces onderling te bespreken. De topics die aan bod komen zijn: naleven van afspraken; duidelijke communicatie; aanbrengen van ideeën; bijdrage aan goede werksfeer; openstaan voor feedback; constructief omgaan met problemen; bijdrage aan het eindresultaat.
Bij een onvoldoende krijgt de student een opdracht die afgestemd is op de niet verworven competentie(s).
Toelichting bij herkansen
Bij een onvoldoende krijgt de student een opdracht die afgestemd is op de niet verworven competentie(s). De projectbegeleider bespreekt met de student na de eerste examenperiode (begin juli) de opdracht die moet gemaakt worden voor de tweede examenkans. De student dient zich daartoe aan te melden bij de projectbegeleider(s) binnen de zeven werkdagen na de bekendmaking van de resultaten uit de eerste examenkans.