Praktijkgericht onderzoek (B-ODISEE-HBO01B)
Doelstellingen
http://public.hubrussel.be/ancor/ectskerndoel/pages/OPOKerndoel.asOPLID=59px?OID=1063&
Begintermen
De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.
Het OPO Onderzoeksmethoden maakt deel uit van de leerlijn onderzoek:
OF1: Onderzoeksmethoden
OF2: Praktijkgericht Onderzoek
OF3: Bachlorproef
Een OPO uit deze leerlijn kan pas opgenomen worden wanneer het OPO uit de voorgaande opleidingsfase succesvol werd afgelegd. Om dit opleidingsonderdeel goed te kunnen volgen, behoort de leerstof van Onderzoeksmethoden tot de voorkennis van de student.
Plaats in het onderwijsaanbod
Toleranties
Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. Praktijkgericht onderzoek (B-ODISEE-HBO04b)
Inhoud
Het OPO Praktijkgericht Onderzoek (PGO) vormt het eerste deel van het bachelorproeftraject. Het bachelorproeftraject start in het tweede semester van opleidingsfase 2 in het vak PGO en loopt door in het eerste semester van opleidingsfase 3 in het OPO bachelorproef.
OPBOUW VAN HET BACHELORPROEFTRAJECT 2025-2026
De bachelorproef vertrekt vanuit een concrete en praktische vraag uit de praktijk van de gespecialiseerde ondersteuner/ begeleider of wordt aangeleverd door een vrij onderwerp. Daarom wordt soms ook gesproken over ‘werkveldproject’. De student werkt een project uit als antwoord op deze praktisch vraag. Hij werkt hierbij individueel, maar bij voorkeur in groep van maximaal drie personen. Hij wordt hierbij begeleid door een bachelorproefbegeleider uit de hogeschool en een projectleider uit het werkveld, de docent(en) van het vak Praktijkgericht onderzoek staan in voor het aanreiken van alle info en kaders om de bachelorproef tot een goed einde te brengen.
Het werken aan de bachelorproef loopt over de twee semesters, verspreid over twee academiejaren. Het werk start in het tweede semester van het tweede jaar modeltraject en de evaluatie gebeurt in het eerste semester van het derde jaar.
De keuze voor een bachelorproef valt ook binnen de tweede opleidingsfase en gebeurt via een online keuzeformulier. De studenten krijgen een lijst met mogelijke onderwerpen (of kunnen zelf een onderwerp indienen: zie procedure vrij onderwerp) en geven een aantal voorkeuren door. Vanaf de beschikbaarheid van de Tolinto-tool kunnen de studenten inschrijven voor een onderwerp. Eens de Tolinto-tool wordt afgesloten is de keuze definitief en daarbij ook de groepssamenstelling. Indien een student te laat of niet inschrijft, zal de bachelorproefcoördinator hem/ haar toewijzen aan een groepje.
Procedure vrij onderwerp
Studenten hebben de mogelijkheid om mede-ontwerper te zijn van een orthopedagogisch vraagstuk waarin ze zich willen verdiepen tijdens hun bachelorproef. Ze kunnen hiervoor een vrij onderwerp indienen.
#1 Ze stellen zelf een groepje samen dat bestaat uit minimaal 1 en maximaal 3 studenten
#2 Er wordt 1 vrij onderwerp per bachelorproefbegeleider voorzien, in lijn met zijn of haar expertisegebied. Dit vrij onderwerp wordt opgebouwd in duo met deze bachelorproefbegeleider.
#3 Studenten zoeken een projectpartner. Dit is een werkveldplaats waar zij het onderzoek en praktijkprodcut kunnen verwezenlijken
#4 Twee weken voor de keuzes van projectaanvragen zullen worden toegekend, pitchen de studenten indien nodig en enkel op vraag van de bachelorproefcoördinator hun voorstel aan de hand van een vooropgesteld document aan een jury van 3 docenten, waaronder de bachelorproefcoördinator. De criteria die bekeken zullen worden zijn onder andere: orthopedagogisch karakter van de vraag of het vraagstuk, het innovatieve karakter van het product, de realiseerbaarheid binnen het bachelorproefkader, de methodische insteek of het methodisch design en het evidence based karakter van het vraagstuk.
