Ouderschapsbegeleiding en ouderbegeleiding (B-ODISEE-HBG36A)
Begintermen
De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.
Studenten moeten het opleidingsonderdeel Fundamentele pedagogiek gevolgd hebben en hiervoor een credit behaald hebben.
Om dit opleidingsonderdeel in optimale omstandigheden aan te vatten, is het aangewezen dat de studenten het opleidingsonderdeel Gezinspedagogiek gevolgd hebben en de kennis en vaardigheden die verworven werden bij de introductie en toepassing van de 'sociale kaart' (zie o.a. Projectwerk en praktijkverdieping I) actief kunnen inzetten.
Je wordt geacht het OPO Fundamentele pedagogiek I te hebben gevolgd vooraleer je het OPO Ouderschapsbegeleiding en ouderbegeleiding opneemt.
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. Ouderschapsbegeleiding en ouderbegeleiding (B-ODISEE-HBG36a)
Inhoud
In dit opleidingsonderdeel bekijken we de invulling van 'ouderschaps- en ouderbegeleiding' vanuit het domein 'opvoedingsondersteuning'. We kijken daarnaar vanuit het perspectief van ouders (cf. beleving ouderschap en opvoeding), de praktijk (cf. opvoedingsondersteunende initiatieven), de regelgeving (cf. preventieve gezinsondersteuning) en onderzoek (cf. behoeftenbevraging, evaluatieonderzoek). De volgende thema's komen aan bod:
- beleving van het ouderschap en de opvoeding met aandacht voor de opvoedingsvragen en ondersteuningsbehoeften van ouders, cf. Wat geven ouders in getuigenissen en onderzoek aan?
- omschrijving, uitgangsprincipes en handelingsprincipes van opvoedingsondersteuning, relatie opvoedingsondersteuning - andere domeinen (o.a. jeugdhulp, gezondheid) , inbedding in de preventieve gezinsondersteuning, in de Huizen van het Kind (HvhK).
- regelgeving inzake opvoedingsondersteuning en preventieve gezinsondersteuning
- praktijkvoorbeelden:
- opvoedingsondersteunende functies, activiteiten en werkvormen
- algemeen aanbod en/of aanbod voor specifieke doelgroepen (bv. ouders met tieners, maatschappelijk kwetsbare gezinnen, gezinnen met een migratiegeschiedenis enz.),
- samenwerkingsmodellen binnen de HvhK
- analyse van het huidig opvoedingsondersteunend aanbod in Vlaanderen en evaluatie van initiatieven.
Studiemateriaal
Verplicht studiemateriaal: Het studiemateriaal omvat de via het digitaal leerplatform ter beschikking gestelde handouts en een reader waarin de regelgeving en wetenschappelijke bijdragen over de theoretische kaders en praktijkinitiatieven vervat zitten.
Aanbevolen literatuur:
- Bronnen op het kennisplatform over opvoeden en opvoedingsondersteuning van het Vlaams Expertisecentrum Opvoedingsondersteuning, www.expoo.be
- Een selectie van deze bronnen wordt in het begin van de lessenreeks in het overzichtsdocument van de reader ter beschikking gesteld.
Overig didactisch materiaal: illustratie- en documentatiemateriaal van opvoedingsondersteunende initiatieven.
Toelichting werkvorm
Het vak wordt gegeven in drie hoorcolleges. Tijdens deze hoorcolleges maken de studenten kennis met onderzoek en de regelgeving die richtinggevend is voor de invulling van opvoedingsondersteuning en met verschillende opvoedingsondersteunende initiatieven (bv. online-informatie, beeldmateriaal, folders). De brede waaier aan aanbiedingsvormen en doelgroepen komen daarbij ter sprake en worden ter discussie gesteld. Van de studenten wordt een actieve inbreng in de discussie verwacht.
Evaluatieactiviteiten
Ouderschapsbegeleiding en ouderbegeleiding (B-ODISEE-H70156)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
Juni-zittijd: Groepsopdracht waarbij de inzichten in de theoretische kaders en begrippen toegepast worden. De vereisten en beoordelingscriteria van de groepsopdracht worden beschreven in een nota die tijdens de les ter beschikking wordt gesteld en mondeling wordt toegelicht en ook op het digitaal leerplatform ter beschikking zal zijn.
Voor beide zittijden (juni en augustus):
De student moet kunnen aantonen dat hij/zij een overzicht heeft van de regelgeving en het aanbod aan opvoedingsondersteuning in Vlaanderen. Hij/zij moet die regelgeving en dat aanbod kritisch kunnen evalueren. De student is in staat om opvoedingsondersteunende initiatieven te evalueren en om zelf voorstellen voor opvoedingsondersteunende initiatieven, al dan niet voor specifieke doelgroepen/kansengroepen uit te schrijven en daarbij rekening te houden met de specifieke context, krachten en kwetsbaarheden van de desbetreffende doelgroep.
De studenten worden geacht kennis te hebben van de ecologische modellen van gezinsopvoeding (cf. Gezinspedagogiek: 'Gezinnen in soorten') en deze kunnen toepassen (1) bij de bespreking en evaluatie van opvoedingsthema's en gezinssituaties en (2) bij het formuleren van opvoedingsondersteunende antwoorden op opvoedingsvragen. Aansluitend bij het laatst vermelde, moeten de studenten de sociale kaart beheersen: ze moeten een inschatting kunnen maken van de (lokale/regionale) inzetbaarheid van de beschikbare diensten en voorzieningen in relatie tot opvoedingsondersteuning en preventieve gezinsondersteuning.
Zowel in de juni- als augstus-zittijd wordt de opdracht via Toledo ingediend.
Toelichting bij herkansen
Augustus-zittijd: Individuele opdracht die inhoudelijk vergelijkbaar is met de groepsopdracht in de juni-zittijd, in te dienen via Toledo.
Voor beide zittijden (juni en augustus):
De student moet kunnen aantonen dat hij/zij een overzicht heeft van de regelgeving en het aanbod aan opvoedingsondersteuning in Vlaanderen. Hij/zij moet die regelgeving en dat aanbod kritisch kunnen evalueren. De student is in staat om opvoedingsondersteunende initiatieven te evalueren en om zelf voorstellen voor opvoedingsondersteunende initiatieven, al dan niet voor specifieke doelgroepen/kansengroepen uit te schrijven en daarbij rekening te houden met de specifieke context, krachten en kwetsbaarheden van de desbetreffende doelgroep.
De studenten worden geacht kennis te hebben van de ecologische modellen van gezinsopvoeding (cf. Gezinspedagogiek: 'Gezinnen in soorten') en deze kunnen toepassen (1) bij de bespreking en evaluatie van opvoedingsthema's en gezinssituaties en (2) bij het formuleren van opvoedingsondersteunende antwoorden op opvoedingsvragen. Aansluitend bij het laatst vermelde, moeten de studenten de sociale kaart beheersen: ze moeten een inschatting kunnen maken van de (lokale/regionale) inzetbaarheid van de beschikbare diensten en voorzieningen in relatie tot opvoedingsondersteuning en preventieve gezinsondersteuning.