Inhoud

Een duo stagiairs kiest voor eenzelfde stageschool voor de instapstage. Ze lopen samen stage voor minimum 1 onderwijsvak.

In het 2^de semester staan er 2 stageperiodes gepland binnen de instapstage. De eerste stageperiode bestaat uit observatieopdrachten en een actieve stage. De tweede periode houdt een actieve stage in. De stagelessen worden bij voorkeur in de eerste graad gegeven. (Zo niet, bij voorkeur in het eerste jaar van de tweede graad met D-finaliteit)

De klemtoon ligt op het begeleiden van leer- en ontwikkelingsprocessen, de rol van opvoeder, inhoudelijk expert en die van organisator (zie kerncompetenties stages). Het traject is stapsgewijs opgebouwd. Als voorbereiding van het actief lesgeven zijn er observatiemomenten waarbij de student(e) zicht krijgt op de beginsituatie van de klassen waar hij/zij actief lesgeeft. Hij/zij leert door middel van de opdrachten bewust stilstaan bij het leerproces van leerlingen. De voorbereiding van de actieve stage wordt ondersteund door activiteiten tijdens de week van de didactiek. Tijdens de 2 stageweken geeft de stagiair actief les. Hierbij integreert hij/zij de verschillende vaardigheden die hij/zij doorheen het jaar verworven heeft.

Studiemateriaal

Stagewebsite 1 BaSO https://stage.odisee.be/onderwijs/basobrusseldilbeek/

Toelichting werkvorm

• Een lesvoorbereiding wordt drie werkdagen, voorafgaand de eigenlijke stage, bezorgd aan de mentor. Dit geeft de mentor de kans om feedback te geven aan de student (geen verplichting voor mentor; wel een kans)
• Een lesvoorbereiding wordt minstens de laatste dag voor de stagedag opgeladen in het digitaal portfolio bij het betreffend vak. Wanneer de les niet wordt opgeladen, kan de stage worden stopgezet.
• De mentor beschikt tijdens de eigenlijke stageles over een definitief volledig uitgewerkte lesvoorbereiding. Wanneer er geen lesvoorbereiding beschikbaar is, kan de stage worden stopgezet. 
• Naast het inoefenen van de basisvaardigheden in een stageschool krijgen studenten de gelegenheid met mentoren en stagebegeleiders te reflecteren. Deze reflectie gebeurt in hoofdzaak tijdens de stage én tijdens de lessen didactiek en onderwijskunde.
• Tijdens het tweede semester is er een integratieweek onderwijskunde-vakdidactiek. Tijdens deze week wordt er aandacht besteed aan de lesvoorbereiding. De activiteiten bereiden de student voor op de actieve stage.  Aanwezigheid is verplicht.
• Alle documenten die nodig zijn bij het correct uitvoeren van een stage (voor, tijdens, na)  worden in het digitaal portfolio geplaatst volgens de vooropgestelde afspraken. De deadlines (zie kalender stage) worden gerespecteerd.
• De opdrachten per stageperiode (observatie-opdrachten én lesvoorbereidingen) worden beoordeeld door de vakdidacticus. Hier worden de algemene leraarcompetenties en vakspecifieke competenties (zie ook stagewebsite) beoordeeld. Alle opdrachten moeten worden volbracht, zo niet wordt de stage als niet afgelegd (NA) beoordeeld. De student krijgt hierover feedback. Het eindpunt van deze opdrachten is het resultaat van 1/3 (instapstage 1) en 2/3 (instapstage 2). Tijdens de laatste actieve stage moet de student in staat zijn om een lesvoorbereiding te maken volgens de vooropgestelde competenties. Dit punt bepaalt 30% van de beoordeling van het OPO Instapstage van het onderwijsvak.