#5 Indien het vrij onderwerp wordt goedgekeurd, kan de student of de groep starten op dit onderzoeksproject
#6 Indien het vrij onderwerp niet wordt goedgekeurd, neemt men gewoon deel aan het keuzeproces voor de bachelorproeven.
Omwille van de voorwaarden om te starten met het OPO Bachelorproef, kan het zijn dat samengestelde groepjes wijzigen tot het einde van het eerste semester van het derde academiejaar in het modeltraject. Binnen het OPO Praktijkgericht onderzoek moeten de studenten actief aantonen dat ze een individuele bijdragen leveren binnen het projectplan. Als deze individuele bijdrage onvoldoende is, kan de samenwerking binnen de projectgroep stopgezet worden.
Hieronder lichten we de onderwijsleeractiviteiten toe
OF2 Semester 2 2025: Praktijkgericht onderzoek
Studenten maken binnen het OPO per projectgroep een projectplan voor hun bachelorproefproject. Dit projectplan komt tot stand in samenwerking met de bachelorproefbegeleider en de projectleider uit het werkveld. Studenten die niet deelnemen aan het opleidingsonderdeel Praktijkgericht Onderzoek krijgen de kans om dit als vrije student op te nemen en hierin begeleid te worden. Van de student wordt verwacht dat hij de basisprincipes van praktijkonderzoek kan toepassen (uit het handboek uit Neckebroeck C., Vanderstraeten I., & Verhaeghe, M. (2015). Onderzoeksvaardigheden voor onderwijs, zorg en welzijn. Berchem: De Boeck).
Binnen PGO wordt de inhoud uit het OPO Onderzoekmethoden verder uitgediept. Er wordt gewerkt via blended learning. Ter voorbereiding van het contactmoment bekijken de studenten de video's en het aanbevolen digitaal cursusmateriaal op Toledo. De hoorcolleges en werksessies dienen om die kennis toe te passen op de projectvraag en het projectplan stap voor stap uit te werken. De lessen worden voorzien in functie van verdieping en feedback
- De onderdelen van dit projectplan staan beschreven in het vademecum van de bachelorproef en het sjabloon op Toledo. Dit zijn onder meer:
- de projectdoelstelling en omschrijving van projectplaats
- een inleiding met de aanleiding, context, onderzoeksvraag en deelvragen en structuur van het projectplan
- een theoretisch luik: literatuurstudie met algemeen besluit
- een onderzoeksmatig luik: onderzoeksontwerp met duidelijke link naar de praktijkvraag. Dit omvat onder meer de grondvorm, instrumenten, participanten, analyse,...
De voltallige projectgroep moeten minstens drie keer met de bachelorproefbegeleider samenzitten tijdens het tweede semester en hier officieel verslag van maken. In het sjabloon op Toledo is ruimte voorzien voor deze verslagen. Afwezigheid tijdens deze afspraken (zonder wettiging) kan leiden tot een NA op individueel of groepsniveau.
OF3 Semester 1: Bachelorproef
Studenten kunnen starten met de verdere uitwerking van hun bachelorproefproject in het eerste semester van OF3, wanneer zij een volwaardig projectplan hebben afgeleverd binnen PGO. Dit wil zeggen dat de literatuurstudie op punt moet staan en dat het onderzoekvoorstel voldoende uitgewerkt moet zijn. Tijdens het eerste semester van de derde opleidingsfase gaan de studenten hun onderzoek uitvoeren, het product ontwikkelen en uittesten en vindt ook de bachelorproefjury plaats. In het Vademecum op Toledo staat de volledige onderzoekscyclus met bij behorende tijdslijn omschreven.
Toelichting werkvorm
De bachelorproef vertrekt vanuit een concrete en praktische vraag uit de praktijk van de gespecialiseerde ondersteuner/ begeleider of wordt aangeleverd door een vrij onderwerp. Daarom wordt soms ook gesproken over ‘werkveldproject’. De student werkt een project uit als antwoord op deze praktisch vraag. Hij werkt hierbij individueel, maar bij voorkeur in groep van maximaal drie personen. Hij wordt hierbij begeleid door een bachelorproefbegeleider uit de hogeschool en een projectleider uit het werkveld.
Het bachelorproeftraject start in het tweede semester van opleidingsfase 2 in het vak PGO en loopt door in het eerste semester van opleidingsfase 3 in het OPO bachelorproef.
OPBOUW VAN HET BACHELORPROEFTRAJECT 2024-2025
De bachelorproef vertrekt vanuit een concrete en praktische vraag uit de praktijk van de gespecialiseerde ondersteuner/ begeleider of wordt aangeleverd door een vrij onderwerp. Daarom wordt soms ook gesproken over ‘werkveldproject’. De student werkt een project uit als antwoord op deze praktisch vraag. Hij werkt hierbij individueel, maar bij voorkeur in groep van maximaal drie personen. Hij wordt hierbij begeleid door een bachelorproefbegeleider uit de hogeschool en een projectleider uit het werkveld, de docent(en) van het vak Praktijkgericht onderzoek staan in voor het aanreiken van alle info en kaders om de bachelorproef tot een goed einde te brengen.
Het werken aan de bachelorproef loopt over de twee semesters, verspreid over twee academiejaren. Het werk start in het tweede semester van het tweede jaar modeltraject en de evaluatie gebeurt in het eerste semester van het derde jaar.
De keuze voor een bachelorproef valt ook binnen de tweede opleidingsfase en gebeurt via een online keuzeformulier. De studenten krijgen een lijst met mogelijke onderwerpen (of kunnen zelf een onderwerp indienen: zie procedure vrij onderwerp) en geven een aantal voorkeuren door. Vanaf de beschikbaarheid van de Tolinto-tool kunnen de studenten inschrijven voor een onderwerp. Eens de Tolinto-tool wordt afgesloten is de keuze definitief en daarbij ook de groepssamenstelling. Indien een student te laat of niet inschrijft, zal de bachelorproefcoördinator hem/ haar toewijzen aan een groepje.
Procedure vrij onderwerp
Studenten hebben de mogelijkheid om mede-ontwerper te zijn van een orthopedagogisch vraagstuk waarin ze zich willen verdiepen tijdens hun bachelorproef. Ze kunnen hiervoor een vrij onderwerp indienen.
#1 Ze stellen zelf een groepje samen dat bestaat uit minimaal 1 en maximaal 3 studenten
#2 Er wordt 1 vrij onderwerp per bachelorproefbegeleider voorzien, in lijn met zijn of haar expertisegebied. Dit vrij onderwerp wordt opgebouwd in duo met deze bachelorproefbegeleider.
#3 Studenten zoeken een projectpartner. Dit is een werkveldplaats waar zij het onderzoek en praktijkprodcut kunnen verwezenlijken
#4 Twee weken voor de keuzes van projectaanvragen zullen worden toegekend, pitchen de studenten indien nodig en enkel op vraag van de bachelorproefcoördinator hun voorstel aan de hand van een vooropgesteld document aan een jury van 3 docenten, waaronder de bachelorproefcoördinator. De criteria die bekeken zullen worden zijn onder andere: orthopedagogisch karakter van de vraag of het vraagstuk, het innovatieve karakter van het product, de realiseerbaarheid binnen het bachelorproefkader, de methodische insteek of het methodisch design en het evidence based karakter van het vraagstuk.
#5 Indien het vrij onderwerp wordt goedgekeurd, kan de student of de groep starten op dit onderzoeksproject
#6 Indien het vrij onderwerp niet wordt goedgekeurd, neemt men gewoon deel aan het keuzeproces voor de bachelorproeven.
Omwille van de voorwaarden om te starten met het OPO Bachelorproef, kan het zijn dat samengestelde groepjes wijzigen tot het einde van het eerste semester van het derde academiejaar in het modeltraject. Binnen het OPO Praktijkgericht onderzoek moeten de studenten actief aantonen dat ze een individuele bijdragen leveren binnen het projectplan. Als deze individuele bijdrage onvoldoende is, kan de samenwerking binnen de projectgroep stopgezet worden.
Hieronder lichten we de onderwijsleeractiviteiten toe
OF2 Semester 2 2024: Praktijkgericht onderzoek
Studenten maken binnen het OPO per projectgroep een projectplan voor hun bachelorproefproject. Dit projectplan komt tot stand in samenwerking met de bachelorproefbegeleider en de projectleider uit het werkveld. Studenten die niet deelnemen aan het opleidingsonderdeel Praktijkgericht Onderzoek krijgen de kans om dit als vrije student op te nemen en hierin begeleid te worden. Van de student wordt verwacht dat hij de basisprincipes van praktijkonderzoek kan toepassen (uit het handboek uit Neckebroeck C., Vanderstraeten I., & Verhaeghe, M. (2015). Onderzoeksvaardigheden voor onderwijs, zorg en welzijn. Berchem: De Boeck).
Binnen PGO wordt de inhoud uit het OPO Onderzoekmethoden verder uitgediept. Er wordt gewerkt via blended learning. Ter voorbereiding van het contactmoment bekijken de studenten de video's en het aanbevolen digitaal cursusmateriaal op Toledo. De hoorcolleges en werksessies dienen om die kennis toe te passen op de projectvraag en het projectplan stap voor stap uit te werken. De lessen worden voorzien in functie van verdieping en feedback
De onderdelen van dit projectplan staan beschreven in het vademecum van de bachelorproef en het sjabloon op Toledo. Dit zijn ondermeer:
- de projectdoelstelling en omschrijving van projectplaats
- een inleiding met de aanleiding, context, onderzoeksvraag en deelvragen en structuur van het projectplan
- een theoretisch luik: literatuurstudie met algmeen besluit
- een onderzoeksmatig luik: onderzoeksontwerp met duidelijke link naar de praktijkgvraag. Dit omvat ondermee de grondvorm, instrumenten, participanten, analyse,...
De voltallige projectgroep moeten minstens drie keer met de bachelorproefbegeleider samenzitten tijdens het tweede semester en hier officieel verslag van maken. In het sjabloon op Toledo is ruimte voorzien voor deze verslagen. Afwezigeheid tijdens deze afspraken (zonder wettiging) kan leiden tot een NA op individueel of groepsniveau.
OF3 Semester 1: Bachelorproef
Studenten kunnen starten met de verdere uitwerking van hun bachelorproefproject in het eerste semester van OF3, wanneer zijn een volwaardig projectplan hebben afgeleverd binnen PGO. Dit wil zeggen dat de literatuurstudie op punt moet staan en dat het onderzoekvoorstel voldoende uitgewerkt moet zijn. Tijdens het eerste semester van de derde opleidingsfase gaan de studenten hun onderzoek uitvoeren, het product ontwikkelen en uittesten en vindt ook de bachelorproefjury plaats. In het Vademecum op Toledo staat de volledige onderzoekscyclus met bij behorende tijdslijn omschreven.
Evaluatieactiviteiten
Praktijkgericht onderzoek (B-ODISEE-H72287)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
De evaluatie bestaat uit een projectplan voor het bachelorproefproject. Op Toledo vinden de studenten het sjabloon met daarin alle onderdelen die uitgewerkt dienen te worden.
Elke projectgroep dient 1 projectplan per groep in. De evaluatie gebeurt zowel op groepsniveau (collectieve delen) als op individueel niveau (uitgewerkt per groepslid). Hieronder specifiëren we welke delen collectief en individueel zijn en hoe de evaluatie eruit ziet.
In grote lijnen omvat het projectplan volgende onderdelen:
VRAAGVERHELDERING, PROJECTDOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN - groepsniveau
- De studenten werken samen op één onderzoeksproject. In groepsverband nemen ze contact op met de projectplaats en verhelderen ze de doelstelling, onderzoeksvraag, deelvragen,...
- In het projectplan werkt de projectgroep samen volgende onderdelen uit: de doelstelling, de projectplaats beschrijving, onderzoeksvraag en deelvragen stellen ze samen op
- De projectgroep maakt samen een duidelijk overzicht van welke deelvragen binnen beantwoord worden binnen het theoretisch luik, onderzoeksmatig luik of in beide.
THEORETISCH LUIK - individueel niveau
- Het theoretisch luik wordt verdeeld over de verschillende groepsleden. Elk groepslid werkt een deel uit op basis van de deelvragen die ze opstelden. De projectgroep zorgt dat deze delen evenredig verdeeld zijn.
- Elk groepslid maakt van dit onderdeel een literatuurstudie
- De projectgroep bewaakt dat de verschillende delen op elkaar afgestemd zijn en formuleert samen een gemeenschappelijk theoretisch besluit op het einde van het theoretisch luik
ONDERZOEKSMATIG LUIK - individueel niveau
- Elk groepslid formuleert een onderzoeksvoorstel dat aansluit bij de praktijkvraag van de projectplaats. Dit onderzoeksvoorstel is de neerslag van een brainstorm binnen de projectgroep. Het onderzoeksmatig luik omvat dus per groepslid een voorstel qua grondvorm, instrument, participanten, analyse,...
WAT EN WANNEER INDIENEN
- Studenten dienen 1 projectplan in per groep waarin alle sporen duidelijk aangegeven staan. Dit projectplan is opgesteld in het sjabloon op Toledo. Alle onderdelen staat duidelijk aangegeven in dit sjabloon.
- 1 iemand per projectgroep dient het projectplan in op 26 mei 2025, voor middernacht via Toledo (via "opdrachten" en "turnitin")
EVALUATIE:
De PGO-docent en BAP-begeleider evalueren het projectplan dat de studenten inleveren. Elk onderdeel wordt apart ingeschaald op de inschalinglijst op Toledo:
- De individuele delen krijgen een afzonderlijke score per student (punt op 20 dat doorweegt voor 60% van de eindscore)
10 van de 20 punten wordt toegekend door de BAP-begeleider
10 van de 20 punten wordt toegekend door de PGO-docent - De collectieve delen krijgen een groepspunt (punt op 20 dat doorweegt op 40% van de eindscore)
10 van de 20 punten wordt toegekend door de BAP-begeleider
10 van de 20 punten wordt toegekend door de PGO-docent - De eerste twee lessen kennen verplichte aanwezigheid. Het gaat hier over de BAP kick-off in januari en de eerste les van het tweede semester. Afwezigheid tijdens deze lessen (zonder wettiging) kan leiden tot een NA op individueel of groepsniveau.
- De voltallige projectgroep moeten minstens drie keer met de bachelorproefbegeleider samenzitten tijdens het tweede semester en hier officieel verslag van maken. In het sjabloon op Toledo is ruimte voorzien voor deze verslagen. Afwezigheid tijdens deze afspraken (zonder wettiging) kan leiden tot een NA op individueel of groepsniveau.
Student moet slagen op het gemeenschappelijk en individueel deel om te slagen op het gehele vak. Indien alle onderdelen een voldoende zijn, wordt het eindcijfer het totaal van de punten. Een onvoldoende op een van de onderdelen leidt tot een 7/20.
Toelichting bij herkansen
Zelfde modaliteiten als in eerste zit. De studenten komen op nabespreking om te weten welke delen herwerkt moeten worden.